Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Wees welgekomen | Willekeurig | Top woorden | Recent
De beschrijving van deze term werd 16 keer aangepast.
versieren met papieren slingers (verjaardag, feest, jubilee)
zie ook palatie
Middelnederlandsch Woordenboek: Paleeren: Nog heden is paleeren in West-Vlaanderen gewoon.
Zie b. v. De Bo: “de straten paleeren voor de komst van den koning”.
Woordenboek der Nederlandsche Taal: Paleeren: bedr. en wederk. zw. ww.
Middelnederlands: pa(l)leren, naast poleren. Uit frans polir, polijsten, doch onder invloed van frans parer, waaruit pareeren, veranderd van vorm en verruimd van beteekenis. Thans alleen in Zuid-Nederland nog in algemeen gebruik.
< andere definitie van paleren
Als Pietertje zijn verjaardag viert, moet de kamer gepaleerd zijn.
versieren met papieren slingers (verjaardag, feest, jubilee)
zie ook palatie
Middelnederlandsch Woordenboek: Paleeren: Nog heden is paleeren in W.-Vlaanderen gewoon.
Zie b. v. De Bo: “de straten paleeren voor de komst van den koning”.
Woordenboek der Nederlandsche Taal: Paleeren: bedr. en wederk. zw. ww.
Middelnederlands: pa(l)leren, naast poleren. Uit frans polir, polijsten, doch onder invloed van frans parer, waaruit pareeren, veranderd van vorm en verruimd van beteekenis. Thans alleen in Zuid-Nederland nog in algemeen gebruik.
< andere definitie van paleren
Als Pietertje zijn verjaardag viert, moet de kamer gepaleerd zijn.
versieren met papieren slingers (verjaardag, feest, jubilee)
zie ook palatie
Middelnederlandsch Woordenboek: Paleeren: Nog heden is paleeren in W.-Vlaanderen gewoon.
Zie b. v. De Bo: “de straten paleeren voor de komst van den koning”.
Woordenboek der Nederlandsche Taal:
Middelnederlands: pa(l)leren, naast poleren. Uit frans polir, polijsten, doch onder invloed van frans parer, waaruit pareeren, veranderd van vorm en verruimd van beteekenis. Thans alleen in Zuid-Nederland nog in algemeen gebruik.
< andere definitie van paleren
Als Pietertje zijn verjaardag viert, moet de kamer gepaleerd zijn.
versieren met papieren slingers (verjaardag, feest, jubilee)
zie ook palatie
andere betekenis van paleren
Middelnederlandsch Woordenboek:
Nog heden is paleeren in W.-Vlaanderen gewoon.
Zie b. v. De Bo: “de straten paleeren voor de komst van den koning”.
Woordenboek der Nederlandsche Taal:
Middelnederlands: pa(l)leren, naast poleren. Uit frans polir, polijsten, doch onder invloed van frans parer, waaruit pareeren, veranderd van vorm en verruimd van beteekenis. Thans alleen in Zuid-Nederland nog in algemeen gebruik.
Als Pietertje zijn verjaardag viert, moet de kamer gepaleerd zijn.
versieren met papieren slingers (verjaardag, feest, jubilee)
zich opmaken
zie ook palatie
Middelnederlandsch Woordenboek:
Nog heden is paleeren in W.-Vlaanderen gewoon.
Zie b. v. De Bo: “de straten paleeren voor de komst van den koning”.
Woordenboek der Nederlandsche Taal:
Middelnederlands: pa(l)leren, naast poleren. Uit frans polir, polijsten, doch onder invloed van frans parer, waaruit pareeren, veranderd van vorm en verruimd van beteekenis. Thans alleen in Zuid-Nederland nog in algemeen gebruik.
Als Pietertje zijn verjaardag viert, moet de kamer gepaleerd zijn.
Ze was nog mor pas zesting jaar
twiê blau oêgen en zwart van aar
ze kon eur zoe góe paleren
en eur aar in krollekes frisere
(Wannes Van De Velde “Mij Sofieke”)
versieren met papieren slingers (verjaardag, feest, jubilee)
zie ook palatie
Middelnederlandsch Woordenboek:
Nog heden is paleeren in W.-Vlaanderen gewoon.
Zie b. v. De Bo: “de straten paleeren voor de komst van den koning”.
Woordenboek der Nederlandsche Taal:
Middelnederlands: pa(l)leren, naast poleren. Uit frans polir, polijsten, doch onder invloed van frans parer, waaruit pareeren, veranderd van vorm en verruimd van beteekenis. Thans alleen in Zuid-Nederland nog in algemeen gebruik.
