Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
armzalige, meelij opwekkende vrouw
Ons Rita is een echte soos – nix krijgt di voorelkander up aar eige!
armzalig, meelij opwekkende vrouw
Ons Rita is een echte soos – nix krijgt di voorelkander up aar eige!
1. wordt gebruikt om een persoon aan te duiden die aan extreme magerzucht lijdt. Bij lichtgewicht babies spreekt men van “een vernepelingsken”
2. klein mager persoon
3. armzalig voedsel
1. Aan onze Jan zijn liefke hangt er niks aan, zo’n vernepeling.
2. Onze Wout was een klein vernepelingske dat 3 weken in de couveuse moest blijven.
3. Die abrikozen zijn maar schrale vernepelingskes.
De Geverniste Vernepelingskes is een Vlaamse satirische stripreeks, geschreven door Urbanus en getekend door Jan Bosschaert.
demorgen.be: En toch zijn deze Belgische wezen geen te beklagen ‘vernepelinkskes’. Die Belgische wezen trekken namelijk zeer goed hun plan. Het gaat – u heeft het al geraden – om de federale culturele instellingen.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.