Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Wees welgekomen | Willekeurig | Top woorden | Recent
De beschrijving van deze term werd 14 keer aangepast.
hurken
ook zich hukken, zijn eigen hukken
vgl hukken, op zijn ~ zitten,
hukken, door zijn ~ gaan
MNW: hucken: Hurken, nederhurken, op de hurken of hukken gaan zitten.
- Niet te betrouwen dat al huckende pist, Goedthals 14, Brabant, 1568
Woordenboek der Nederlandsche Taal: hukken: Eene ineengedrongen houding aannemen door de knieën te buigen
> veelal met de bijgedachte van zich schuil te houden, wegkruipen.
- Hukkende in de struiken Dacht hy de naadrende, als het hoen den wouw te ontduiken, Staring (1836).
> Ook met de bijgedachte aan eene neiging of een langen duur: (gehurkt) blijven zitten, plakken, vooral in herbergen. In de Zuid-Nederlandse spreektaal.
Van Dale online: gewestelijk: huiken
> zie andere definitie van hukken
Ze kan niet meer hukken met dat verschot in hare rug.
- Wie hukt er zijn eigen tegenwoordig nu nog voor 10 cent op te rapen?
- Ikke!
- Ikke ook!
In Oosterse landen is hukken een populaire zithouding.
Als ge in een bos aan het wandelen zijt en ge moet kakken, dan moet ge hukken, anders komt dat niet goed.
hurken
ook zich hukken, zijn eigen hukken
vgl hukken, op zijn ~ zitten,
hukken, door zijn ~ gaan
MNW: hucken: Hurken, nederhurken, op de hurken of hukken gaan zitten.
- Niet te betrouwen dat al huckende pist, Goedthals 14, Brabant, 1568
Woordenboek der Nederlandsche Taal: hukken: Eene ineengedrongen houding aannemen door de knieën te buigen
> veelal met de bijgedachte van zich schuil te houden, wegkruipen.
- Hukkende in de struiken Dacht hy de naadrende, als het hoen den wouw te ontduiken, Staring (1836).
> Ook met de bijgedachte aan eene neiging of een langen duur: (gehurkt) blijven zitten, plakken, vooral in herbergen. In de Zuid-Nederlandse spreektaal.
Van Dale online: gewestelijk: huiken
> zie andere definitie van hukken
Ze kan niet meer hukken met dat verschot in hare rug.
- Wie hukt er zijn eigen tegenwoordig nu nog voor 10 cent op te rapen?
- Ikke!
- Ikke ook!
In Oosterse landen is hukken een populaire zithouding.
Als ge in een bos aan het wandelen zijt en ge moet kakken, dan moet ge hukken, anders komt dat niet goed.
hurken
ook zich hukken, zijn eigen hukken
vgl hukken, op zijn ~ zitten,
hukken, door zijn ~ gaan
MNW: hucken: Hurken, nederhurken, op de hurken of hukken gaan zitten.
- Niet te betrouwen dat al huckende pist, Goedthals 14, Brabant, 1568
Woordenboek der Nederlandsche Taal: hukken: Eene ineengedrongen houding aannemen door de knieën te buigen
> veelal met de bijgedachte van zich schuil te houden, wegkruipen.
- Hukkende in de struiken Dacht hy de naadrende, als het hoen den wouw te ontduiken, Staring (1836).
> Ook met de bijgedachte aan eene neiging of een langen duur: (gehurkt) blijven zitten, plakken, vooral in herbergen. In de Zuid-Nederlandse spreektaal.
Van Dale online: gewestelijk: huiken
Ze kan niet meer hukken met dat verschot in hare rug.
- Wie hukt er zijn eigen tegenwoordig nu nog voor 10 cent op te rapen?
- Ikke!
- Ikke ook!
In Oosterse landen is hukken een populaire zithouding.
Als ge in een bos aan het wandelen zijt en ge moet kakken, dan moet ge hukken, anders komt dat niet goed.
hurken
ook zich hukken, zijn eigen hukken
vgl hukken, op zijn ~ zitten,
hukken, door zijn ~ gaan
Van Dale online: gewestelijk: huiken
MNW: hucken: Hurken, nederhurken, op de hurken of hukken gaan zitten.
- Niet te betrouwen dat al huckende pist, Goedthals 14, Brabant, 1568
WNT: hukken: Eene ineengedrongen houding aannemen door de knieën te buigen
> veelal met de bijgedachte van zich schuil te houden, wegkruipen.
