Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
zonder (zware) gevolgen
ook: zonder veel erg, zonder al te veel erg, zonder het minste erg, …
Van Dale 2013 online: Belgisch-Nederlands
vgl. geen erg
Amai dat was wel een stommiteit wat hij gedaan heeft. Gelukkig voor hem zonder veel erg, anders had hij nog voor de kosten kunnen opdraaien.
Winterse voetpaden, één sneeuw- en ijsbaan, dus voetje voor voetje voorzichtig opweg: een hele onderneming. Heb mensen zien vallen, gelukkig zonder het minste erg.
“bluspoeïer” is in Antwerpen een uitdrukking om iemands gemoedstoestand te beschrijven… en iemand die in de staat van “bluspoeier” is, geloof me … die staat op het punt om door het lint te gaan.
Meer nog dan razend.
Na dat voorval was hij razend!
Na da veurvalleke was h’em pesies “bluspoeïer” gelooft me na ’t was gin schoon zicht.
hurken
ook zich hukken, zijn eigen hukken
vgl hukken, op zijn ~ zitten,
hukken, door zijn ~ gaan
MNW: hucken: Hurken, nederhurken, op de hurken of hukken gaan zitten.
- Niet te betrouwen dat al huckende pist, Goedthals 14, Brabant, 1568
Woordenboek der Nederlandsche Taal: hukken: Eene ineengedrongen houding aannemen door de knieën te buigen
> veelal met de bijgedachte van zich schuil te houden, wegkruipen.
- Hukkende in de struiken Dacht hy de naadrende, als het hoen den wouw te ontduiken, Staring (1836).
> Ook met de bijgedachte aan eene neiging of een langen duur: (gehurkt) blijven zitten, plakken, vooral in herbergen. In de Zuid-Nederlandse spreektaal.
Van Dale online: gewestelijk: huiken
> zie andere definitie van hukken
Ze kan niet meer hukken met dat verschot in hare rug.
- Wie hukt er zijn eigen tegenwoordig nu nog voor 10 cent op te rapen?
- Ikke!
- Ikke ook!
In Oosterse landen is hukken een populaire zithouding.
Als ge in een bos aan het wandelen zijt en ge moet kakken, dan moet ge hukken, anders komt dat niet goed.
hurken
ook zich hukken, zijn eigen hukken
vgl hukken, op zijn ~ zitten,
hukken, door zijn ~ gaan
MNW: hucken: Hurken, nederhurken, op de hurken of hukken gaan zitten.
- Niet te betrouwen dat al huckende pist, Goedthals 14, Brabant, 1568
Woordenboek der Nederlandsche Taal: hukken: Eene ineengedrongen houding aannemen door de knieën te buigen
> veelal met de bijgedachte van zich schuil te houden, wegkruipen.
- Hukkende in de struiken Dacht hy de naadrende, als het hoen den wouw te ontduiken, Staring (1836).
> Ook met de bijgedachte aan eene neiging of een langen duur: (gehurkt) blijven zitten, plakken, vooral in herbergen. In de Zuid-Nederlandse spreektaal.
Van Dale online: gewestelijk: huiken
> zie andere definitie van hukken
Ze kan niet meer hukken met dat verschot in hare rug.
- Wie hukt er zijn eigen tegenwoordig nu nog voor 10 cent op te rapen?
- Ikke!
- Ikke ook!
In Oosterse landen is hukken een populaire zithouding.
Als ge in een bos aan het wandelen zijt en ge moet kakken, dan moet ge hukken, anders komt dat niet goed.
hurken
met gebogen knieën zo zitten, dat de billen op de hielen rusten zonder de grond te raken.
< hukken is een oudere vorm van hurken
zie ook hukken, op zijn ~ zitten,
hukken, door zijn ~ gaan
> zie andere definitie van hukken
De kindjes zitten allemaal op hun hukken.
Ter hoogte van de kraankamer, waar een indrukwekkende installatie van tandwielen, katrollen en getouw was voorzien voor het takelen van klokken, slaghamers en gigantische uurwerkonderdelen, zakte Leon al door zijn knieën om puffend en blazend met zijn rug tegen de muur op zijn hukken wat te bekomen. (marcandries.be)
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.