Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wijzigingen door fansy

    geneeskunde
    (verzamellemma)

    Ook de Vlaming heeft al eens last van kwaaltjes allerhande, maar zowel voor de aandoeningen als voor de remedies verschilt zijn taalgebruik van het Nederlands. Overigens put de Vlaming, in tegenstelling tot de Nederlander, zijn scheldarsenaal helemaal niet uit ziektes. In dit lemma bewaren we een overzicht van allerlei Vlaamse terminologie gelieerd aan de gezondheidszorg.

    aandoeningen:
    abces
    afgang
    albumine
    appelsienhuid
    appelsienvel
    appendicite
    attak
    bassen
    bleinen
    bommaziekte
    buikstorm
    brand
    bronchite
    cellulite
    crise
    deshydratatie
    deurvlogentheid
    dikoor
    draaien
    draaiing
    een zuur maag
    flebit
    fleuris
    geel
    geestesgestoord
    geraaktheid
    griepig
    hyperkinetisch
    jeugdbrand
    kerkhofblommen
    kettingziekte
    kiekeborst
    kiekhoest
    klem
    klierkoorts
    knikkebolziekte
    krab
    kuskesziekte
    nevenverschijnsel
    notarisziekte
    pellekes
    plekken
    ’t pootje
    rattenziekte
    rodehond
    sciatique
    sinusite
    slaptitude
    slepende ziekte
    speen
    stekkebenen
    tic nerveux
    vallende ziekte
    valling
    vriesblaar
    vuil ziekte
    wateroog
    weeroog
    zona

    onechte aandoeningen:
    hypo
    jupilitis
    manzjenieziekte
    Sinte-Medunkt
    vanbrustum

    het menselijk lichaam:
    aberniks
    achillespees
    afhangers
    billen
    dikke teen
    haar
    het hert
    kaaken
    karuur
    kas
    kop
    maaltanden
    meujenoks
    meuttekesknieën
    poep
    staartbeen
    vel
    wervelzuil
    wijsheidstanden

    uitdrukkingen:
    aan de ribben (blijven) plakken, kleven
    adem, op zijn ~ trappen
    afbijten, iemand de kop afbijten
    afgaan, plat ~
    hals, aan de ~ laten komen
    maag, (zwaar) op zijn ~ liggen
    maag, voor zijn of haar ~ leven
    maag, zijn ~ laten keren

    gezondheidsverlening:
    adviserend geneesheer
    ambulancier
    arbeidsgeneesheer
    baxter
    cocoonvaccinatie
    collocatie
    dokteres
    dokter van wacht
    dokteur
    doktoor
    gasthuis
    Geel
    Geneeskunde voor het Volk
    geneesmiddel, wit ~
    generisch geneesmiddel
    Het Vlaamse Kruis
    honderd
    hoorcentrum
    hoortest
    hospitaal
    hospitalisatie
    huisapotheker
    huisartsenwachtpost
    intensieve
    intensieve zorgen
    internering
    keelwisser
    kinderbed
    kine
    kinesist
    kinesitherapeut
    kinesietherapie
    kliniek
    materniteit
    medicijnen
    militair geneesheer
    moederhuis
    mug
    neuswisser
    nko-arts
    O.K.
    omnipracticus
    operatiekwartier
    palliatieve
    pikuur
    plaaster
    plaasterspecialist(e)
    plakker
    plomberen
    professor
    recupereren
    senologie
    sparadrap
    spoed
    spoedarts
    spoeddienst
    spoedpersoneel
    sportkinesist
    suppo
    tandplaaster
    tantist
    tensoplast
    urgentiearts
    valse tanden
    vals gebit
    vloed
    wasdom
    windel
    witte schort
    witte sector
    zorgen
    zorgkundige
    zothuis

    documenten:
    dixitattest
    doktersbriefje
    gmd
    klevertje
    maagdelijkheidsattest
    sis-kaart
    ziekenbrief

    medicatie:
    ab
    peujerke

    Varia:
    aangeladen
    maaggevoel
    maagriem
    aerosollen

    uitdrukkingen:
    aangemaakt zijn met
    beterhand, aan de ~ zijn
    in het kinderbed blijven
    klot, van zijne ~ vallen
    laste, ten ~ van de patiënt
    losbreken
    mensen, het zit onder de ~
    vallen, van zijnzelve ~
    sus, van zijne ~ draaien
    ziek vallen
    ziek vieren

    varia:
    arbeidsonbekwaam
    Bednet
    berechten
    b-fast
    center
    compensatiekas
    corona (voorvoegsel samenstellingen)
    coronacoalitie
    coronacommissaris
    coronanummer
    coronaregering
    coronavluchteling
    coronavrijwilliger
    disponibiliteit
    gezondheidsfactuur
    griepcommissaris
    hospitalisatieverzekering
    kiwimodel
    maandstonden
    medische bijpremie
    mutualiteit
    noodnummer
    orde van artsen
    orde van geneesheren
    pyjamadag
    regels
    Riziv
    sanitair
    systeem
    uitnemen
    voos
    werkonbekwaam
    wetsdokter
    wetsgeneesheer
    witte frak
    x-ray
    X-stralen
    ziekenbond
    ziekenkas

