Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Wees welgekomen | Willekeurig | Top woorden | Recent
De beschrijving van deze term werd 7 keer aangepast.
Bezittelijke voornaamwoorden in combinatie met een mannelijk zelfst.naamw. krijgen in de spreektaal een extra -e of wanneer het zelfst.naamw. met een klinker of met een b, d, t of h begint een -en. (Voor een juistere toedracht zie regel nen)
Ook varianten en uitspraakvarianten volgen deze regel: olle(n), ullië()n
mijne(n), menne(n), …
uwe(n), awe(n), … (niet: jouwe(n))
zijne(n), zenne(n), …
hare(n), (h)oare(n), (h)eure(n), …
onze(n)
jullie maar niet jullieë(n), wel: olle(n), ullië(n), elle(n), …
hunne(n)
soms ook voorafgaand met het lidwoord ‘de’ (maar dan gaat het niet over bezitt. voornaamw.)
De Jean heeft zijnen auto in de prak gereden.
Het is de zijne maar, dus dat is niet zo erg.
Zij heeft hare vent laten staan.
Den haren is te voet naar huis moeten gaan.
Onzen Hendrik is niet thuis.
Den onzen is weer op pintenjacht.
Ze zijn thuis, hunnen auto staat voor hun deur.
Den hunne staat al een tijdje op den oprit.
Bezittelijke voornaamwoorden in combinatie met een mannelijk zelfst.naamw. krijgen in de spreektaal een extra -e of wanneer het zelfst.naamw. met een klinker of met een b, d, t of h begint een -en. (Voor een juistere toedracht zie regel nen)
Ook varianten en uitspraakvarianten volgen deze regel: olle(n), ullië()n
mijne(n), menne(n), …
uwe(n), awe(n), … (niet: jouwe(n))
zijne(n), zenne(n), …
hare(n), (h)oare(n), (h)eure(n), …
onze(n)
jullie maar niet jullieë(n), wel: olle(n), ullië(n), elle(n), …
hunne(n)
soms ook voorafgaand met het lidwoord ‘de’ (maar dan gaat het niet over bezitt. voornaamw.)
De Jean heeft zijnen auto in de prak gereden.
Het is de zijne maar, dus dat is niet zo erg.
Zij heeft hare vent laten staan.
Den haren is te voet naar huis moeten gaan.
Onzen Hendrik is niet thuis.
Den onzen is weer op pintenjacht.
Ze zijn thuis, hunnen auto staat voor hun deur.
Den hunne staat al een tijdje op den oprit.
Bezittelijke voornaamwoorden in combinatie met een mannelijk zelfst.naamw. krijgen in de spreektaal een extra -e of wanneer het zelfst.naamw. met een klinker of met een b, d, t of h begint een -en. (Voor een juistere toedracht zie regel nen)
mijne(n), uwe(e), zijne(n), hare(n), onze(n), hunne(n)
soms ook voorafgaand met het lidwoord ‘de’
De Jean heeft zijnen auto in de prak gereden.
Het is de zijne maar, dus dat is niet zo erg.
Zij heeft hare vent laten staan.
Den haren is te voet naar huis moeten gaan.
Onzen Hendrik is niet thuis.
Den onzen is weer op pintenjacht.
Ze zijn thuis, hunnen auto staat voor hun deur.
Den hunne staat al een tijdje op den oprit.
Bezittelijke voornaamwoorden in combinatie met een mannelijk zelfst.naamw. krijgen in de spreektaal een extra -e of wanneer het zelfst.naamw. met een klinker of met een b, d, t of h begint een -en. (Voor een juistere toedracht zie regel nen)
mijne(n), uwe(e), zijne(n), hare(n), onze(n), hunne(n)
soms ook voorafgaand met het lidwoord ‘de’
De Jean heeft zijnen auto in de prak gereden.
Het is de zijnen maar, dus dat is niet zo erg.
Zij heeft hare vent laten staan.
Den haren is te voet naar huis moeten gaan.
Onzen Hendrik is niet thuis.
Den onzen is weer op pintenjacht.
Ze zijn thuis, hunnen auto staat voor hun deur.
Den hunnen staat al een tijdje op den oprit.
Bezittelijke voornaamwoorden in combinatie met een mannelijk zelfst.naamw. krijgen in de spreektaal een extra -e of wanneer het zelfst.naamw. met een klinker of met een b, d, t of h begint. (Voor een juistere toedracht zie regel nen)
mijne(n), uwe(e), zijne(n), hare(n), onze(n), hunne(n)
soms ook voorafgaand met het lidwoord ‘de’
De Jean heeft zijnen auto in de prak gereden.
Het is de zijnen maar, dus dat is niet zo erg.
Zij heeft hare vent laten staan.
Den haren is te voet naar huis moeten gaan.
Onzen Hendrik is niet thuis.
Den onzen is weer op pintenjacht.
Ze zijn thuis, hunnen auto staat voor hun deur.
Den hunnen staat al een tijdje op den oprit.
Bezittelijke voornaamwoorden in combinatie met een mannelijk zelfst.naamw. krijgen in de spreektaal een extra -e of wanneer het zelfst.naamw. met een klinker of met een b, d, t of h begint. (Voor een juistere toedracht zie regel nen)
mijne(n), uwe(e), zijne(n), hare(n), onze(n), hunne(n)
De Jean heeft zijnen auto in de prak gereden.
Zij heeft hare vent laten staan.
Onzen Hendrik is niet thuis.
Ze zijn thuis, hunnen auto staat voor hun deur.
Bezittelijke voornaamwoorden in combinatie met een mannelijk zelfst.naamw. krijgen een extra -e of wanneer het zelfst.naamw. met een klinker of met een b, d, t of h begint. (Voor een juistere toedracht zie regel nen)
mijne(n), uwe(e), zijne(n), hare(n), onze(n), hunne(n)
De Jean heeft zijnen auto in de prak gereden.
Zij heeft hare vent laten staan.
Onzen Hendrik is niet thuis.
Ze zijn thuis, hunnen auto staat voor hun deur.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.