Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wees welgekomen | Willekeurig | Top woorden | Recent

    pit

    De beschrijving van deze term werd 12 keer aangepast.

    Versie 12

    pit
    (de ~ (m.), ~ten)

    1) put, kuil: algemeen
    2) de put waar de (hobby)garagist, de auto’s over rijdt om aan de onderkant ervan te kunnen werken

    Woordenboek der Nederlandsche Taal: pit, pitte, put; pit als een ontronding uit put.
    In Vlaanderen: kuil, diepte, gat
    “Een pit in eenen steen”, De Bo (1873).

    Van Dale 2018 online: pit, met betekenis put, niet vermeld
    wel het ww. pitten: putten, inkuilen: gewestelijk

    1) Tijdens het wandelen zijn we veel pitten in de zandweg tegengekomen die vol water stonden van de laatste regenval de afgelopen dagen.

    2) Ben naar de autokeuring geweest en 1 van die controleurs heeft mijn wagen over de pit gereden om de onderkant ervan te kunnen keuren.

    > zie andere betekenis van pit

    Provincie West-Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 25 Aug 2018 19:16
    0 reactie(s)

    Versie 11

    pit
    (de ~ (m.), ~ten)

    1) put, kuil: algemeen
    2) de put waar de (hobby)garagist, de auto’s over rijdt om aan de onderkant ervan te kunnen werken

    WNT: pit, pitte, put; pit als een ontronding uit put.
    In Vlaanderen: kuil, diepte, gat
    “Een pit in eenen steen”, De Bo (1873).

    Van Dale 2018 online: pit, met betekenis put, niet vermeld
    wel het ww. pitten: putten, inkuilen: gewestelijk

    1) Tijdens het wandelen zijn we veel pitten in de zandweg tegengekomen die vol water stonden van de laatste regenval de afgelopen dagen.

    2) Ben naar de autokeuring geweest en 1 van die controleurs heeft mijn wagen over de pit gereden om de onderkant ervan te kunnen keuren.

    > zie andere betekenis van pit

    Provincie West-Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 25 Aug 2018 19:15
    0 reactie(s)

    Versie 10

    pit
    (de ~ (m.), ~ten)

    1) put, kuil: algemeen
    2) de put waar de (hobby)garagist, de auto’s over rijdt om aan de onderkant ervan te kunnen werken

    WNT: pit, pitte, put; pit als een ontronding uit put.
    In Vlaanderen: kuil, diepte, gat
    “Een pit in eenen steen”, De Bo (1873).

    Van Dale 2018 online: pit, met betekenis put, niet vermeld
    wel het ww. pitten: putten, inkuilen: gewestelijk

    1) Tijdens het wandelen zijn we veel pitten in de zandweg tegengekomen die vol water stonden van de laatste regenval de afgelopen dagen.

    2) Ben naar de autokeuring geweest en 1 van die controleurs heeft mijn wagen over de pit gereden om de onderkant ervan te kunnen keuren.

    Provincie West-Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 25 Aug 2018 19:12
    0 reactie(s)

    Versie 9

    pit
    (de ~ (m.), ~ten)

    1) put, kuil: algemeen
    2) de put waar de (hobby)garagist, de auto’s over rijdt om aan de onderkant ervan te kunnen werken

    WNT: pit, pitte, put; pit als een ontronding uit put.
    In Vlaanderen: kuil, diepte, gat
    “Een pit in eenen steen”, De Bo (1873).

    Van Dale 2018 online: pit, met betekenis put, niet vermeld
    wel het ww. pitten: putten, inkuilen: gewestelijk

    1) Tijdens het wandelen zijn we veel pitten in de zandweg tegengekomen die vol water stonden van de laatste regenval de afgelopen dagen.

    2) Ben naar de autokeuring geweest en 1 van die controleurs heeft mijn wagen over de pit gereden om de onderkant ervan te kunnen keuren.

    Provincie West-Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 25 Aug 2018 19:12
    0 reactie(s)

    Versie 8

    pit
    (de ~ (m.), ~ten)

    1) put, kuil: algemeen
    2) de put waar de (hobby)garagist, de auto’s over rijdt om aan de onderkant ervan te kunnen werken

    Van Dale 2018 online: pit, met betekenis put, niet vermeld
    wel het ww. pitten: putten, inkuilen: gewestelijk

    WNT: pit, pitte, put; pit als een ontronding uit put.
    In Vlaanderen: kuil, diepte, gat
    “Een pit in eenen steen”, De Bo (1873).

    1) Tijdens het wandelen zijn we veel pitten in de zandweg tegengekomen die vol water stonden van de laatste regenval de afgelopen dagen.

    2) Ben naar de autokeuring geweest en 1 van die controleurs heeft mijn wagen over de pit gereden om de onderkant ervan te kunnen keuren.

