Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
De Antwerpenaar heeft met zijn Brabants dialect een enorm taalgevoel opgeslagen ivm. het geslacht van woorden. Eigenaardig genoeg wijkt hij daarvan af voor bepaalde onderwerpen. “’t” vs. ‘de’
De Schelde > ’t Scheld, de school > ’t school
De kingderen zèn nor ’t school.
(De kinderen zijn op school)
Ze woont op de kaai, vlak bij ’t Scheld.
(Ze woont op de kade, vlak bij de Schelde)
Kent u er nog andere?
gracht
Tegenwoordig zijn de ruien riolen. In vroeger tijden waren Suikerrui, Kaasrui, Jezuïetenrui, Minderbroedersrui open en niet overdekt. Als een riolentocht u iets zegt, moet u eens informeren wanneer u ‘donker’ Antwerpen kunt bezoeken bij de dienst Toerisme.
De vliet was een bekaaide inham (van de Schelde), waar scheepjes konden aanmeren.
boulevard, aangelegd op gesloopte vesten (= vesting, stadswal)
Tussen de Antwerpse straatnamen komt ge nog heel wat vesten, ruien en vlieten tegen: Lombardenvest, Brouwersvliet, Steenhouwersvest, St.Katelijnevest, Sint-Jansvliet, Suikerrui, Kaasrui, Koolvliet, Jezuïetenrui, Minderbroedersrui.
colbert
(Antw.) de vest (v.)
Voor mijn werk was het iedere dag met vest en plastron.
(Antw.) Mijn vest, ik heb ‘ze’ aan de kapstok gehangen.
heks, kreng
Gij se ros! Dat ik dat nu nog eens zie dat ge javel op m’n bloemen giet!
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.