Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
vergiet, teems, zeef
De legumesoep door de zijg doen.
Maak uw zijg eerst schoon, eer ge de aardappelen doordoet.
achterbaks persoon, iemand die u naar de mond praat, die vriendelijk is in uw gezicht maar u achter uw rug tegenwerkt
vgl. ook smoelentrekker
Pas op met die kerel, da’s een meske wat van twee kanten snijdt!
voortdoen, niet ophouden, doorzetten, doorgaan, voortmaken
Komaan, doe door! Ik heb niet de hele dag de tijd!
Zelfs als we de hele nacht doordoen, krijgen we het nog niet op tijd gereed.
zeker snoepgoed (soort drop)
gehoord in Limburgs, Brabants (Antwerpen, Vlaams-Brabant); ook elders?
etymologie onduidelijk: afgeleid van Fr. gingembre? (In het Brusselse hoorde ik “zjinzjipkes”.)
Een geef voor de kinders nog een half pond snoepkes: Belga’s, kliskes, zjipkes, zuurkes, nestels …
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.