Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
plots
meestal: ommeki
Ik had juist betaald bij den bakker en ommekeer ging mijne gsm af: ’t was pa om te zeggen dattie geen pistolets moest hebben, dattie meer goesting had achter brood.
afgesproken, ingestudeerd, doorzichtig, …
DS2015 standaardtaal
Die moppen in de tv-programma’s zoals de Slimste Mens zijn tegenwoordig dik getelefoneerd. ’t Druipt ervan af.
Dat zogezegde spontane, kritische interview tussen journalist en politieker was duidelijk getelefoneerd.
Toevallig, eventueel, misschien
Wordt vaak gebruikt in combinatie met ‘soms’, met dezelfde betekenis.
Moest je soms dikwijls nog langs Pepe passeren, zeg hem dan dat ik morgen zijn villo zal vermaken.
> andere betekenis van dikwijls
vele keren
NL en meestal ook in tussentaal: vaak
ook overtreffende trap: dikwijlser (zie dikwijlder).
(Woordenboek der Nederlandsche Taal: In de oudere taal ook in den vergrootenden trap.
“Waartoe hy hun dikwylser fiere dan smeekende taal hield”, Hooft, (1642)).
in Limburg: dek
In de media hoort of leest men bekan nooit meer ‘dikwijls’. Een enkele keer staat het nog in de Gazet Van Antwerpen.
Zijt maar gerust dat ik daar dikwijlser geweest ben dan gij. Ik ken dat daar rats van buiten.
> andere betekenis van dikwijls
lievelingetje van iemand die het voor het zeggen heeft,
zie ook flebbeke, febbe, febbekak, bebbeke
< afgeleid van Frans ‘fils’ (zoon)
Hij was het fiske van de meester en mocht altijd het bord afvegen en de boeken uitdelen.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.