Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
het fluiten, het sijfelen
sijfel, sif(f)el: fluit
Ethymologie:
Siffler (fluiten) ex Frans 12de E., ex latijn: sibilare.
Overgewaaid naar Vlaanderen: sif(f)elen, (siffel: fluit, eenmaal aangetroffen (”Herpen en luyten, siffels en bommen”, Antwerpen. Sp. Oo ij r°))
doorgestroomd naar Nederland: sijfelen (16de E.) in de betekenis van het sissen van slangen
WNT:
sijfeling: Niet zoo zeer een eigenlijke sissing, als wel … een sijfeling, die geen blazing van tongslag, maar van eene zich tusschen de tanden en het verhemelte klemmende tong is. BILD (1805).
(archaïsch Nederlands)
Op een hete zomerdag,
de sijfeling van de wind verbreekt de stilte:
onweer op komst.
Hij wandelt rustig door het park en sijfelt een liedje. De sijfeling doet mensen in zijn richting kijken.
kompleet krankjorem, gek, krankzinnig
Ge ziet dat soms gebeuren. De deuren van den tram slagen toe, swengst dat er nog iemand aan ’t opstappen is. Er riep iemand naar de wattman dat hem tettezot was. Maar die chauffeur hield vol dat hij daar niets kan aan doen om de deuren open te houden, als er niemand zijne voet op de treeplank staat. Wat een systeem!
vergoeding voor het middageten, door de werkgever aan de werknemer uitgereikt in de vorm van een cheque die in restaurants en levensmiddelenwinkels kunnen worden gebruikt
standaardtaal in België
NL: voedselbonnen
Elke maand krijg ik maaltijdcheques van 7€ per gewerkte dag.
Telefoon thuisservice vraagt om de bestemmeling in te spreken.
Ik bel de Thuisservice van de tablet 7 inch, en een Belse dame vraagt mij de bestemmeling in te spreken wat moet ik dan zeggen?
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.