Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Wees welgekomen | Willekeurig | Top woorden | Recent
De beschrijving van deze term werd 13 keer aangepast.
houdt het midden tussen kuchen en kreunen; het geluid voortbrengen dat een zware inspanning (bv. lastige ontlasting) met zich meebrengt.
Woordenboek der Nederlandsche Taal: Middelnederlands crochen; vergelijk Hoogduits krochen, kröchen. Een klanknabootsend woord, dat thans nog hier en daar in Zuid-Nederland, met name in Brabant bekend is.
synoniem: steunen
ook krozen, krochelen
zelfstandig naamwoord: het gekroch
afgeleid: krocher, krochpot, krochstoel = wc-stoel voor zieke mensen
Hij zit op ’t huiske te krochen.
De krocher, hij kan bijna niet uit zijne zetel. Het is niet dat em 90 jaar is, maar het is zijne buik die te dik is.
houdt het midden tussen kuchen en kreunen; het geluid voortbrengen dat een zware inspanning (bv. lastige ontlasting) met zich meebrengt.
Woordenboek der Nederlandsche Taal: Middelnederlands crochen; vergelijk Hoogduits krochen, kröchen. Een klanknabootsend woord, dat thans nog hier en daar in Zuid-Nederland, met name in Brabant bekend is.
synoniem: steunen
ook krozen, krochelen
zelfstandig naamwoord: het gekroch
afgeleid: krocher, krochpot, krochstoel = wc-stoel voor zieke mensen
Hij zit op ’t huiske te krochen.
De krocher, hij kan bijna niet uit zijne zetel. Het is niet dat em 90 jaar is, maar het is zijne buik die te dik is.
Het hoogste verdiep in het ziekenhuis, dat is de afdeling van de krochpotten.
houdt het midden tussen kuchen en kreunen; het geluid voortbrengen dat een zware inspanning (bv. lastige ontlasting) met zich meebrengt.
WNT: Middelnederlands crochen; vergelijk Hoogduits krochen, kröchen. Een klanknabootsend woord, dat thans nog hier en daar in Zuid-Nederland, met name in Brabant bekend is.
synoniem: steunen
ook krozen, krochelen
zelfstandig naamwoord: het gekroch
afgeleid: krocher, krochpot, krochstoel = wc-stoel voor zieke mensen
Hij zit op ’t huiske te krochen.
De krocher, hij kan bijna niet uit zijne zetel. Het is niet dat em 90 jaar is, maar het is zijne buik die te dik is.
Het hoogste verdiep in het ziekenhuis, dat is de afdeling van de krochpotten.
houdt het midden tussen kuchen en kreunen; het geluid voortbrengen dat een zware inspanning (bv. lastige ontlasting) met zich meebrengt.
WNT: Middelnederlands crochen; vergelijk Hoogduits krochen, kröchen. Een klanknabootsend woord, dat thans nog hier en daar in Zuid-Nederland, met name in Brabant bekend is.
synoniem: steunen
ook krozen, krochelen
zelfstandig naamwoord: het gekroch
afgeleid: krocher, krochpot, krochstoel = wc-stoel voor zieke mensen
Hij zit op ’t huiske te krochen.
De krocher, hij kan bijna niet uit zijne zetel. Het is niet dat em 90 jaar is, maar het is zijne buik die te dik is.
Het hoogste verdiep in het ziekenhuis, dat is de afdeling van de krochpotten.
houdt het midden tussen kuchen en kreunen; het geluid voortbrengen dat een zware inspanning (bv. lastige ontlasting) met zich meebrengt.
ook krochelen, krozen
syn. van steunen > mnl. stenen
uitspr. kröchen, kreuchen
zn. het gekroch
ook: krocher, krochpot, krochstoel = wc-stoel voor zieke mensen
WNT:
onz. (en bedr.) zw. ww. Mnl. crochen; mnd. krochen; verg. hd. krochen, kröchen. Een klanknabootsend woord, dat thans nog hier en daar in Z.-Nederl., met name in Brabant bekend is.
Hij zit op ’t huiske te krochen.
De krocher, hij kan bijna niet uit zijne zetel. Het is niet dat em 90 jaar is, maar het is zijne buik die te dik is.
Het hoogste verdiep in het ziekenhuis, dat is de afdeling van de krochpotten.
houdt het midden tussen kuchen en kreunen; het geluid voortbrengen dat een zware inspanning (bv. lastige ontlasting) met zich meebrengt.
ook krochelen, krozen
syn. van steunen > mnl. stenen
uitspr. kröchen, kreuchen
zn. het gekroch
ook: krocher, krochpot, krochstoel = wc-stoel voor zieke mensen
WNT:
onz. (en bedr.) zw. ww. Mnl. crochen; mnd. krochen; verg. hd. krochen, kröchen. Een klanknabootsend woord, dat thans nog hier en daar in Z.-Nederl., met name in Brabant bekend is.
Hij zit op ’t huiske te krochen.
De krocher, hij kan bijna niet uit zijne zetel. Het is niet dat em 90 jaar is, maar het is zijne buik die te dik is.
Het hoogste verdiep in het ziekenhuis, dat is de afdeling van de krochpotten.
houdt het midden tussen kuchen en kreunen; het geluid voortbrengen dat een zware inspanning (bv. lastige ontlasting) met zich meebrengt.
ook krochelen, krozen
syn. van steunen > mnl. stenen
uitspr. kröchen, kreuchen
zn. het gekroch
ook: krocher, krochpot, krochstoel = wc-stoel voor zieke mensen
WNT:
onz. (en bedr.) zw. ww. Mnl. crochen; mnd. krochen; verg. hd. krochen, kröchen. Een klanknabootsend woord, dat thans nog hier en daar in Z.-Nederl., met name in Brabant bekend is, Verg. KRUCHEN.
Hij zit op ’t huiske te krochen.
De krocher, hij kan bijna niet uit zijne zetel. Het is niet dat em 90 jaar is, maar het is zijne buik die te dik is.
Het hoogste verdiep in het ziekenhuis, dat is de afdeling van de krochpotten.
houdt het midden tussen kuchen en kreunen; het geluid voortbrengen dat een zware inspanning (bv. lastige ontlasting) met zich meebrengt.
ook krochelen, krozen
syn. van steunen > mnl. stenen
uitspr. kröchen, kreuchen
zn. het gekroch
ook: krocher, krochpot
WNT:
onz. (en bedr.) zw. ww. Mnl. crochen; mnd. krochen; verg. hd. krochen, kröchen. Een klanknabootsend woord, dat thans nog hier en daar in Z.-Nederl., met name in Brabant bekend is, Verg. KRUCHEN.
Hij zit op ’t huiske te krochen.
De krocher, hij kan bijna niet uit zijne zetel. Het is niet dat em 90 jaar is, maar het is zijne buik die te dik is.
Het hoogste verdiep in het ziekenhuis, dat is de afdeling van de krochpotten.
houdt het midden tussen kuchen en kreunen; het geluid voortbrengen dat een zware inspanning (bv. lastige ontlasting) met zich meebrengt.
ook krochelen
syn. van steunen > mnl. stenen
uitspr. kröchen
Hij zit op ’t huiske te krochen.
houdt het midden tussen kuchen en kreunen; het geluid voortbrengen dat een zware inspanning(bv. lastige ontlasting) met zich meebrengt.
ook krochelen
syn. van steunen > mnl. stenen
Hij zit op ’t huiske te krochen.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.