Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Wees welgekomen | Willekeurig | Top woorden | Recent
De beschrijving van deze term werd 12 keer aangepast.
1. vlinder; zie: vijffouter
2. ikke; zie ook bibi
3. vrijers en lieven
1. In september met dat goei weer hebben we nog een paar wiewouterkes gezien; nakomelingskes.
2. Wie kon daarvoor weer opdraaien? Wiewouter. Mondeeke, mondeeke had de boter gefret (boter, de ~ gefret hebben).
3. Na schooltijd al die wiewouters aan de voordeur, dat moet maar eens gedaan zijn. Blijft in het park hangen.
1. vlinder; zie: vijffouter
2. ikke; zie ook bibi
3. vrijers en lieven
1. In september met dat goei weer hebben we nog een paar wiewouterkes gezien; nakomelingskes.
2. Wie kon daarvoor weer opdraaien? Wiewouter. Mondeeke, mondeeke had de boter gefret (boter, de ~ gevreten hebben).
3. Na schooltijd al die wiewouters aan de voordeur, dat moet maar eens gedaan zijn. Blijft in het park hangen.
1. vlinder; zie: vijffouter
2. ikke; zie ook bibi
3. vrijers en lieven
1. In september met dat goei weer hebben we nog een paar wiewouterkes gezien; nakomelingskes.
2. Wie kon daarvoor weer opdraaien? Wiewouter. Mondeeke, mondeeke had de boter gefret (boter, de ~ gevreten hebben).
3. Na schooltijd al die wiewouters aan de voordeur, dat moet maar eens gedaan zijn. Blijft in het park hangen.
1. vlinder (gewestelijk)
zie: vijffouter
2. ikke
zie ook bibi, eummekes, mondeeke
3. vrijers en lieven
1. In september met dat goei weer hebben we nog een paar wiewouterkes gezien; nakomelingskes.
2. Wie kon daarvoor weer opdraaien? Wiewouter. Mondeeke, mondeeke had de boter gefret (boter, de ~ gevreten hebben).
3. Na schooltijd al die wiewouters aan de voordeur, dat moet maar eens gedaan zijn. Blijft in het park hangen.
1. vlinder (gewestelijk)
zie ook: vijffouter, hellekapelle, pimpel, pepel, piepel, vliegewouter, flikketeer, weewouter
2. ikke
zie ook bibi, eummekes, mondeeke
3. vrijers en lieven
1. In september met dat goei weer hebben we nog een paar wiewouterkes gezien; nakomelingskes.
2. Wie kon daarvoor weer opdraaien? Wiewouter. Mondeeke, mondeeke had de boter gefret (boter, de ~ gevreten hebben).
3. Na schooltijd al die wiewouters aan de voordeur, dat moet maar eens gedaan zijn. Blijft in het park hangen.
1. vlinder (AN – gewestelijk)
zie ook: vijffouter, hellekapelle, pimpel, pepel, piepel, vliegewouter, flikketeer, weewouter
2. ikke
zie ook bibi, eummekes, mondeeke
3. vrijers en lieven
1. In september met dat goei weer hebben we nog een paar wiewouterkes gezien; nakomelingskes.
2. Wie kon daarvoor weer opdraaien? Wiewouter. Mondeeke, mondeeke had de boter gefret (boter, de ~ gevreten hebben).
3. Na schooltijd al die wiewouters aan de voordeur, dat moet maar eens gedaan zijn. Blijft in het park hangen.
1. vlinder (AN – gew.)
zie ook: vijffouter, hellekapelle, pimpel, pepel, piepel
2. ikke
zie ook bibi, eummekes, mondeeke
3. vrijers en lieven
1. In september met dat goei weer hebben we nog een paar wiewouterkes gezien; nakomelingskes.
2. Wie kon daarvoor weer opdraaien? Wiewouter. Mondeeke, mondeeke had de boter gefret (boter, de ~ gevreten hebben).
3. Na schooltijd al die wiewouters aan de voordeur, dat moet maar eens gedaan zijn. Blijft in het park hangen.
1. vlinder (AN – gew.)
zie ook: vijffouter, hellekapelle, pimpel, pepel, piepel
2. ikke
zie ook bibi, eummekes, mondeeke
3. vrijers en lieven
1. In september met dat goei weer hebben we nog een paar wiewouterkes gezien; nakomelingskes.
2. Wie kon daarvoor weer opdraaien? Wiewouter. Mondeeke, mondeeke had de boter gefret (boter, de ~ gevreten hebben).
3. Na schooltijd al die wiewouters aan de voordeur, dat moet maar eens gedaan zijn. Blijft in het park hangen.
1. vlinder (AN – gew.)
zie ook: vijffouter, hellekapelle, pimpel, pepel, piepel
2. ikke
zie ook bibi, eummekeus, mondeeke
3. vrijers en lieven
1. In september met dat goei weer hebben we nog een paar wiewouterkes gezien; nakomelingskes.
2. Wie kon daarvoor weer opdraaien? Wiewouter. Mondeeke, mondeeke had de boter gefret.
3. Na schooltijd al die wiewouters aan de voordeur, dat moet maar eens gedaan zijn. Blijft in het park hangen.
1. vlinder (AN – gew.) zie: vijffouter
2. ikke
3. vrijers en lieven
zie ook bibi, eummekeus, mondeeke
2. Wie kon daarvoor weer opdraaien? Wiewouter. Mondeeke, mondeeke had de boter gefret.
3. Na schooltijd al die wiewouters aan de voordeur, dat moet maar eens gedaan zijn. Blijft in het park hangen.
1. vlinder (AN – gew.) 2. ikke 3. vrijers en lieven
zie ook bibi, eummekeus, mondeeke
2. Wie kon daarvoor weer opdraaien? Wiewouter. Mondeeke, mondeeke had de boter gefret.
3. Na schooltijd al die wiewouters aan de voordeur, dat moet maar eens gedaan zijn. Blijft in het park hangen.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.