Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Wees welgekomen | Willekeurig | Top woorden | Recent
De beschrijving van deze term werd 20 keer aangepast.
boterham
ook: stutte
“stuit” < Middelnederlands: ‘stuyte’
Middelnederlandsch Woordenboek: Een broodje van een bepaalden vorm, of ook van een bepaald deeg.
Woordenboek der Nederlandsche Taal: Stute: stuit: een snede brood of boterham in een groot deel van Vlaanderen
< Waarschijnlijk deels verwant, deels naar den vorm identiek met Stuit; ook hier doelde de naam wellicht oorspronkelijk op den stompen vorm.
Geef me maar een stutte met hespe.
Ik eet geiren stuten mee koas.
“Men moet gheen broodt veur vrienden sluyten. … Snijdt hem lieuer dry-dobbel stuyten,” – uit ‘Lot van Wiisheyd ende Goed Gelvck’, J. David, 1606
“Eene stuite roggenbrood”, De Bo (1873).
“Dunne stuitjes snijden”, De Bo
boterham
ook: stutte
“stuit” < Middelnederlands: ‘stuyte’
MNW: Een broodje van een bepaalden vorm, of ook van een bepaald deeg.
Woordenboek der Nederlandsche Taal: Stute: stuit: een snede brood of boterham in een groot deel van Vlaanderen
< Waarschijnlijk deels verwant, deels naar den vorm identiek met Stuit; ook hier doelde de naam wellicht oorspronkelijk op den stompen vorm.
Geef me maar een stutte met hespe.
Ik eet geiren stuten mee koas.
“Men moet gheen broodt veur vrienden sluyten. … Snijdt hem lieuer dry-dobbel stuyten,” – uit ‘Lot van Wiisheyd ende Goed Gelvck’, J. David, 1606
“Eene stuite roggenbrood”, De Bo (1873).
“Dunne stuitjes snijden”, De Bo
boterham
ook: stutte
“stuit” < Middelnederlands: ‘stuyte’
VNMW: stuut: oudste attestatie: West-Vlaanderen, 1287
MNW: Een broodje van een bepaalden vorm, of ook van een bepaald deeg.
Woordenboek der Nederlandsche Taal: Stute: stuit: een snede brood of boterham in een groot deel van Vlaanderen
< Waarschijnlijk deels verwant, deels naar den vorm identiek met Stuit; ook hier doelde de naam wellicht oorspronkelijk op den stompen vorm.
Geef me maar een stutte met hespe.
Ik eet geiren stuten mee koas.
“Men moet gheen broodt veur vrienden sluyten. … Snijdt hem lieuer dry-dobbel stuyten,” – uit ‘Lot van Wiisheyd ende Goed Gelvck’, J. David, 1606
“Eene stuite roggenbrood”, De Bo (1873).
“Dunne stuitjes snijden”, De Bo
boterham
ook: stutte
“stuit” < Middelnederlands: ‘stuyte’
VNMW: stuut: oudste attestatie: West-Vlaanderen, 1287
MNW: Een broodje van een bepaalden vorm, of ook van een bepaald deeg.
WNT: Stute: stuit: een snede brood of boterham in een groot deel van Vlaanderen
< Waarschijnlijk deels verwant, deels naar den vorm identiek met Stuit; ook hier doelde de naam wellicht oorspronkelijk op den stompen vorm.
Geef me maar een stutte met hespe.
Ik eet geiren stuten mee koas.
“Men moet gheen broodt veur vrienden sluyten. … Snijdt hem lieuer dry-dobbel stuyten,” – uit ‘Lot van Wiisheyd ende Goed Gelvck’, J. David, 1606
“Eene stuite roggenbrood”, De Bo (1873).
“Dunne stuitjes snijden”, De Bo
boterham
ook: stutte
“stuit” < Middelnederlands: ‘stuyte’
VNMW: stuut: oudste attestatie: West-Vlaanderen, 1287
MNW: Een broodje van een bepaalden vorm, of ook van een bepaald deeg.
WNT: Stute: stuit: een snede brood of boterham in een groot deel van Vlaanderen
< Waarschijnlijk deels verwant, deels naar den vorm identiek met Stuit; ook hier doelde de naam wellicht oorspronkelijk op den stompen vorm.
