Wijzigingen door fansy

blak

(bw)

vlak

in Antw. ook onder water staan: effen, egaal door het water (een kelder, een kamer, een straat enz.)

Zie ook: blak en bloot, blakke, ten ~ komen

WNT: Modern lemma: blak
bnw. Hd. blach. Gewoonlijk beschouwd als een bijvorm van vlak.
Daar waait geen bries — ’t is blak op zee, TEN KATE 7,204 ¹⁸⁵⁰.
Het was blak, en de zee, door geen wind gejaagd zong den zang der eeuwigheid, HASPELS in De Gids ¹⁸⁹⁸,4,14.

Blakstil, waarnaast bladstil, volkomen stil (op zee)
”De wimpel hing druipend neer; weldra werd het blakstil”, V. LENNEP, Rom. 20, 161 ¹⁸⁵⁰
”’t Waar blak-stil, in doch gong er en woeijende stroom” (Ameland), Friesche Volksalm. 1842, 123 ).

Het had zo hard gegoten dat de straat blak stond.

blak

(bw)

vlak

in Antw. ook onder water staan: effen, egaal door het water (een kelder, een kamer, een straat enz.)

Zie ook: blak en bloot, blakke, ten ~ komen

WNT: Modern lemma: blak
bnw. Hd. blach. Gewoonlijk beschouwd als een bijvorm van vlak.

Het had zo hard gegoten dat de straat blak stond.

blakke

(bn)

volle

Het koren stond in de blakke zon te rijpen.

peerd

((het ~, (o.), ~en))

paard

zie ook peird, pjeit, pjeid, puij, peid

pjetje, perdje, pjekke, pjeireke, puijke (ook voor pony)

3 peerden in de blakke zon, 2 staan er roerloos, 1 ligt op zijn zij.

pjeid

(het ~, (o.), ~en)

paard

pjeid: mv is pjeiren
dim. pjetje, perdje, pjekke, pjeireke, puijke (ook voor pony)

zie ook peird, pjeit, peerd

Kempen: pjeid, peird, puij, peid

Ik ging met mijn pjeid in draf.