Als Pietertje zijn verjaardag viert, moet de kamer gepaleerd zijn.
versieren met papieren slingers (verjaardag, feest, jubilee)
zie ook palatie
MNW ( Middelnederlandsch Woordenboek):
Nog heden is paleeren in W.-Vlaanderen gewoon.
Zie b. v. De Bo: “de straten paleeren voor de komst van den koning”.
(Woordenboek der Nederlandsche Taal):
Middelnederlands: pa(l)leren, naast poleren. Uit frans polir, polijsten, doch onder invloed van frans parer, waaruit pareeren, veranderd van vorm en verruimd van beteekenis. Thans alleen in Zuid-Nederland nog in algemeen gebruik.
Als Pietertje zijn verjaardag viert, moet de kamer gepaleerd zijn.
versieren met papieren slingers (verjaardag, feest, jubilee)
zie ook palatie
MNW ( Middelnederlandsch Woordenboek):
Nog heden is paleeren in W.-Vlaanderen gewoon.
Zie b. v. De Bo: “de straten paleeren voor de komst van den koning”.
WNT (Woordenboek der Nederlandsche Taal):
Middelnederlands: pa(l)leren, naast poleren. Uit frans polir, polijsten, doch onder invloed van frans parer, waaruit pareeren, veranderd van vorm en verruimd van beteekenis. Thans alleen in Zuid-Nederland nog in algemeen gebruik.
Als Pietertje zijn verjaardag viert, moet de kamer gepaleerd zijn.
1. versieren met papieren slingers (verjaardag, feest, jubilee)
2. zich tooien, zich sieren, zich mooi maken. Vooral van het lichaam gezegd. Dikwijls wederkerig gebruikt (Antwerpse Kempen).
3. (schertsend) iemand paleren: iemand toetakelen (Antwerpse Kempen)
zie ook palatie
MNW ( Middelnederlandsch Woordenboek):
Nog heden is paleeren in W.-Vlaanderen gewoon.
Zie b. v. De Bo: “de straten paleeren voor de komst van den koning”.
WNT (Woordenboek der Nederlandsche Taal):
Middelnederlands: pa(l)leren, naast poleren. Uit frans polir, polijsten, doch onder invloed van frans parer, waaruit pareeren, veranderd van vorm en verruimd van beteekenis. Thans alleen in Zuid-Nederland nog in algemeen gebruik.
1. Als Pietertje zijn verjaardag viert, moet de kamer gepaleerd zijn.
2. Ge hebt uw eigen schoon gepaleerd met die kettingen en die oorbellen.
3. Nen agressieve chauffeur had mijne kozijn nogal gepaleerd met een blauw oog en een bloedneus.
1. versieren met papieren slingers (verjaardag, feest, jubilee)
2. zich tooien, zich sieren, zich mooi maken. Vooral van het lichaam gezegd. Dikwijls wederkerig gebruikt (Antwerpse Kempen).
3. (schertsend) iemand paleren: iemand toetakelen (Antwerpse Kempen)
zie ook palatie
MNW ( Middelnederlandsch Woordenboek):
Nog heden is paleeren in W.-Vlaanderen gewoon.
Zie b. v. De Bo 820: “de straten paleeren voor de komst van den koning”.
WNT (Woordenboek der Nederlandsche Taal):
Middelnederlands: pa(l)leren, naast poleren. Uit frans polir, polijsten, doch onder invloed van frans parer, waaruit pareeren, veranderd van vorm en verruimd van beteekenis. Thans alleen in Zuid-Nederland nog in algemeen gebruik.
1. Als Pietertje zijn verjaardag viert, moet de kamer gepaleerd zijn.
2. Ge hebt uw eigen schoon gepaleerd met die kettingen en die oorbellen.
3. Nen agressieve chauffeur had mijne kozijn nogal gepaleerd met een blauw oog en een bloedneus.
1. versieren met papieren slingers (verjaardag, feest, jubilee)
2. zich tooien, zich sieren, zich mooi maken. Vooral van het lichaam gezegd. Dikwijls wederkerig gebruikt.
3. (schertsend) iemand paleren: iemand toetakelen
zie ook palatie
MNW ( Middelnederlandsch Woordenboek):
Nog heden is paleeren in W.-Vlaanderen gewoon.
Zie b. v. De Bo 820: “de straten paleeren voor de komst van den koning”.
WNT (Woordenboek der Nederlandsche Taal):
Middelnederlands: pa(l)leren, naast poleren. Uit frans polir, polijsten, doch onder invloed van frans parer, waaruit pareeren, veranderd van vorm en verruimd van beteekenis. Thans alleen in Zuid-Nederland nog in algemeen gebruik.
