Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Wees welgekomen | Willekeurig | Top woorden | Recent
De beschrijving van deze term werd 11 keer aangepast.
aanspreking (schertsend): persoon die het bont maakt, die iets uitsteekt, kadee, ne schone, …
uitspraak; patteeke
ook eventueel: patee
Dikwijls in de semi-vaste verbinding ‘nogal een pateke’
Gij zijt nogal een pateeke, gij. Ik stuur u naar de bakker voor een brood en ge komt met bufstek thuis.
De Jean is nogal een pateeke zenne, wat dat em nu weer uitgestoken heeft met zijn Gerda.
Gij se patee, wat doet ge nu weer? De wc-rollen in de ijskast?
> andere betekenis van pateeke
aanspreking (schertsend): persoon die het bont maakt, die iets uitsteekt, kadee, ne schone, …
uitspraak; patteeke
ook eventueel: patee
Dikwijls in de semi-vaste verbinding ‘nogal een pateke’
Gij zijt nogal een pateeke, gij. Ik stuur u naar de bakker voor een brood en ge komt met bufstek thuis.
De Jean is nogal een pateeke zenne, wat dat em nu weer uitgestoken heeft met zijn Gerda.
Gij se patee, wat doet ge nu weer? De wc-rollen in de ijskast?
> andere betekenis van pateeke
aanspreking (schertsend): persoon die het bont maakt, die iets uitsteekt, kadee, ne schone, …
uitspraak; patteeke
ook eventueel: patee
Dikwijls in de semi-vaste verbinding ‘nogal een pateke’
Gij zijt nogal een pateeke, gij. Ik stuur u naar de bakker voor een brood en ge komt met bufstek thuis.
De Jean is nogal een pateeke zenne, wat dat em nu weer uitgestoken heeft met zijn Gerda.
Gij se patee, wat doet ge nu weer? De wc-rollen in de ijskast?
aanspreking (schertsend): persoon die het bont maakt, die iets uitsteekt, kadee, ne schone, …
uitspraak; patteeke
ook eventueel: patee
Dikwijls in de semi-vaste verbinding ‘nogal een pateke’
Gij zijt nogal een pateeke, gij. Ik stuur u naar de bakker voor een brood en ge komt met bufstek thuis.
De Jean is nogal een pateeke zenne, wat dat em nu weer uitgestoken heeft met zijn Gerda.
Gij se patee, wat doet ge nu weer? De wc-rollen in de ijskast?
aanspreking (schertsend): persoon die het bont maakt, die iets uitsteekt, kadee, ne schone, …
uitspraak; patteeke
ook eventueel: patee
Dikwijls in de semi-vaste verbinding ‘nogal een pateke’
Gij zijt nogal een pateeke, gij. Ik stuur u naar de bakker voor een brood en ge komt met bufstek thuis.
De Jean is nogal een pateeke zenne, wat dat em nu weer uitgestoken heeft met zijn Gerda.
Gij se patee, wat doet ge nu weer? De wc-rollen in de ijskast?
Da ’s eh pateike (Brussels, bestman, 10 okt 2014)
aanspreking (schertsend): persoon die het bont maakt, die iets uitsteekt, kadee, ne schone, …
uitspraak; patteeke
ook eventueel: patee
Dikwijls in de semi-vaste verbinding ‘nogal een pateke’
Gij zijt nogal een pateke, gij. Ik stuur u naar de bakker voor een brood en ge komt met bufstek thuis.
De Jean is nogal een pateke zenne, wat dat em nu weer uitgestoken heeft met zijn Gerda.
Gij se patee, wat doet ge nu weer? De wc-rollen in de ijskast?
das eh pateike (Brussels, bestman, 10 okt 2014)
aanspreking (schertsend): persoon die het bont maakt, die iets uitsteekt, kadee, ne schone, …
uitspraak; patteeke
ook eventueel: patee
Dikwijls in de semi-vaste verbinding ‘nogal een pateke’
Gij zijt nogal een pateke, gij. Ik stuur u naar de bakker voor een brood en ge komt met bufstek thuis.
De Jean is nogal een pateke zenne, wat dat em nu weer uitgestoken heeft met zijn Gerda.
Gij se patee, wat doet ge nu weer? De wc-rollen in de ijskast?
das eh pateike (Brussels, bestman, 10 okt 2014)
aanspreking (schertsend): persoon die het bont maakt, die iets uitsteekt, kadee, ne schone, …
uitspraak; pattéke
ook eventueel: patee
Dikwijls in de semi-vaste verbinding ‘nogal een pateke’
Gij zijt nogal een pateke, gij. Ik stuur u naar de bakker voor een brood en ge komt met bufstek thuis.
De Jean is nogal een pateke zenne, wat dat em nu weer uitgestoken heeft met zijn Gerda.
Gij se patee, wat doet ge nu weer? De wc-rollen in de ijskast?
aanspreking (schertsend): persoon die het bont maakt, die iets uitsteekt, kadee, ne schone, …
uitspraak; pattéke
ook eventueel: patee
Dikwijls in de semi-vaste verbinding ‘nogal een pateke’
Gij zijt nogal een pateke, gij. Ik stuur u naar de bakker voor een brood en ge komt met bufstek thuis.
De Jean is nogal een pateke zenne, wat dat em nu weer uitgestoken heeft met zijn Gerda.
Gij se patee, wat doet ge nu weer? De wc-rollen in de ijskast?
aanspreking (schertsend): persoon die het bont maakt, die iets uitsteekt, kadee, ne schone, …
uitspraak; pattéke
ook eventueel: patee
Dikwijls in de semi-vaste verbinding ‘nogal een patteke’
Gij zijt nogal een pateke, gij. Ik stuur u naar de bakker voor een brood en ge komt met bufstek thuis.
De Jean is nogal een pateke zenne, wat dat em nu weer uitgestoken heeft met zijn Gerda.
Gij se patee, wat doet ge nu weer? De wc-rollen in de ijskast?
aanspreking (schertsend): persoon die het bont maakt, die iets uitsteekt, kadee, ne schone, …
uitspraak; pattéke
Gij zijt nogal een pateke, gij. Ik stuur u naar de bakker voor een brood en ge komt met bufstek thuis.
De Jean is nogal een pateke zenne, wat dat em nu weer uitgestoken heeft met zijn Gerda.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.