Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
mot, nachtvlinder
Ook: motpepel, motte(n)p(i)epel, motvlinder …
De motpiepel, vooral de kleermot, is een schadelijk insect.
ziekenfonds, verzekering voor ziektekosten, ziekteverzekering, ziekenkas
Fr. mutualité
Ik moet de briefkes van mijn dokter eens naar de mutualiteit brengen.
De Christelijke en Socialistische Mutualiteiten vragen om niet langer een doktersbriefje uit te laten schrijven voor een afwezigheid van één dag.
hevige stortbui, zwaar (on)weer dat in aantocht is
Doë kimp ’n sjoêr op, haol gauw ’t leived èn (Daar komt een stortbui aan … haal gauw de was binnen.)
kerkelijke zegening van 12-jarigen ter gelegenheid van hun ‘plechtige communie’, ter vervanging van het vroegere vormsel (dat pas op rijpere leeftijd zal worden toegediend)
“Onze groeizegen is geen nepvormsel”.
De parochiefederatie Heule pakt uit met een experiment dat door de Kerk met argusogen gevolgd wordt: de groeizegen. (uit krantenartikel)
groot glasraam van een handelszaak; winkelruit
Hoe komt het toch dat de vitrine van die bloemenwinkel altijd zo vuil is?
Tijdens de schermutselingen zijn later op verschillende tijdstippen ook nog twee mannen met hun wagen door de vitrine van het café gereden.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.