Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Wees welgekomen | Willekeurig | Top woorden | Recent
De beschrijving van deze term werd 9 keer aangepast.
knotwilg
Woordenboek der Nederlandsche Taal:
< BOLLAARD (juister bolaard)
boom welks kruin is afgeknot, inzonderheid: knotwilg (De Bo (1873)), ook bolhoofd genoemd.
Vgl.: engels pollard en frans têtard met het gelijkbeteekenende bollaard
Bollaerts vindt ge langs de wegen of dreven.
knotwilg
Woordenboek der Nederlandsche Taal:
< BOLLAARD (juister bolaard)
boom welks kruin is afgeknot, inzonderheid: knotwilg (De Bo (1873)), ook bolhoofd genoemd.
Vgl.: engels pollard en fr. têtard met het gelijkbeteekenende bollaard
ook wel POLDER, in Vlaanderen BOLLERD, BOLLAARD —, znw. m., mv. -s. Nnd. boller, eng. bollard. De Vlaamsche en Engelsche vorm maakt het waarschijnlijk dat het woord eene afleiding is van Bol (IV) en dus eigenlijk hetzelfde als het aldaar vermelde bollaard, afgeknotte boom
Bollaerts vindt ge langs de wegen of dreven.
knotwilg
Woordenboek der Nederlandsche Taal:
< BOLLAARD (juister bolaard)
boom welks kruin is afgeknot, inzonderheid: knotwilg (DE BO (1873)), ook bolhoofd genoemd.
< BOL (W.-VL: znw, o., mv. ~len)
Stam, tronk, schacht van een boom, boomstam
Reeds in ’t Mnl.
Vgl.: engels pollard en fr. têtard met het gelijkbeteekenende bollaard
ook wel POLDER, in Vlaanderen BOLLERD, BOLLAARD —, znw. m., mv. -s. Nnd. boller, eng. bollard. De Vlaamsche en Engelsche vorm maakt het waarschijnlijk dat het woord eene afleiding is van Bol (IV) en dus eigenlijk hetzelfde als het aldaar vermelde bollaard, afgeknotte boom
Bollaerts vindt ge langs de wegen of dreven.
knotwilg
Woordenboek der Nederlandsche Taal:
< BOLLAARD (juister bolaard)
boom welks kruin is afgeknot, inzonderheid: knotwilg (DE BO (1873)), ook bolhoofd genoemd.
< BOL (W.-VL: znw, o., mv. ~len)
Stam, tronk, schacht van een boom, boomstam
Reeds in ’t Mnl.
Vgl.: eng. pollard en fr. têtard met het gelijkbeteekenende bollaard
ook wel POLDER, in Vlaanderen BOLLERD, BOLLAARD —, znw. m., mv. -s. Nnd. boller, eng. bollard. De Vlaamsche en Engelsche vorm maakt het waarschijnlijk dat het woord eene afleiding is van Bol (IV) en dus eigenlijk hetzelfde als het aldaar vermelde bollaard, afgeknotte boom
Bollaerts vindt ge langs de wegen of dreven.
knotwilg
WNT:
< BOLLAARD (juister bolaard)
boom welks kruin is afgeknot, inzonderheid: knotwilg (DE BO (1873)), ook bolhoofd genoemd.
< BOL (W.-VL: znw, o., mv. ~len)
Stam, tronk, schacht van een boom, boomstam
Reeds in ’t Mnl.
Vgl.: eng. pollard en fr. têtard met het gelijkbeteekenende bollaard
ook wel POLDER, in Vlaanderen BOLLERD, BOLLAARD —, znw. m., mv. -s. Nnd. boller, eng. bollard. De Vlaamsche en Engelsche vorm maakt het waarschijnlijk dat het woord eene afleiding is van Bol (IV) en dus eigenlijk hetzelfde als het aldaar vermelde bollaard, afgeknotte boom
Bollaerts vindt ge langs de wegen of dreven.
knotwilg
WNT:
< BOLLAARD (juister bolaard)
boom welks kruin is afgeknot, inzonderheid: knotwilg (DE BO (1873)), ook bolhoofd genoemd.
< BOL (W.-VL: znw, o., mv. ~len)
Stam, tronk, schacht van een boom, boomstam
Reeds in ’t Mnl.
Vgl.: eng. pollard en fr. têtard met het gelijkbeteekenende bollaard
Bollaerts vindt ge langs de wegen of dreven.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.