Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Wees welgekomen | Willekeurig | Top woorden | Recent
De beschrijving van deze term werd 13 keer aangepast.
heks, kreng
slechte vrouw, meisje
Woordenboek der Nederlandsche Taal: Ros
In Zuid-Nederland gebruikelijk, voorheen ook in Noord-Nederland niet onbekend.
> een slecht vrouwmensch, een boosaardig vrouwspersoon: Eene rosse van een vrouwmensch, De Bo (1873). ’En kwaê ros van e wijf, (Cornelissen-Vervliet (1899)
West-Vlaanderen: rosse
Gij se ros! Dat ik dat nu nog eens zie dat ge javel op m’n bloemen giet!
Zotte ros! Kunt ge niet uitkijken waar ge rijdt?
> andere betekenis van ros
heks, kreng
slechte vrouw, meisje
Woordenboek der Nederlandsche Taal: Ros
In Zuid-Nederland gebruikelijk, voorheen ook in Noord-Nederland niet onbekend.
> een slecht vrouwmensch, een boosaardig vrouwspersoon: Eene rosse van een vrouwmensch, De Bo (1873). ’En kwaê ros van e wijf, (Cornelissen-Vervliet (1899)
West-Vlaanderen: rosse
Gij se ros! Dat ik dat nu nog eens zie dat ge javel op m’n bloemen giet!
Zotte ros! Kunt ge niet uitkijken waar ge rijdt?
heks, kreng
slechte vrouw, meisje
Woordenboek der Nederlandsche Taal: Ros
> een slecht vrouwmensch, een boosaardig vrouwspersoon: Eene rosse van een vrouwmensch, De Bo (1873). ’En kwaê ros van e wijf, (Cornelissen-Vervliet (1899)
West-Vlaanderen: rosse
Gij se ros! Dat ik dat nu nog eens zie dat ge javel op m’n bloemen giet!
heks, kreng
slechte vrouw, meisje
Woordenboek der Nederlandsche Taal: Ros
< Frans rosse (< Duits Ross): een paard zonder kracht of energie, waarschijnlijk als een afgedankt ruiterspaard beschouwd.
Men heeft dit Romaansche woord natuurlijk in verband willen brengen met een ontleening aan germaans ros: paard, maar door de Romanisten wordt alle verband ontkend.
In Zuid-Nederland gebruikelijk, voorheen ook in Noord-Nederland niet onbekend.
> een slecht vrouwmensch, een boosaardig vrouwspersoon: Eene rosse van een vrouwmensch, De Bo (1873). ’En kwaê ros van e wijf, (Cornelissen-Vervliet (1899)
Gij se ros! Dat ik dat nu nog eens zie dat ge javel op m’n bloemen giet!
heks, kreng
slechte vrouw, meisje
Woordenboek der Nederlandsche Taal: Ros
< Frans rosse (< Duits Ross): een paard zonder kracht of energie, waarschijnlijk als een afgedankt ruiterspaard beschouwd.
Men heeft dit Romaansche woord natuurlijk in verband willen brengen met een ontleening aan germaans ros: paard, maar door de Romanisten wordt alle verband ontkend.
In Zuid-Nederland gebruikelijk, voorheen ook in Noord-Nederland niet onbekend.
> een slecht vrouwmensch, een boosaardig vrouwspersoon: Eene rosse van een vrouwmensch, De Bo (1873). ’En kwaê ros van e wijf, (Cornelissen-Vervliet (1899)
Gij se ros! Dat ik dat nu nog eens zie dat ge javel op m’n bloemen giet!
heks, kreng
slechte vrouw, meisje
WNT: Ros
< Frans rosse (< Duits Ross): een paard zonder kracht of energie, waarschijnlijk als een afgedankt ruiterspaard beschouwd.
Men heeft dit Romaansche woord natuurlijk in verband willen brengen met een ontleening aan germ. ros: paard, maar door de Romanisten wordt alle verband ontkend.
In Zuid-Nederland gebruikelijk, voorheen ook in Noord-Nederland niet onbekend.
> een slecht vrouwmensch, een boosaardig vrouwspersoon: Eene rosse van een vrouwmensch, De Bo (1873). ’En kwaê ros van e wijf, (Cornelissen-Vervliet (1899)
Gij se ros! Dat ik dat nu nog eens zie dat ge javel op m’n bloemen giet!
heks, kreng
slechte vrouw, meisje
WNT: Ros
< Frans rosse (< Duits Ross): een paard zonder kracht of energie, waarschijnlijk als een afgedankt ruiterspaard beschouwd.
Men heeft dit Romaansche woord natuurlijk in verband willen brengen met een ontleening aan germ. ros: paard, maar door de Romanisten wordt alle verband ontkend.
In Z.-Nederl. gebruikelijk, voorheen ook in N.-Nederl. niet onbekend.
> een slecht vrouwmensch, een boosaardig vrouwspersoon: Eene rosse van een vrouwmensch, de bo (1873). Eene rosse van een wijf, de bo (1873). ’En kwaê ros van e wijf, corn.-vervl. Zij is maar ’en ros, Ald.
Gij se ros! Dat ik dat nu nog eens zie dat ge javel op m’n bloemen giet!
heks, kreng
< Frans rosse (< Duits Ross): een paard zonder kracht of energie, dus een slecht paard < slechte vrouw, meisje
Gij se ros! Dat ik dat nu nog eens zie dat ge javel op m’n bloemen giet!
Fr. rosse
heks, kreng
Gij se ros! Dat ik dat nu nog eens zie dat ge javel op m’n bloemen giet!
Fr. rosse
heks, kreng
Gij se ros! Dat ik dat nu nog eens zie dat ge javel op m’n bloemen giet!
heks, kreng
Gij se ros! Dat ik dat nu nog eens zie dat ge javel op m’n bloemen giet!
heks, kreng
Gij se ros! Dat ik dat nu nog eens zie dat ge javel op m’n bloemen giet!
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.