Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
in de uitdr. “hemelen (gaan)”: gestorven zijn, zijn/haar laatste adem hebben uitgeblazen
Grampeir ès hiemele, hèè ès nau bij Zjeezeke èn de kos (zie Jezeke, bij ~ in de kost)
dood, overleden
vgl. hemelen; hond, hij is de ~ gaan eten geven
Grampeir ès hiemele – bij Zjeezeke èn de kos (grootvader is gestorven, (gemeenz.) heeft nu een tuintje op zijn buik)
de ruimte van een dichtgemaakte kelder onder de trap naar de eerste verdieping, die als bergplaats gebruikt werd
ook in Antwerpen
vgl. spin
Zet den borstel eens weg in ’t spinneke.
(Jan Goovaerts 2008-09-26)
(eert.) voorraadkamer, vaak gelegen onder het opkamerke en toegankelijk door het luik omhoog te klappen waarop de trap naar het opkamerke was bevestigd; spin en opkamertje lagen meestal aan de noordkant (voor een betere houdbaarheid van de voedingswaren)
Nederlands typewoord is “spinde”; in het verkleinwoord “spintke” (elders spinneke) hoor je nog een restant van de eind-d.
Haol èns gauw de sjènk aut ’t spèntke, aste wils! (breng mij eens vlug de ham uit de voorraadkamer)
reclame
Fr. publicité, Eng. publicity
Met de feesten is er altijd veel publiciteit op radio en tv.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.