Geef me maar een stutte met hespe.
“Men moet gheen broodt veur vrienden sluyten. … Snijdt hem lieuer dry-dobbel stuyten,” – uit ‘Lot van Wiisheyd ende Goed Gelvck’, J. David, 1606
Ik eet geiren stuten mee koas.
Een stute met smute…
(een boterham met smout)
boterham
ook: stutte
“stuit” < Middelnederlands: ‘stuyte’
VNMW: stuut: oudste attestatie: West-Vlaanderen, 1287
MNW: Een broodje van een bepaalden vorm, of ook van een bepaald deeg.
WNT: Stute: stuit: een snede brood of boterham in een groot deel van Vlaanderen
Geef me maar een stutte met hespe.
“Men moet gheen broodt veur vrienden sluyten. … Snijdt hem lieuer dry-dobbel stuyten,” – uit ‘Lot van Wiisheyd ende Goed Gelvck’, J. David, 1606
Ik eet geiren stuten mee koas.
Een stute met smute…
(een boterham met smout)
boterham
ook: stutte
“stuit” < Middelnederlands: ‘stuyte’
VNMW: stuut: oudste attestatie: West-Vlaanderen, 1287
MNW: Een broodje van een bepaalden vorm, of ook van een bepaald deeg.
WNT: Stute: stuit: een snede brood of boterham in een groot deel van Vlaanderen
Geef me maar een stutte met hespe.
“Men moet gheen broodt veur vrienden sluyten. … Snijdt hem lieuer dry-dobbel stuyten,” – uit ‘Lot van Wiisheyd ende Goed Gelvck’, J. David, 1606
Ik eet geiren stuten mee koas.
Een stute met smute…
(een boterham met smout)
boterham, belegd brood
ook: stutte
“stuit” < Middelnederlands: ‘stuyte’
VNMW: stuut: oudste attestatie: West-Vlaanderen, 1287
MNW: Een broodje van een bepaalden vorm, of ook van een bepaald deeg.
WNT: Stute: stuit: een snede brood of boterham in een groot deel van Vlaanderen
Geef me maar een stutte met hespe.
“Men moet gheen broodt veur vrienden sluyten. … Snijdt hem lieuer dry-dobbel stuyten,” – uit ‘Lot van Wiisheyd ende Goed Gelvck’, J. David, 1606
Ik eet geiren stuten mee koas.
Een stute met smute…
(een boterham met smout)
boterham, belegd brood
ook: stutte
“stuit” < Middelnederlands: ‘stuyte’
VNMW: stuut: oudste attestatie: West-Vlaanderen, 1287
MNW: Een broodje van een bepaalden vorm, of ook van een bepaald deeg.
WNT: Stute: stuit: een snede brood of boterham in een groot deel van Vlaanderen
Geef me maar een stutte met hespe.
“Men moet gheen broodt veur vrienden sluyten. … Snijdt hem lieuer dry-dobbel stuyten,” – uit ‘Lot van Wiisheyd ende Goed Gelvck’, J. David, 1606
Ik eet geiren stuten mee koas.
Een stute met smute…
(een boterham met smout)
boterham, belegd brood
ook: stutte
“stuit” < Middelnederlands: ‘stuyte’
VNMW: stuut: oudste attestatie: West-Vlaanderen, 1287
MNW: Een broodje van een bepaalden vorm, of ook van een bepaald deeg.
WNT: Stute: stuit: een snede brood of boterham in een groot deel van Vlaanderen
Geef me maar een stutte met hespe.
“Men moet gheen broodt veur vrienden sluyten. … Snijdt hem lieuer dry-dobbel stuyten,” – uit ‘Lot van Wiisheyd ende Goed Gelvck’, J. David, 1606
Ik eet geiren stuten mee koas.
Een stute met smute…
boterham, belegd brood
ook: stutte
“stuit” < Middelnederlands: ‘stuyte’
boterham, belegd brood
ook: stutte
“stuit” < Middelnederlands: ‘stuyte’
boterham, belegd brood
ook: stutte
“stuit” < Middelnederlands: ‘stuyte’
boterham
“stuit” < Middelnederlands: ‘stuyte’
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.