Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
het grootste roddelgat (met gewoonlijk stem als een klok ter beter zjoê) van een buurt
zjang van’t home, voormalig claxon van het straat
het moezaam in elkaar steken of werken, vaak ook op onhandige of oneerlijke wijze
syn: geknoei, gefoefel
modelbouw, wad’n gepruts, nix veur mâ!
’t gepruts van de pollentiekers in de wetstraat!
knoeien (bv. onhandig iets proberen in elkaar te steken)
vgl. ook mozen
wa zitte doa na te moêse, ge zè persies de markus!
lange overjas
ook (boeken of sport)tas
‘kazakkeerder’ iemand die van (politieke) overtuiging verandert – zie ook kazakkendraaier
Ontleend aan het Frans ‘casaque’.
WNT:
1) 16de E.: als soldatendracht: een lang overkleed, een lange overjas.
2) 19de E: in Vlaamsch-België: mansrok, jas, frak
- Kazak(ke): jas, groot overkleed voor mannen. De Bo(1873).
- Kazakke: alle mansoverkleed (den kiel uitgezonderd), Teirl., Zuid-Oostvl. Idiot.
weg me zyne kazak – ietwat cryptisch voor "(hij is) gaan sporten (Boom)
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.