    -

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door fansy op 11 Mar 2021 00:21
    5 reactie(s)

    kledij
    (verzamellemma)

    De Vlaamse garderobe ziet er betrekkelijk anders uit dan de Nederlandse. In dit lemma bewaren we een lijst van allerlei Vlaamse kledingsstukken en gerelateerde terminologie, evenals uitdrukkingen die naar deze kledij verwijzen. Een aanzienlijk deel van deze terminologie is (duidelijk) geleend van de zuiderburen, maar er zijn ook verschillende gevallen waarbij de Hollander, en dus de Nederlandse standaardtaal, een Frans woord gebruikt, terwijl de Vlaming er zelf een woord voor heeft bedacht. Bij de gelinkte lemma’s zijn er bovendien nog talloze andere namen voor kledingsstukken te vinden.

    kledij:
    aanschieter
    aanstekers
    baai
    bain de soleil
    badkostuum
    blokken
    boi
    botten
    bottinen
    bovenlijfke
    bretellen
    broeksriem
    centuur
    combiné
    cravat
    debardeur
    duffelcoat
    foelaar
    frak
    frennen
    frulleke
    fuck-me-botjes
    gaine
    gilet
    golf
    gordel
    hemd
    hoge col
    kap
    kaptrui
    kaspoesjeir
    kepie
    klak
    kleed(je) (+ avondkleed, bloemekeskleed, communiekleed, doopkleed, slaapkleed, trouwkleed, zomerkleed, …)
    kloef
    kloon
    knop
    kostuum
    kousen
    kousenbroek
    k-way
    lits
    maillot
    manchetknop
    mantel
    marcelleke
    nestels
    neuke
    onderhemd
    onderlijfke
    onderpull
    onderzip
    overal
    palto
    pantoffels
    pelse frak
    pitteleir
    plastron
    pots
    pression
    pull
    regenscherm
    rijkoord
    sacoche
    salopette
    short
    sjerp
    skibot
    sleffers
    sletsen
    sloefen
    sous-pull
    swieter
    tailleur
    tallon
    tenue
    tiret
    vellen frak
    vest
    veston
    voorschoot
    vriezebroek
    zip
    zot

    werkwoorden:
    aanduffelen
    aanspelen, aanstoten, aantakelen, aantoortelen
    afbiezen, afboorden
    fronsen
    opplooien, plooien
    sletsen
    tailleren

    varia:
    afgeborsteld
    avondkledij
    buil
    col
    coupe regentes
    droogkast
    droogkuis
    gele hesjes
    hiel
    kapstok
    lap
    mottenbol
    neep
    okselvijver
    pince
    smink
    solden
    spullenhulp
    tent
    wasmachien

    uitdrukkingen:
    aangesanderd zijn
    aangetakeld van de kapel
    aanhebben, iets ~ van iemand
    aap met ne pyjama
    broek, aan zijn ~ houden
    broek, de ~ dragen
    ene frak en twee schoenen
    frak, amaai mijne ~
    Jean met de klak
    kiekens, de ~ zitten door den draad
    klak, amai mijn ~
    klak, er met de ~ naar gooien
    kleedje, in een nieuw ~ steken
    klonen, de ~ van iets aanhebben
    kroon, de ~ ontbloten
    met de klak rondgaan
    nestel, zijnen ~ afdraaien
    sloef, op zijn ~en afkomen
    uit een doosje komen
    voorschoot, een ~ groot

    > andere betekenis van kledij

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door fansy op 11 Mar 2021 00:21
    2 reactie(s)

    afbiljarten
    (ww. biljartte af, afgebiljart)

    afhaspelen, in snel tempo afwerken

    provincie Antwerpen: uitspraak: afbiljaren (ww., biljaarde af, afgebiljaard)

    > zie andere definitie van afbiljarten

    Deze muur schilderen? We zullen dat eens rap afbiljaren se, dan kunnen we op tijd naar huis.

    Provincie Antwerpen
    Bewerking door fansy op 10 Mar 2021 23:52
    0 reactie(s)

    afbiljarten
    (ww., biljartte af, afgebiljart)

    afzeggen, afwijzen, afketsen, afschudden, afwimpelen

    uitspraak: afbiljaren (ww., biljaarde af, afgebiljaard)

    > zie andere definitie van afbiljarten

    We moeten volgende week naar een receptie ergens in Bommerskonten, maar ik heb geen goesting, ik gaan proberen van dat af te biljaren.

    Provincie Antwerpen
    Bewerking door fansy op 10 Mar 2021 23:51
    0 reactie(s)

    moesjie
    (bw.)

    moesachtig

    jongerentaal

    < Engels: mushy

    “Ik ben niet direct zo een fan van aubergine omdat dat snel zo moesjie wordt”. (de gezonde goesting 09/03/2021)

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door fansy op 10 Mar 2021 23:31
    0 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.