Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
een pruik
→ Fr. la perruque (pruik)Tijdens carnaval gebruikt men vaak een paruk om zich te vermommen.
versieren, binnenhalen, schransen
fam. van ‘verhapstukken’ ?
Het was daar armoe troef. Niks te verhapsakken.
niks, noppes
in die zin van (vb.): Daar was niks, nougabollen te eten.
Wordt meestal in een drie- of vierdubbele ontkenning gebruikt.
Jantje dacht dat hij van zijn suikertante een mooi bedrag ging erven, maar viel dat even tegen! Daar was niks, nada, nougabollen te erven!
werkje (pejoratief)
etymologisch → Fr. emploi (betrekking); een dopper is een sans-emploi
Die van ons heeft weer een amplootje aan de hand : ze moet de blaffeturen afwassen.
volgend jaar, komend jaar.
(Antw.) te neuste jaar /t.e ’n.es t.e ’joar/
Nostejare gaat onze buurman met pensioen.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.