Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
kalf, lomperik
meutte, meute, moette
WNT: Modern lemma: mutten
znw. m.
Een in Zuid-Ned. gewone naam voor een zeer jong kalf; wellicht is dit woord gevormd met het suffix ‘îna’, dat dikwijls voorkomt in namen van jonge dieren, waarbij men echter het onz. geslacht zou verwachten.
“De muttekes staan in hun stal” De Cock en Teirl. Kindersp.(1902).
— Oneigenlijk, een klein kind; een dommerik, een sul (…)
Samenst. Muttenstal (Joos (1900-1904)
meuttentuischer, ”schacheraar in kalven” (Corn.-Vervl.)
© 2007 INL. Artikel gepubliceerd in 1908.
Welke mutten heeft dat nu weer uitgevonden?
Inne minne mutten
10 pond grutten
10 pond kaas
inne minne mutten is de baas
stommerik, sufferd
Dat is een kieken van een vent; hij doet alles verkeerd.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.