Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Wees welgekomen | Willekeurig | Top woorden | Recent
De beschrijving van deze term werd 6 keer aangepast.
- familienaam, geslachtsnaam ter vervollediging van de voornaam
- roepnaam of geboortenaam
- bijnaam
VMNW:
Oudste attestatie: Limburg, 1240
1. Familienaam, de naam die alle leden van een familie dragen. In de verbinding bi namen ende toenamen Bij naam en toenaam.
2. Bijnaam, ter onderscheiding van anderen die dezelfde naam dragen.
3. Voornaam
MNW: Bijnaam, geslachtsnaam, achternaam.
Ook bijnaam in de tegenwoordìge beteekenis, van een bepaald persoon, ontleend aan eene zekere eigenschap of eigenaardigheid.
Nadat hij zijn roepnaam gezegd had, vroeg men ook zijn toenaam; hij antwoordde: Ickx.
Mijn geboortenaam is Francisca, mijn roepnaam is Fanny en mijn toenamen zijn Maria, Louisa, Egied.
Zijne officiële naam is Ludovicus maar ze noemen hem allemaal bij zijnen toenaam Marcel of Celle.
- familienaam, geslachtsnaam ter vervollediging van de voornaam
- roepnaam of geboortenaam
- bijnaam
VMNW:
Oudste attestatie: Limburg, 1240
1. Familienaam, de naam die alle leden van een familie dragen. In de verbinding bi namen ende toenamen Bij naam en toenaam.
2. Bijnaam, ter onderscheiding van anderen die dezelfde naam dragen.
3. Voornaam
MNW: Bijnaam, geslachtsnaam, achternaam.
Ook bijnaam in de tegenwoordìge beteekenis, van een bepaald persoon, ontleend aan eene zekere eigenschap of eigenaardigheid.
Nadat hij zijn roepnaam gezegd had, vroeg men ook zijn toenaam; hij antwoordde: Ickx.
Mijn geboortenaam is Francisca, mijn roepnaam is Fanny en mijn toenamen zijn Maria, Louisa, Egied.
- familienaam, geslachtsnaam ter vervollediging van de voornaam – roepnaam of geboortenaam
- bijnaam
VMNW:
Oudste attestatie: Limburg, 1240
1. Familienaam, de naam die alle leden van een familie dragen. In de verbinding bi namen ende toenamen Bij naam en toenaam.
2. Bijnaam, ter onderscheiding van anderen die dezelfde naam dragen.
3. Voornaam
MNW: Bijnaam, geslachtsnaam, achternaam.
Ook bijnaam in de tegenwoordìge beteekenis, van een bepaald persoon, ontleend aan eene zekere eigenschap of eigenaardigheid.
Nadat hij zijn roepnaam gezegd had, vroeg men ook zijn toenaam; hij antwoordde: Ickx.
Mijn geboortenaam is Francisca, mijn roepnaam is Fanny en mijn toenamen zijn Maria, Louisa, Egied.
familienaam, geslachtsnaam ter vervollediging van de voornaam of roepnaam of geboortenaam.
Nadat hij zijn roepnaam gezegd had, vroeg men ook zijn toenaam; hij antwoordde: Ickx.
familienaam, geslachtsnaam ter vervollediging van de voornaam of roepnaam of geboortenaam.
Nadat hij zijn roepnaam gezegd had, vroeg men ook zijn toenaam; hij antwoordde: Ickx.
familienaam, geslachtsnaam ter vervollediging van de voornaam of roepnaam of geboortenaam.
Nadat hij zijn roepnaam gezegd had, vroeg men ook zijn toenaam; hij antwoordde: Ickx.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.