Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
beenkap (meestal mv. een paar, l/r), sok zonder zool, om van een bottine een laars te maken.
/gèt/
→ Fr. guêtre (= slobkous)
Ik zal mijn getten maar aandoen om in de bouwput af te dalen na de stortregen van vannacht.
kramer, markt-/mars- , taal van de ~, bargoens, onverstaanbare taal
wiewouters, blaffeturen, laveurs en schiethuiven zijn kremerslatijn voor onze noorderburen.
koken, zieden (gezoden worst)
→ Eng. sead vgl. -zooi (Gentse waterzooi)
verbastering van zoden > zo-jen
Soep zojjen.
De patatten zojjen al.
hoofdambtenaar bij een departement of een andere instantie
Mijn aanvraag voor de verbouwing ligt bij de bestuurssecretaris voor monumentenzorg.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.