Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
parkiet
komt ongetwijfeld van het Franse ‘(la) perruche’
in Antw.: rerusj
Mijn vader liet per ongeluk de volière (vogelière) openstaan en al zijn piruschen waren gaan vliegen.
pas, identiteitskaart
Hoewel paspoort de officiële benaming is voor een internationaal paspoort, wordt het woord paspoort ook breder gebruikt om een identiteitsbewijs aan te geven.
VD
pas·poort (het)
1 een door een overheid afgegeven identiteitsbewijs, waarmee men de landsgrenzen over mag
Paspoort, tickets, geld? OK, dan kunnen we vertrekken.
het komen en gaan van voorbijgangers
Hij had ne gazettenwinkel, een bloeiende zaak, in een straat met veel passage.
iets in de helft verdelen
Leiestreek: nilft
Wat een groot stuk taart, ik zal het in de milft doen, dan heb jij ook een stuk.
meestal (dronken) zagevent aan de toog. Toeigzaaiksters bestaan blijkbaar niet, maar daar zijn dan weer wel andere uitdrukkingen voor.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.