    Provincie West-Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 16 Jul 2018 01:43
    0 reactie(s)

    Versie 7

    pit
    (de ~ (m.), ~ten)

    1) put, kuil: algemeen
    2) de put waar de (hobby)garagist, de auto’s over rijdt om aan de onderkant ervan te kunnen werken

    Van Dale 2018 online: pit, met betekenis put, niet vermeld
    wel het ww. pitten: putten, inkuilen: gewestelijk

    ONMW: oudste attestatie 855, vroeg-germaansche oorsprong
    VMNW: oudste attestatie: Gent, Oost-Vlaanderen, 1210
    waterput; put; kuil; graf; kerker; beerput; sluisput; greppel; diepte
    MNW: pit, put, hol, onderaardsche gevangenis (begin 14deE) In de vlaamsche tongvallen is nog heden pit naast put bekend.
    WNT: pit, pitte, put; pit als een ontronding uit put.
    In Vlaanderen: kuil, diepte, gat, grafkuil, graf
    Bij Westvlaamsche hopboeren: een aardhoop, ronde ophooging van aarde, waar middenin een staak voor de hopplanten staat.

    1) Tijdens het wandelen zijn we veel pitten in de zandweg tegengekomen die vol water stonden van de laatste regenval de afgelopen dagen.

    2) Ben naar de autokeuring geweest en 1 van die controleurs heeft mijn wagen over de pit gereden om de onderkant ervan te kunnen keuren.

    Provincie West-Vlaanderen
    Bewerking door fansy op 16 Jul 2018 01:17
    0 reactie(s)

    Versie 6

    pit
    (de ~ (m.), ~ten)

    1) put, kuil: algemeen
    2) de put waar de (hobby)garagist, de auto’s over rijdt om aan de onderkant ervan te kunnen werken

    VD2014 online: pit, met betekenis put, niet in VD
    wel het ww. pitten: putten, inkuilen: gewestelijk

    ONMW: oudste attestatie 855, vroeg-germaansche oorsprong
    VMNW: oudste attestatie: Gent, Oost-Vlaanderen, 1210
    waterput; put; kuil; graf; kerker; beerput; sluisput; greppel; diepte
    MNW: pit, put, hol, onderaardsche gevangenis (begin 14deE)
    In de vlaamsche tongvallen is nog heden pit naast put bekend.
    WNT: pit, pitte, put; pit als een ontronding uit put.
    In Vlaanderen: kuil, diepte, gat, grafkuil, graf
    Bij Westvlaamsche hopboeren: een aardhoop, ronde ophooging van aarde, waar middenin een staak voor de hopplanten staat.

    1) Tijdens het wandelen zijn we veel pitten in de zandweg tegengekomen die vol water stonden van de laatste regenval de afgelopen dagen.

    2) Ben naar de autokeuring geweest en 1 van die controleurs heeft mijn wagen over de pit gereden om de onderkant ervan te kunnen keuren.

    Provincie West-Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 03 Mar 2017 15:08
    0 reactie(s)

    Versie 5

    pit
    (de ~ (m.), ~ten)

    1) put, kuil: algemeen
    2) de put waar de (hobby)garagist, de auto’s over rijdt om aan de onderkant ervan te kunnen werken

    VD2014 online: pit, met betekenis put, niet in VD
    wel het ww. pitten: putten, inkuilen: gewestelijk

    ONMW: oudste attestatie 855, vroeg-germaansche oorsprong
    VMNW: oudste attestatie: Gent, Oost-Vlaanderen, 1210
    waterput; put; kuil; graf; kerker; beerput; sluisput; greppel; diepte
    MNW: pit, put, hol, onderaardsche gevangenis (begin 14deE)
    In de vlaamsche tongvallen is nog heden pit naast put bekend.
    WNT: pit, pitte, put; pit als een ontronding uit put.
    In Vlaanderen: kuil, diepte, gat, grafkuil, graf
    Bij Westvlaamsche hopboeren: een aardhoop, ronde ophooging van aarde, waar middenin een staak voor de hopplanten staat.

    1) Tijdens het wandelen zijn we veel pitten in de zandweg tegengekomen die vol water stonden van de laatste regenval de afgelopen dagen.

    2) Ben naar de autokeuring geweest en 1 van die controleurs heeft mijn wagen over de pit gereden om de onderkant ervan te kunnen keuren.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 03 Mar 2017 14:52
    0 reactie(s)

    Versie 4

    pit
    (de ~ (m.), ~ten)

    1) put, kuil: algemeen
    2) de put waar de (hobby)garagist, de auto’s over rijdt om aan de onderkant ervan te kunnen werken

    VD2014 online: pit, met betekenis put, niet in VD
    wel het ww. pitten: putten, inkuilen: gewestelijk

    ONMW: oudste attestatie 855, vroeg-germaansche oorsprong
    VMNW: oudste attestatie: Gent, Oost-Vlaanderen, 1210
    waterput; put; kuil; graf; kerker; beerput; sluisput; greppel; diepte
    MNW: pit, put, hol, onderaardsche gevangenis (begin 14deE)
    In de vlaamsche tongvallen is nog heden pit naast put bekend.
    WNT: pit, pitte, put; pit als een ontronding uit put.
    In Vlaanderen: kuil, diepte, gat, grafkuil, graf
    Bij Westvlaamsche hopboeren: een aardhoop, ronde ophooging van aarde, waar middenin een staak voor de hopplanten staat.

