Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wees welgekomen | Willekeurig | Top woorden | Recent

    malheur

    De beschrijving van deze term werd 14 keer aangepast.

    Versie 14

    malheur
    (zn., o. -en)

    ongeluk, ongeval

    vnw

    zie ook: maleur; malheur, een ~ doen; malheuren doen; per malheur

    Woordenboek der Nederlandsche Taal: malheur
    Uit frans malheur (1174 mal eür, voor 1526 in den vorm malheur); zoo ook engels malheur (1471), duits malheur (18de e.).

    vgl. malheureus

    Hij heeft mij goed bij mijn pietje. Dat hij maar oppast dat ik geen malheur bega.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door Georges Grootjans op 02 Oct 2023 11:41
    0 reactie(s)

    Versie 13

    malheur
    (zn., o. -en)

    ongeluk, ongeval

    vnw

    zie ook: maleur; malheur, een ~ doen; malheuren doen; per malheur

    Woordenboek der Nederlandsche Taal: malheur
    Uit frans malheur (1174 mal eür, voor 1526 in den vorm malheur); zoo ook engels malheur (1471), duits malheur (18de e.).

    Hij heeft mij goed bij mijn pietje. Dat hij maar oppast dat ik geen malheur bega.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door Georges Grootjans op 02 Oct 2023 11:30
    0 reactie(s)

    Versie 12

    malheur
    (zn., o. -en)

    ongeluk, ongeval

    vnw

    zie ook: maleur, malheur, een ~ doen, malheuren doen

    Woordenboek der Nederlandsche Taal: malheur
    Uit frans malheur (1174 mal eür, voor 1526 in den vorm malheur); zoo ook engels malheur (1471), duits malheur (18de e.).

    Hij heeft mij goed bij mijn pietje. Dat hij maar oppast dat ik geen malheur bega.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door Georges Grootjans op 02 Oct 2023 11:29
    0 reactie(s)

    Versie 11

    malheur
    (zn., o. -en)

    ongeluk, ongeval

    zie ook: maleur, malheur, een ~ doen, malheuren doen

    Woordenboek der Nederlandsche Taal: malheur
    Uit frans malheur (1174 mal eür, voor 1526 in den vorm malheur); zoo ook engels malheur (1471), duits malheur (18de e.).

    Hij heeft mij goed bij mijn pietje. Dat hij maar oppast dat ik geen malheur bega.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 11 Dec 2018 16:11
    0 reactie(s)

    Versie 10

    malheur
    (zn., o. -en)

    ongeluk, ongeval

    zie ook: maleur, malheur, een ~ doen, malheuren doen

    WNT: malheur
    Uit frans malheur (1174 mal eür, voor 1526 in den vorm malheur); zoo ook engels malheur (1471), duits malheur (18de e.).

    Hij heeft mij goed bij mijn pietje. Dat hij maar oppast dat ik geen malheur bega.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 06 Apr 2015 15:05
    0 reactie(s)

    Versie 9

    malheur
    (zn., o. -en)

    1. ongeluk, ongeval
    2. kwetsuren, blauw plekken, schaafwonden

    zie ook: maleur, malheur, een ~ doen, malheuren doen

    WNT: malheur
    Uit frans malheur (1174 mal eür, voor 1526 in den vorm malheur); zoo ook engels malheur (1471), duits malheur (18de e.).

    1. Hij heeft mij goed bij mijn pietje. Dat hij maar oppast dat ik geen malheur bega.

    2. Met te vallen met mijne fiets heb ik malheuren opgelopen.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 06 Apr 2015 15:02
    0 reactie(s)

    Versie 8

    malheur
    (zn., o. -en)

    1. ongeluk, ongeval
    2. kwetsuren, blauw plekken, schaafwonden

    zie ook: maleur, malheur, een ~ doen, malheuren doen

    > Fr. malheur vs. bonheur: tegenslag vs. meeval
    schrijfwijze: 1174 mal eür, voor 1526 in den vorm malheur
    > eng. malheur (1471)
    > du. malheur (18de e.)

    1. Hij heeft mij goed bij mijn pietje. Dat hij maar oppast dat ik geen malheur bega.

    2. Met te vallen met mijne fiets heb ik malheuren opgelopen.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door fansy op 30 Aug 2014 20:28
    0 reactie(s)

    Versie 7

    malheur
    (zn., o. -en)

    1. ongeluk, ongeval
    2. kwetsuren, blauw plekken, schaafwonden

    zie ook: maleur, malheur, een ~ doen, malheuren doen

    1. Hij heeft mij goed bij mijn pietje. Dat hij maar oppast dat ik geen malheur bega.

    2. Met te vallen met mijne fiets heb ik malheuren opgelopen.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door fansy op 30 Aug 2014 20:16
    0 reactie(s)

    Versie 6

    malheur
    (zn., o. -en)

    1. ongeluk, ongeval
    2. kwetsuren, blauw plekken, schaafwonden

    zie ook: maleur

    zie ook malheur, een ~ doen

    1. Hij heeft mij goed bij mijn pietje. Dat hij maar oppast dat ik geen malheur bega.

    2. Met te vallen met mijne fiets heb ik malheuren opgelopen.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door Georges Grootjans op 06 Apr 2014 23:55
    0 reactie(s)

    Versie 5

    malheur
    (zn., o. -en)

    1. ongeluk, ongeval
    2. kwetsuren, blauw plekken, schaafwonden

    zie ook: maleur

    1. Hij heeft mij goed bij mijn pietje. Dat hij maar oppast dat ik geen malheur bega.

    2. Met te vallen met mijne fiets heb ik malheuren opgelopen.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door fansy op 27 Nov 2012 17:23
    0 reactie(s)

    Versie 4

    malheur
    (zn., o. -en)

    ongeluk of ook ongeval

    zie ook: maleur

    Hij heeft mij goed bij mijn pietje. Dat hij maar oppast dat ik geen malheur bega.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door fansy op 27 Nov 2012 17:02
    0 reactie(s)

    Versie 3

    µ malheur
    (zn., o. -en)

    ongeluk of ook ongeval
    variant van (zie) maleur

    Hij heeft mij goed bij mijn pietje.
    Dat hij maar oppast dat ik geen malheur bega.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door haloewie op 04 Jan 2011 00:10
    0 reactie(s)

    Versie 2

    malheur
    (het ~ (o.), ~en)

    of maleur
    ongeluk

    Hij heeft mij goed bij mijn pietje.
    Dat hij maar oppast dat ik geen malheur bega.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 28 Nov 2010 13:31
    0 reactie(s)

    Versie 1

    malheur
    (het ~ (o.), ~en)

    ongeluk

    Hij heeft mij goed bij mijn pietje.
    Dat hij maar oppast dat ik geen malheur bega.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door la_rog op 11 Feb 2008 01:38
    0 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.