Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Wees welgekomen | Willekeurig | Top woorden | Recent
De beschrijving van deze term werd 9 keer aangepast.
Een lomperik of een simpele ziel
< verbastering van koekkapper
Woordenboek der Nederlandsche Taal: koekkapper
onhandig persoon, prutser
< Koekkappen (Kuipers, Corn.-Vervliet, Joos (1900-1904), Teirl.)
1°. volksvermaak waarbij een lange taaie koek, die op een blok wordt gelegd, met een daartoe ingericht bijltje volgens bepaalde regels moet worden doorgehakt.
2°. Doordat koekkappen een vaardigheid vereischt die men pas na veel oefening verwerft, heeft het ook de fig. bet. gekregen van: op eigen gelegenheid experimenteeren, omknutselen, prutsen.
Kunt ge niet zien wat ge doet, koekappel?
“Andere vaak gebruikte ‘scheldwoorden’ zouden volgens De Lijn bloempot, grasgeit, platte pannenkoek en koekappel zijn.” (hbvl.be 15 okt. 2013)
> zie andere betekenis van koekappel
Een lomperik of een simpele ziel.
verbastering van koekkapper
vgl kloefkapper
Woordenboek der Nederlandsche Taal: koekkapper
onhandig persoon, prutser
< Koekkappen (Kuipers, Corn.-Vervliet, Joos (1900-1904), Teirl.)
1°. volksvermaak waarbij een lange taaie koek, die op een blok wordt gelegd, met een daartoe ingericht bijltje volgens bepaalde regels moet worden doorgehakt.
2°. Doordat koekkappen een vaardigheid vereischt die men pas na veel oefening verwerft, heeft het ook de fig. bet. gekregen van: op eigen gelegenheid experimenteeren, omknutselen, prutsen.
Kunt ge niet zien wat ge doet, koekappel?
“Andere vaak gebruikte ‘scheldwoorden’ zouden volgens De Lijn bloempot, grasgeit, platte pannenkoek en koekappel zijn.” (hbvl.be 15 okt. 2013)
> zie andere betekenis van koekappel
Een lomperik of een simpele ziel.
verbastering van koekkapper
vgl kloefkapper
Woordenboek der Nederlandsche Taal: koekkapper
onhandig persoon, prutser
< Koekkappen (Kuipers, Corn.-Vervliet, Joos (1900-1904), Teirl.)
1°. volksvermaak waarbij een lange taaie koek, die op een blok wordt gelegd, met een daartoe ingericht bijltje volgens bepaalde regels moet worden doorgehakt.
2°. Doordat koekkappen een vaardigheid vereischt die men pas na veel oefening verwerft, heeft het ook de fig. bet. gekregen van: op eigen gelegenheid experimenteeren, omknutselen, prutsen.
Kunt ge niet zien wat ge doet, koekappel?
> zie andere betekenis van koekappel
Een lomperik of een simpele ziel.
verbastering van koekkapper
vgl kloefkapper
Woordenboek der Nederlandsche Taal: koekkapper
onhandig persoon, prutser
< Koekkappen (Kuipers, Corn.-Vervliet, Joos (1900-1904), Teirl.)
1°. volksvermaak waarbij een lange taaie koek, die op een blok wordt gelegd, met een daartoe ingericht bijltje volgens bepaalde regels moet worden doorgehakt.
2°. Doordat koekkappen een vaardigheid vereischt die men pas na veel oefening verwerft, heeft het ook de fig. bet. gekregen van: op eigen gelegenheid experimenteeren, omknutselen, prutsen.
Kunt ge niet zien wat ge doet, koekappel?
Een lomperik of een simpele ziel.
verbastering van koekkapper
vgl kloefkapper
WNT: koekkapper
onhandig persoon, prutser
< Koekkappen (Kuipers, Corn.-Vervliet, Joos (1900-1904), Teirl.)
1°. volksvermaak waarbij een lange taaie koek, die op een blok wordt gelegd, met een daartoe ingericht bijltje volgens bepaalde regels moet worden doorgehakt.
2°. Doordat koekkappen een vaardigheid vereischt die men pas na veel oefening verwerft, heeft het ook de fig. bet. gekregen van: op eigen gelegenheid experimenteeren, omknutselen, prutsen.
Kunt ge niet zien wat ge doet, koekappel?
Een lomperik of een simpele ziel.
verbastering van koekkapper
vgl kloefkapper
WNT: koekkapper
onhandig persoon, prutser
< Koekkappen (KUIPERS, CORN.-VERVL., JOOS 1900-1904, TEIRL.)
1°. volksvermaak waarbij een lange taaie koek, die op een blok wordt gelegd, met een daartoe ingericht bijltje volgens bepaalde regels moet worden doorgehakt.
2°. Doordat koekkappen een vaardigheid vereischt die men pas na veel oefening verwerft, heeft het ook de fig. bet. gekregen van: op eigen gelegenheid experimenteeren, omknutselen, prutsen.
Kunt ge niet zien wat ge doet, koekappel?
Een lomperik of een simpele ziel.
verbastering van koekkapper
WNT: koekkapper
onhandig persoon, prutser
< Koekkappen (KUIPERS, CORN.-VERVL., JOOS 1900-1904, TEIRL.)
1°. volksvermaak waarbij een lange taaie koek, die op een blok wordt gelegd, met een daartoe ingericht bijltje volgens bepaalde regels moet worden doorgehakt.
2°. Doordat koekkappen een vaardigheid vereischt die men pas na veel oefening verwerft, heeft het ook de fig. bet. gekregen van: op eigen gelegenheid experimenteeren, omknutselen, prutsen.
Kunt ge niet zien wat ge doet, koekappel?
Een lomperik of een simpele ziel.
verbastering van koekkapper
WNT: koekkapper
onhandig persoon, prutser
< Koekkappen (KUIPERS, CORN.-VERVL., JOOS 1900-1904, TEIRL.)
1°. volksvermaak waarbij een lange taaie koek, die op een blok wordt gelegd, met een daartoe ingericht bijltje volgens bepaalde regels moet worden doorgehakt.
2°. Doordat koekkappen een vaardigheid vereischt die men pas na veel oefening verwerft, heeft het ook de fig. bet. gekregen van: op eigen gelegenheid experimenteeren, omknutselen, prutsen.
Kunt ge niet zien wat ge doet, koekappel?
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.