Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wees welgekomen | Willekeurig | Top woorden | Recent

    uitschieën

    De beschrijving van deze term werd 7 keer aangepast.

    Versie 7

    uitschieën
    (ww. schiede uit (schee uit), uitgeschieën (uitgescheeën))

    stopzetten, ophouden in heel ruime betekenissen

    Maasland: oetsjieje
    zie ook uitscheiding

    Hij is uitgeschieën met zijn restaurant, hij was binnen.

    De Jean gaat uitschieën met zijn vervolmakingscursus boetseren met koeienmest. Hij heeft genen tijd meer, zegt em.

    Schieët toch eens uit met dat lawaai, ik kan ’t nieuws niet verstaan. (Schei toch eens uit is SN.)

    Het is eindelijk uitgeschieën met regenen. ’t Wier tijd.

    Provincie Antwerpen
    Bewerking door de Bon op 25 Aug 2016 13:23
    4 reactie(s)

    Versie 6

    uitschieën
    (ww. schiede uit (schee uit), uitgeschieën (uitgescheeën))

    stopzetten, ophouden in heel ruime betekenissen

    zie ook: oetsjieje + commentaar, uitscheiding

    Hij is uitgeschieën met zijn restaurant, hij was binnen.

    De Jean gaat uitschieën met zijn vervolmakingscursus boetseren met koeienmest. Hij heeft genen tijd meer, zegt em.

    Schieët toch eens uit met dat lawaai, ik kan ’t nieuws niet verstaan. (Schei toch eens uit is SN.)

    Het is eindelijk uitgeschieën met regenen. ’t Wier tijd.

    Provincie Antwerpen
    Bewerking door fansy op 24 Aug 2016 10:59
    4 reactie(s)

    Versie 5

    uitscheiden
    (ww. scheidde uit (schee uit), uitgescheiden (uitgescheeën))

    stopzetten, ophouden in heel ruime betekenissen
    zie ook: oetsjieje + commentaar, uitscheiding

    uitspraak Antw. + Kempen: uitschieën

    Hij is uitgeschieën met zijn restaurant, hij was binnen.

    De Jean gaat uitschieën met zijn vervolmakingscursus boetseren met koeienmest. Hij heeft genen tijd meer, zegt em.

    Schieët toch eens uit met dat lawaai, ik kan ’t nieuws niet verstaan. (Schei toch eens uit is SN.)

    Het is eindelijk uitgeschieën met regenen. ’t Wier tijd.

    Provincie Antwerpen
    Bewerking door fansy op 30 Sep 2012 02:51
    4 reactie(s)

    Versie 4

    uitscheiden
    (ww. scheidde uit, uitgescheiden)

    stopzetten, ophouden in heel ruime betekenissen

    zie ook: oetsjieje + commentaar, uitscheiding

    uitspraak Antw. + Kempen: uitschieën

    Hij is uitgeschieën met zijn restaurant, hij was binnen.

    De Jean gaat uitschieën met zijn vervolmakingscursus boetseren met koeienmest. Hij heeft genen tijd meer, zegt em.

    Schieët toch eens uit met dat lawaai, ik kan ’t nieuws niet verstaan. (Schei toch eens uit is SN.)

    Het is eindelijk uitgeschieën met regenen. ’t Wier tijd.

    Provincie Antwerpen
    Bewerking door fansy op 30 Sep 2012 02:49
    4 reactie(s)

    Versie 3

    uitscheiden
    (ww. scheidde uit, uitgescheiden)

    stopzetten, ophouden in heel ruime betekenissen

    zie ook: oetsjieje + commentaar, uitscheiding

    uitspraak Antw. = Kempen: uitschieën

    Hij is uitgeschieën met zijn restaurant, hij was binnen.

    De Jean gaat uitschieën met zijn vervolmakingscursus boetseren met koeienmest. Hij heeft genen tijd meer, zegt em.

    Schieët toch eens uit met dat lawaai, ik kan ’t nieuws niet verstaan. (Schei toch eens uit is SN.)

    Het is eindelijk uitgeschieën met regenen. ’t Wier tijd.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door fansy op 30 Sep 2012 02:48
    4 reactie(s)

    Versie 2

    uitscheiden
    (ww. scheidde uit, uitgescheiden)

    stopzetten, ophouden in heel ruime betekenissen

    zie ook oetsjieje + commentaar, uitscheiding

    uitspraak Antw: uitschieën

    Hij is uitgeschieën met zijn restaurant, hij was binnen.

    De Jean gaat uitschieën met zijn vervolmakingscursus boetseren met koeienmest. Hij heeft genen tijd meer, zegt em.

    Schieët toch eens uit met dat lawaai, ik kan ’t nieuws niet verstaan. (Schei toch eens uit is SN.)

    Het is eindelijk uitgeschieën met regenen. ’t Wier tijd.

    Provincie Antwerpen
    Bewerking door Georges Grootjans op 26 Aug 2011 11:48
    4 reactie(s)

    Versie 1

    uitscheiden
    (ww. scheidde uit, uitgescheiden)

    stopzetten, ophouden in heel ruime betekenissen

    zie ook oetsjieje + commentaar, uitscheiding

    uitspraak Antw: uitschieën

    Hij is uitgeschieën met zijn restaurant, hij was binnen.

    De Jean gaat uitschieën met zijn vervolmakingscursus boetseren met koeienmest. Hij heeft genen tijd meer, zegt em.

    Schieët toch eens uit met dat lawaai, ik kan ’t nieuws niet verstaan. (Schei toch eens uit is SN.)

    Het is eindelijk uitgeschieën met regenen. ’t Wier tijd.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door Georges Grootjans op 26 Aug 2011 11:47
    4 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.