Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
klas of schooltje voor peuters, kinderdagverblijf
Fr. jardin d’enfants
Wanneer mag onze kleine naar de peutertuin, schat?
een goede resp. slechte indruk (maken, geven), een positieve/negatieve beoordeling (krijgen)
Fr. recevoir de bons/mauvais points
Hij kreeg weer slechte punten (ook: een slecht punt) van zijn vrouw omdat hij hun huwelijksverjaardag vergeten was.
plaats in div. betekenissen: kamer, ruimte, vlek …
Doë wor geen plak nimei èn de kafei (er was geen plaats meer in het café).
En plak van gaas te gèève, dauwdeter op de frèè (in plaats van gas te geven, duwde hij op de rem).
Sondes ès ’t noênèète èn de goej plak (op zondag middagmalen we in de bezoekerskamer).
Kik nau, ’n vaul plak op ze goêd kostum (kijk nu, een vuile vlek op je zondagse pak)!
(admin.) op de plaats v.e. ongeval of delict waarnemingen gaan verrichten
Fr. descendre sur les lieux
Het parket stapte af ter plaatse om de oorzaak van het ongeval te onderzoeken.
niet vooruit gaan, geen vorderingen maken
Fr. piétiner sur place
De bezoekers bleven ter plaatse trappelen en konden ondanks enkele mooie maar steriele acties in de tweede helft geen vuist meer maken.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.