Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
doden, een kopke kleiner maken
In oorlogstijd: Hij moet niet te veel bij de Duitsers lopen of ze (’t verzet) maken hem manneken min.
alles opeten, niets overlaten
Friet met stoverij, zo lekker dat ze alles met krot en mot hebben opgegeten.
vechten (böstelen)
/‘b.es t.e l.en/ of /’beus t.e l.en/ ?
(Antw.) /‘b.es t.e l.e/ 3 doffe e’s na elkaar
De cafébaas zei tegen de 2 vechtersbazen dat ze buiten maar moesten gaan borstelen, niet in zijn zaak.
weggooien, in de doofpot steken, er geen gevolg aan geven
Mijn aanvraag voor een sociale woning hebben ze verticaal geklasseerd.
half, of iets minder dan half
tegengestelde van “tot in de puntjes”, afgewerkt
Ik ken dat maar half zijn gat.
Het was zijn beurt om de inkom te kuisen. Hij heeft het maar half zijn gat gedaan, in ne wip. Dan was hij er weer een tijdje van af.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.