    1) Tijdens het wandelen zijn we veel pitten in de zandweg tegengekomen die vol water stonden van de laatste regenval de afgelopen dagen.

    2) Ben naar de autokeuring geweest en 1 van die controleurs heeft mijn wagen over de pit gereden om de onderkant ervan te kunnen keuren.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door fansy op 11 Nov 2014 02:41
    0 reactie(s)

    Versie 3

    pit
    (de ~ (m.), ~ten)

    1) put, kuil: algemeen
    2) de put waar de (hobby)garagist, de auto’s over rijdt om aan de onderkant ervan te kunnen werken

    VD2014 online: pit, met betekenis put, niet in VD
    wel het ww. pitten: putten, inkuilen: gewestelijk

    ONMW: oudste attestatie 855, vroeg-germaansche oorsprong
    VMNW: oudste attestatie: Gent, Oost-Vlaanderen, 1210
    waterput; put; kuil; graf; kerker; beerput; sluisput; greppel; diepte
    MNW: pit, put, hol, onderaardsche gevangenis (begin 14deE)
    In de vlaamsche tongvallen is nog heden pit naast put bekend.
    WNT: pit, pitte, put; pit als een ontronding uit put.
    In Vlaanderen: kuil, diepte, gat, grafkuil, graf
    Bij Westvlaamsche hopboeren: een aardhoop, ronde ophooging van aarde, waar middenin een staak voor de hopplanten staat.

    1) Tijdens het wandelen zijn we veel pitten in de zandweg tegengekomen die vol water stonden van de afgelopen regenval de laatste dagen.

    2) Ben naar de autokeuring geweest en 1 van die controleurs heeft mijn wagen over de pit gereden om de onderkant ervan te kunnen keuren.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door fansy op 11 Nov 2014 02:39
    0 reactie(s)

    Versie 2

    pit
    (de ~ (m.), ~ten)

    1) put, kuil: algemeen
    2) de put waar de (hobby-)garagist, de auto’s over rijdt om aan de onderkant ervan te kunnen werken

    VD2014 online: pit, met betekenis put, niet in VD
    wel het ww. pitten: putten, inkuilen: gewestelijk

    ONMW: oudste attestatie 855, vroeg-germaansche oorsprong
    VMNW: oudste attestatie: Gent, Oost-Vlaanderen, 1210
    waterput; put; kuil; graf; kerker; beerput; sluisput; greppel; diepte
    MNW: pit, put, hol, onderaardsche gevangenis (begin 14deE)
    In de vlaamsche tongvallen is nog heden pit naast put bekend.
    WNT: pit, pitte, put; pit als een ontronding uit put.
    In Vlaanderen: kuil, diepte, gat, grafkuil, graf
    Bij Westvlaamsche hopboeren: een aardhoop, ronde ophooging van aarde, waar middenin een staak voor de hopplanten staat.

    1) Tijdens het wandelen zijn we veel pitten in de zandweg tegengekomen die vol water stonden van de afgelopen regenval de laatste dagen.

    2) Ben naar de autokeuring geweest en 1 van die controleurs heeft mijn wagen over de pit gereden om de onderkant ervan te kunnen keuren.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door fansy op 11 Nov 2014 00:36
    0 reactie(s)

    Versie 1

    pit
    (de ~ (m.), ~ten)

    1) put, kuil: algemeen
    2) de put waar de (hobby-)garagist, de auto’s over rijdt om aan de onderkant ervan te kunnen werken

    VD2014 online: pit, met betekenis put, niet in VD
    wel het ww. pitten: putten, inkuilen: gewestelijk

    ONMW: oudste attestatie 855, vroeg-germaansche oorsprong
    VMNW: oudste attestatie: Gent, Oost-Vlaanderen, 1210
    waterput; put; kuil; graf; kerker; beerput; sluisput; greppel; diepte
    MNW: pit, put, hol, onderaardsche gevangenis (begin 14deE)
    In de vlaamsche tongvallen is nog heden pit naast put bekend.
    WNT: pit, pitte, put; pit als een ontronding uit put.
    In Vlaanderen: kuil, diepte, gat, grafkuil, graf
    Bij Westvlaamsche hopboeren: een aardhoop, ronde ophooging van aarde, waar middenin een staak voor de hopplanten staat.

    1) Tijdens het wandelen zijn we veel pitten in de zandweg tegengekomen die vol water stonden van de afgelopen regenval de laatste dagen.

    2) Ben naar de autokeuring geweest en 1 van die controleurs heeft mijn wagen over de pit gereden om de onderkant ervan te kunnen keuren.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door fansy op 11 Nov 2014 00:35
    0 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.