Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
kogellager
→ Fr. roulement (transparant)
Dat roulement is versleten, de bieldes gaan er binnenkort uitvallen.
bang, bevreesd
VD 2. bang voor vreemden, beschroomd, verlegen
3. (Zuidn.) bang, bevreesd
verbastering van schuw
Ge moe ni schouw zijn. Den hond is braaf.
opwinding, kregeligheid, zenuwachtigheid /.e ’r.e zj.e/
→ Fr. rage (= woede, korzeligheid)
in ~ zijn of zitten (uitdr.) /è r.e zj.e/
‘Ik zou potverdomme de muren kunnen neerkloppen van eurasie’ (Felix Timmermans in ‘Adriaan Brouwer’)
Van erreuzje kost ’m zànen nestel nie loskràge.
(spellingvariant uruze: lucien beckers)
geplaatst door jans 2008-09-25
(1. verbastering van AN gadeslaan, in ’t oog houden)
2. zorg dragen voor, sparen, in ere houden
/goa.e sloa g.e/ goisloage
(Mechelse variant) iet goar slagen (rudi)
Ge gaat deze keer uw nieuw schoenen beter gaslagen. De vorige waren op twee maanden kapotgesjot(sjotten). Een schoolkoer met dals, niks zo sletig als dat.
Goed gereedschap moet ge gaslagen. (Volgens mijn bomma: bewaren onder een afdak – niet in de regen)
dakkamertje, boven op het plat dak, aangebouwd tegen de gevel
op balken die door de muur staken.
Het polderke was te bereiken vanuit het ketelhuis. Met een hoge ladder naar een deur in de muur. Den bompa had er nen tijd een duivenkot. Het was daar warm en droog.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.