- Hukkende in de struiken Dacht hy de naadrende, als het hoen den wouw te ontduiken, staring 2, 138 (1836).
> Ook met de bijgedachte aan eene neiging of een langen duur: (gehurkt) blijven zitten, plakken, vooral in herbergen. In de Zuid-Nederlandse spreektaal.
Ze kan niet meer hukken met dat verschot in hare rug.
- Wie hukt er zijn eigen tegenwoordig nu nog voor 10 cent op te rapen?
- Ikke!
- Ikke ook!
In Oosterse landen is hukken een populaire zithouding.
Als ge in een bos aan het wandelen zijt en ge moet kakken, dan moet ge hukken, anders komt dat niet goed.
hurken
ook zich hukken, zijn eigen hukken
vgl hukken, op zijn ~ zitten, hukken, door zijn ~ gaan
VD online: gewestelijk: huiken
MNW: hucken: Hurken, nederhurken, op de hurken of hukken gaan zitten.
- Niet te betrouwen dat al huckende pist, Goedthals 14, Brabant, 1568
WNT: hukken: Eene ineengedrongen houding aannemen door de knieën te buigen
> veelal met de bijgedachte van zich schuil te houden, wegkruipen.
- Hukkende in de struiken Dacht hy de naadrende, als het hoen den wouw te ontduiken, staring 2, 138 (1836).
> Ook met de bijgedachte aan eene neiging of een langen duur: (gehurkt) blijven zitten, plakken, vooral in herbergen. In de Z.-Ndl. spreektaal.
Ze kan niet meer hukken met dat verschot in hare rug.
- Wie hukt er zijn eigen tegenwoordig nu nog voor 10 cent op te rapen?
- Ikke!
- Ikke ook!
In Oosterse landen is hukken een populaire zithouding.
Als ge in een bos aan het wandelen zijt en ge moet kakken, dan moet ge hukken, anders komt dat niet goed.
hurken
ook zich hukken, zijn eigen hukken
vgl hukken, op zijn ~ zitten, hukken, door zijn ~ gaan
VD online: gewestelijk: huiken
MNW: hucken: Hurken, nederhurken, op de hurken of hukken gaan zitten.
- Niet te betrouwen dat al huckende pist, Goedthals 14, Brabant, 1568
- Hucke mi (dat.), ic bucke di, Praet 3065, Vlaanderen, 1401-1450.
WNT: hukken: Eene ineengedrongen houding aannemen door de knieën te buigen
> veelal met de bijgedachte van zich schuil te houden, wegkruipen.
- Hukkende in de struiken Dacht hy de naadrende, als het hoen den wouw te ontduiken, staring 2, 138 (1836).
> Ook met de bijgedachte aan eene neiging of een langen duur: (gehurkt) blijven zitten, plakken, vooral in herbergen. In de Z.-Ndl. spreektaal.
Ze kan niet meer hukken met dat verschot in hare rug.
- Wie hukt er zijn eigen tegenwoordig nu nog voor 10 cent op te rapen?
- Ikke!
- Ikke ook!
In Oosterse landen is hukken een populaire zithouding.
Als ge in een bos aan het wandelen zijt en ge moet kakken, dan moet ge hukken, anders komt dat niet goed.
hurken
ook zich hukken, zijn eigen hukken
vgl hukken, op zijn ~ zitten, hukken, door zijn ~ gaan
VD online: gewestelijk: huiken
MNW: hucken: Hurken, nederhurken, op de hurken of hukken gaan zitten.
- Niet te betrouwen dat al huckende pist, Goedthals 14, Brabant, 1568
- Hucke mi (dat.), ic bucke di, Praet 3065, Vlaanderen, 1401-1450.
WNT: hukken: Eene ineengedrongen houding aannemen door de knieën te buigen
> veelal met de bijgedachte van zich schuil te houden, wegkruipen.
- Hukkende in de struiken Dacht hy de naadrende, als het hoen den wouw te ontduiken, staring 2, 138 (1836).
> Ook met de bijgedachte aan eene neiging of een langen duur: (gehurkt) blijven zitten, plakken, vooral in herbergen. In de Z.-Ndl. spreektaal.
Ze kan niet meer hukken met dat verschot in hare rug.
- Wie hukt er zijn eigen tegenwoordig nu nog voor 10 cent op te rapen?