1. Als Pietertje zijn verjaardag viert, moet de kamer gepaleerd zijn.
2. Ge hebt uw eigen schoon gepaleerd met die kettingen en die oorbellen.
3. Nen agressieve chauffeur had mijne kozijn nogal gepaleerd met een blauw oog en een bloedneus.
1. versieren met papieren slingers (verjaardag, feest, jubilee)
2. zich tooien, zich sieren, zich mooi maken. Vooral van het lichaam gezegd. Dikwijls wederkerig gebruikt.
3. (schertsend) iemand paleren: iemand toetakelen
zie ook palatie
MNW:
Nog heden is paleeren in W.-Vlaanderen gewoon.
Zie b. v. De Bo 820: “de straten paleeren voor de komst van den koning”.
WNT:
Middelnederlands: pa(l)leren, naast poleren. Uit frans polir, polijsten, doch onder invloed van frans parer, waaruit pareeren, veranderd van vorm en verruimd van beteekenis. Thans alleen in Zuid-Nederland nog in algemeen gebruik.
1. Als Pietertje zijn verjaardag viert, moet de kamer gepaleerd zijn.
2. Ge hebt uw eigen schoon gepaleerd met die kettingen en die oorbellen.
3. Nen agressieve chauffeur had mijne kozijn nogal gepaleerd met een blauw oog en een bloedneus.
1. versieren met papieren slingers (verjaardag, feest, jubilee)
2. zich tooien, zich sieren, zich mooi maken. Vooral van het lichaam gezegd. Dikwijls wederkerig gebruikt.
3. iemand paleren: iemand toetakelen (WNY: gewestelijk in Z-Ndl.)
zie ook palatie
MNW:
Nog heden is paleeren in W.-Vlaanderen gewoon.
Zie b. v. De Bo 820: “de straten paleeren voor de komst van den koning”.
WNT:
< Mnl.: pa(l)leren, naast poleren.
< fr.: polir, ‘polijsten’, doch onder invloed van fr. parer, waaruit pareeren, veranderd van vorm en verruimd van beteekenis. Thans alleen in Z.-Nederl. nog in algemeen gebruik.
1. Als Pietertje zijn verjaardag viert, moet de kamer gepaleerd zijn.
Paleert de kerstboom maar en vergeet de lichtjes niet.
2. Ge hebt uw eigen schoon gepaleerd met die kettingen en die oorbellen.
Met oudjaar paleren de kapsters menig vrouwenhaar met speldjes en valse haarlokjes.
3. Nen agressieve chauffeur had mijn kozijn nogal gepaleerd met een blauw oog en een bloedneus.
1. versieren met papieren slingers (verjaardag, feest, jubilee)
2. zich tooien, zich sieren, zich mooi maken. Vooral van het lichaam gezegd. Dikwijls wederkerig gebruikt.
3. iemand paleren: iemand toetakelen (WNY: gewestelijk in Z-Ndl.)
zie ook palatie
MNW:
Nog heden is paleeren in W.-Vlaanderen gewoon.
Zie b. v. De Bo 820: “de straten paleeren voor de komst van den koning”.
WNT:
< Mnl.: pa(l)leren, naast poleren.
< fr.: polir, ‘polijsten’, doch onder invloed van fr. parer, waaruit pareeren, veranderd van vorm en verruimd van beteekenis. Thans alleen in Z.-Nederl. nog in algemeen gebruik.
1. Als Pietertje zijn verjaardag viert, moet de kamer gepaleerd zijn.
Paleert de kerstboom maar en vergeet de lichtjes niet.
2. Ge hed uw eigen schoon gepaleerd met die kettingen en die oorbellen.
Met oudjaar paleren de kapsters menig vrouwenhaar met speldjes en valse haarlokjes.
3. Nen agressieve chauffeur had mijn kozijn nogal gepaleerd met een blauw oog en een bloedneus.
versieren met papieren slingers (verjaardag, feest, jubilee)
< Middelnederlands pa(l)leren, naast poleren. Uit frans. polir, ‘polijsten’, doch onder invloed van fr. parer, waaruit pareeren, veranderd van vorm en verruimd van beteekenis. Thans alleen in Z.-Nederl. nog in algemeen gebruik. (WNT)
Als Pietertje zijn verjaardag viert, moet de kamer gepaleerd zijn.
versieren met papieren slingers (verjaardag, feest, jubilee)
Als Pietertje zijn verjaardag viert, moet de kamer gepaleerd zijn.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.