Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
kledingstuk
vareuse
Gigippeke , gigippeke va Meulebeik , dei bree vé ma een verreus.
Fr. la malchance
pech
Ik heb niks dan malchance met mijne nieuwen auto.
heks
herkomst: mogelijk van het Franse maquerelle=bordeelhoudster, mann. maquereau=pooier < Middelned. makelare
In Antwerpen is een makrel een bordeelhoudster en de pejoratieve benaming van een oude vrouw, een “ouw makrel”.
De associatie van een bordeelhoudster met een oude vrouw heeft misschien te maken met het feit dat bordeelhoudsters op leeftijd waren, te oud om het beroep zelf nog uit te oefenen.
Een ouw makral.
De makral zit t’rop. (als iets maar niet wil lukken)
kikker
Zie ook kikvors en puit
Uitspraak: (veus) of (ves), al naargelang de streek (ontronding)
Die smerige veussen in ozzen hof moake de godgansige nacht laweit.
(Die stomme kikkers in de tuin maken de godganse nacht lawaai.)
éclair, langwerpig gebakje van soezenbeslag, gevuld met banketbakkersroom en bestreken met chocolade
Ik heb bij de bakker twee sjoekes en een carré konfituurke gekocht
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.