- Ikke!
- Ikke ook!
In Oosterse landen is hukken een populaire zithouding.
hurken
ook zich hukken, zijn eigen hukken
vgl hukken, op zijn ~ zitten, hukken, door zijn ~ gaan
VD online: gewestelijk: huiken
MNW: hucken: Hurken, nederhurken, op de hurken of hukken gaan zitten.
- Niet te betrouwen dat al huckende pist, Goedthals 14, Brabant, 1568
- Hucke mi (dat.), ic bucke di, Praet 3065, Vlaanderen, 1401-1450.
WNT: hukken: Eene ineengedrongen houding aannemen door de knieën te buigen
> veelal met de bijgedachte van zich schuil te houden, wegkruipen.
- Hukkende in de struiken Dacht hy de naadrende, als het hoen den wouw te ontduiken, staring 2, 138 (1836).
> Ook met de bijgedachte aan eene neiging of een langen duur: (gehurkt) blijven zitten, plakken, vooral in herbergen. In de Z.-Ndl. spreektaal.
Ze kan niet meer hukken met dat verschot in hare rug.
- Wie hukt er zijn eigen tegenwoordig nu nog voor 10 cent op te rapen?
- Ikke!
- Ikke ook!
hurken
ook zich hukken, zijn eigen hukken
vgl hukken, op zijn ~ zitten, hukken, door zijn ~ gaan
VD online: gewestelijk: huiken
MNW: hucken: Hurken, nederhurken, op de hurken of hukken gaan zitten.
- Niet te betrouwen dat al huckende pist, Goedthals 14, Brabant, 1568
- Hucke mi (dat.), ic bucke di, Praet 3065, Vlaanderen, 1401-1450.
WNT: hukken: Eene ineengedrongen houding aannemen door de knieën te buigen
> veelal met de bijgedachte van zich schuil te houden, wegkruipen.
- Hukkende in de struiken Dacht hy de naadrende, als het hoen den wouw te ontduiken, staring 2, 138 (1836).
> Ook met de bijgedachte aan eene neiging of een langen duur: (gehurkt) blijven zitten, plakken, vooral in herbergen. In de Z.-Ndl. spreektaal.
Ze kan niet meer hukken met dat verschot in hare rug.
- Wie hukt er zijn eigen tegenwoordig nu nog voor 10 cent op te rapen?
- Ikke!
- Ikke ook!
hurken
ook zich hukken, zijn eigen hukken
VD online: gewestelijk: huiken
MNW: hucken: Hurken, nederhurken, op de hurken of hukken gaan zitten.
- Niet te betrouwen dat al huckende pist, Goedthals 14, Brabant, 1568
- Hucke mi (dat.), ic bucke di, Praet 3065, Vlaanderen, 1401-1450.
WNT: hukken: Eene ineengedrongen houding aannemen door de knieën te buigen
> veelal met de bijgedachte van zich schuil te houden, wegkruipen.
- Hukkende in de struiken Dacht hy de naadrende, als het hoen den wouw te ontduiken, staring 2, 138 1836.
> Ook met de bijgedachte aan eene neiging of een langen duur: (gehurkt) blijven zitten, plakken, vooral in herbergen. In de Z.-Ndl. spreektaal.
Ze kan niet meer hukken met dat verschot in hare rug.
- Wie hukt er zijn eigen tegenwoordig nu nog voor 10 cent op te rapen?
- Ikke!
- Ikke ook!
hurken
ook zich hukken, zijn eigen hukken
Ze kan niet meer hukken met dat verschot in hare rug.
- Wie hukt er zijn eigen tegenwoordig nu nog voor 10 cent op te rapen?
- Ikke!
- Ikke ook!
hurken
ook zich hukken
Ze kan niet meer hukken met dat verschot in hare rug.
- Wie hukt er zijn eigen tegenwoordig nu nog voor 10 cent op te rapen?
- Ikke!
- Ikke ook!
hurken
ook zich hukken
Ze kan niet meer hukken met dat verschot in hare rug.
- Wie hukt er zijn eigen tegenwoordig nu nog voor 10 cent op te rapen?
- Ikke!
hurken
ook zich hukken
Ze kan niet meer hukken met dat verschot in hare rug.
- Wie hukt er zijn eigen tegenwoordig nu nog voor 10 cent op te rapen?
- Ikke!
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.