Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
kerel, manspersoon
Van Dale: 4 (informeel) persoon
Die gast moet niet denken dat hem het manneke is. Anders maken we hem een koppeke kleiner (fig.). We zullen hem eens mores leren.
iemand die veel of licht weent, huilebalk
Dat manneke van onze buren is toch maar ne bleiter, zenne. Hoor hem weer bezig!
In de streek van Geraardsbergen zeggen ze appeltrot ipv appelspijs
Appeltrot met beuling, dat is lekker eten.
daven is Westvlaams en betekent spitten of delven.
Het Antwerpse syn. voor spitten is spaaien, (uitspr. spoaje).
Delven is grondstof bovenhalen uit de ondergrond. In Antwerpen zijn ze daar geen krak in, meen ik.
Kan nv577401 of een andere Westhoeker hierbij een voorbeeldzin bedenken?
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.