Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
kus (op de wang), zoen
(ook “poen”)
Kom eens bij bonne, krijg ik gee punneke?
Om de “poen” is het te doen!
kussen, zoenen
(ook “poenen, paunen”)
Kom hier, dat ik u pun! (Kom hêrt dat ich dich paun!)
Zitten ze mij daar al een half uur te punnen, die twee. Dat trek wei elentrik!
kussen, zoenen
(ook “poenen, paunen”)
Kom hier, dat ik u pun! (Kom hêrt dat ich dich paun!)
Zitten ze mij daar al een half uur te punnen, die twee. Dat trek wei ellentrik!
op de loop gaan, op hol slaan (v. runderen gezegd bij naderend onweer)
De koeien gaan bijzen (ook: “biezen”), er komt zeker onweer.
stier
Om ze vol te krijgen, trok de boer op tijd en stond met zijn koe naar de duur. (lokaal ontrond tot “dier”)
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.