Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
verwelken, verslodderen
1) van bloemen, planten e.d. of delen daarvan: verdrogen, verwelken, verdorren, verschrompelen
2) in vergelijkingen om aan te tonen dat iets verslapt, verdroogt, verdort
3) figuurlijk, meestal poëtisch: wegebben, verdwijnen
4) van drank: zonder pit, slap worden, verlebberen
zie ook verslensbaar
Woordenboek der Nederlandsche Taal:
Verslensen: Van slensen met ver-
Slensen: Verflenzen, verwelken, thans alleen in Z.-Ndl.
Oudste attestatie: Dict. Tetragl. 145 d 1562
1) Die plant heeft zijn beste tijd gehad, hij is al helemaal verslenst.
Zonder water verslensen bloemen en planten rap.
2) Mijn haarpunten zijn dor en verslenst gelijk het gras in de zomer.
3) Verdriet verslenst, tijd heelt de wonde.
4) Dat pintje staat er al een tijd, het bier zal ondertussen wel verslenst zijn.
Die cola is verslenst, giet dat maar weg.
slap geworden
zie ook verschralen, verslensen
> zie andere definitie van verlebberen
Bier, limonade, cola enzo, als dat te lang staat wordt dat warm en verlebberd dat.
Peterselie dat niet in water wordt gezet of in de ijskast, verlebberd al na een paar uur. Dan ziet dat er maar schraal uit.
iets uit de vorm doen
> zie andere definitie van verlebberen
Trek zo niet aan je mouw, straks is ze helemaal verlebberd.
slap geworden
zie ook verschralen, verslensen
Bier, limonade, cola enzo, als dat te lang staat wordt dat warm en verlebberd dat.
Peterselie dat niet in water wordt gezet of in de ijskast, verlebberd al na een paar uur. Dan ziet dat er maar schraal uit.
verwelken, verslodderen
1) van bloemen, planten e.d. of delen daarvan: verdrogen, verwelken, verdorren, verschrompelen
2) in vergelijkingen om aan te tonen dat iets verslapt, verdroogt, verdort
3) figuurlijk, meestal poëtisch: wegebben, verdwijnen
zie ook verslensbaar
Woordenboek der Nederlandsche Taal:
Verslensen: Van slensen met ver-
Slensen: Verflenzen, verwelken, thans alleen in Z.-Ndl.
Oudste attestatie: Dict. Tetragl. 145 d 1562
1) Die plant heeft zijn beste tijd gehad, hij is al helemaal verslenst.
Zonder water verslensen bloemen en planten rap.
2) Mijn haarpunten zijn dor en verslenst gelijk het gras in de zomer.
3) Verdriet verslenst, tijd heelt de wonde.
“Noyt heeft mijn oogh op aerden yets aenschouwt Dat vast bestaet en duersaem kan beklijven. ’t Verrot, ’t vermot, ’t verswact, ’t verslenst, ’t verout, ’t Verderft, ’t versterft …” – uit ‘Uytbreyding over de Psalmen des Propheten Davids’, Dirck Raphaelszoon Camphuysen, ca. 1626
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.