Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
vrederechter, (in Nederland) kantonrechter
spr. uit “de zjuusj”
Ik heb niks gedaan, meneer de Juge!
Mijn vader had het mooiste beroep dat een gezinshoofd kan hebben, hij was vrederechter. (…) Hij stond in Aarschot bekend als “de juge”. (uit website Brigitte Raskin)
raden
(ook “rojje” komt voor in deze betekenis, stamt.: rojde, gerojje; terwijl “grojje” eerder “gegrojd” als volt. deelw. heeft)
Lap op lap, noëd op noëd, de zies ’t op stroët ên de kons ’t nie grojje! (raadseltje: lap op lap, naad op naad, ge loopt op straat en ge kunt het niet raden; antwoord: de pannen van het dak).
raden
(ook “rojje” komt voor: rojde, gerojje; terwijl “grojje” eerder “gegrojd” als volt. deelw. heeft)
Lap op lap, noëd op noëd, de zies ’t op stroët ên de kons ’t nie grojje! (raadseltje: lap op lap, naad op naad, ge loopt op straat en ge kunt het niet raden; antwoord: de pannen van het dak).
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.