Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
vleesbrood, grote bal opgewerkt gehakt die in de oven wordt gaar gebakken, kan zowel warm als koel (broodbeleg) gegeten worden
zie ook frikandon
Met de overschot van het gehakt hebben we een klein fricandonneke gemaakt.
(Bij de beenhouwer): Mag ik 4 schellekes fricandon?
benoeming die een persoon verkregen heeft door gebruik te maken van zijn “charmes”.
In ruimere zin, wanneer iemand een hoger functie bekomt zonder de officiële procedure te volgen, maar door onderling gekonkelfoes.
Je mag er zeker van zijn. Dat is een canapébenoeming!
wordt meestal gezegd tegen een kind in de betekenis van goed je best doen, braaf zijn, moedig zijn, niet verlegen zijn.
“Ben je flink geweest op school?”.
“Flink zijn bij oma hé!”.
“Geef eens flink een polleke aan de mevrouw”.
Filip, drie tienen! Dat is flink! Ik ben heel fier op je.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.