Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
schommel
ook bies,
biezabijs,
bijs,
bijze,
boes,
boeschcammeré,
boesjkammeree,
rietseko,
rijtak,
sturrel,
stuur,
suur,
toeter,
touter,
wippentater,
zwier,
Geef jij de kleine nog een duw op de toeter!
dom, onhandig iemand / ’m.e t.e k.e.oe/
(Antw.) scheldwoord voor onnozelaar, scharminkel
→ Fr. marticot (= aap)
Als je drie keer zout op de patatten doet, ben je toch wel nen echten metteko!
schaduw, lommer
→ Fr. l’ombre (= de schaduw)
Ik ga mij buiten in den hof wat in de lommerte zetten en een dutje doen.
2. valsaard, bedrieger
ook valsgaris (Antw. verbastering van valsaris)
Met die lorejas moogt ge niet onderhandelen. Ge zult altijd dik gezien zijn (d.i. bedrogen).
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.