Wees welgekomen | Willekeurig | Top woorden | Recent

oppotlepelen, zich ~

De beschrijving van deze term werd 4 keer aangepast.

Versie 4

oppotlepelen, zich ~
(ww., oppotlepelde (w.g.), heeft (zich)/is opgepotlepeld)

(zich) opvallend schminken, (zich) ongepast opmaken (van vrouwen gezegd)

opgepotlepeld zijn: zwaar geschminkt zijn
(het woord klinkt wat verouderd tegenwoordig; de weerstand tegen een opgemaakt uiterlijk is niet meer zo groot)

zie synoniemen bij opgepatuut

Tante Bertha was nogal opgepotlepeld gisteren! Wat een schminkdoos is dat geworden!

Regio Haspengouw

Bewerking door de Bon op 13 Jul 2018 01:14
0 reactie(s)

Versie 3

oppotlepelen, zich ~
(ww., oppotlepelde (w.g.), heeft (zich)/is opgepotlepeld)

(zich) opvallend schminken, (zich) ongepast opmaken (van vrouwen gezegd)
zie ook opgepatuut

opgepotlepeld zijn: zwaar geschminkt zijn
(het woord klinkt wat verouderd tegenwoordig; de weerstand tegen een opgemaakt uiterlijk is niet meer zo groot)

Tante Bertha was nogal opgepotlepeld gisteren! Wat een schminkdoos is dat geworden!

Regio Haspengouw

Bewerking door de Bon op 03 Dec 2009 13:33
0 reactie(s)

Versie 2

oppotlepelen, zich ~
(ww., oppotlepelde (w.g.), heeft (zich)/is opgepotlepeld)

(zich) opvallend schminken, (zich) ongepast opmaken (van vrouwen gezegd)

opgepotlepeld zijn: zwaar geschminkt zijn
(het woord klinkt wat verouderd tegenwoordig; de weerstand tegen een opgemaakt uiterlijk is niet meer zo groot)

Tante Bertha was nogal opgepotlepeld gisteren! Wat een schminkdoos is dat geworden!

Regio Haspengouw

Bewerking door de Bon op 03 Dec 2009 13:31
0 reactie(s)

Versie 1

oppotlepelen, zich
(ww., oppotlepelde (w.g.), heeft (zich)/is opgepotlepeld)

(zich) opvallend schminken, (zich) ongepast opmaken (van vrouwen gezegd)

opgepotlepeld zijn: zwaar geschminkt zijn
(het woord klinkt wat verouderd tegenwoordig; de weerstand tegen een opgemaakt uiterlijk is niet meer zo groot)

Tante Bertha was nogal opgepotlepeld gisteren! Wat een schminkdoos is dat geworden!

Regio Haspengouw

Bewerking door petrik op 14 Aug 2009 15:42
0 reactie(s)

Het Vlaams woordenboek

Index

Log in

oppotlepelen, zich ~

Versie 4

oppotlepelen, zich ~
(ww., oppotlepelde (w.g.), heeft (zich)/is opgepotlepeld)

Versie 3

oppotlepelen, zich ~
(ww., oppotlepelde (w.g.), heeft (zich)/is opgepotlepeld)

Versie 2

oppotlepelen, zich ~
(ww., oppotlepelde (w.g.), heeft (zich)/is opgepotlepeld)

Versie 1

oppotlepelen, zich
(ww., oppotlepelde (w.g.), heeft (zich)/is opgepotlepeld)

Het Vlaams woordenboek

Index

Log in

oppotlepelen, zich ~

Versie 4

oppotlepelen, zich ~ (ww., oppotlepelde (w.g.), heeft (zich)/is opgepotlepeld)

Versie 3

oppotlepelen, zich ~ (ww., oppotlepelde (w.g.), heeft (zich)/is opgepotlepeld)

Versie 2

oppotlepelen, zich ~ (ww., oppotlepelde (w.g.), heeft (zich)/is opgepotlepeld)

Versie 1

oppotlepelen, zich (ww., oppotlepelde (w.g.), heeft (zich)/is opgepotlepeld)

oppotlepelen, zich ~
(ww., oppotlepelde (w.g.), heeft (zich)/is opgepotlepeld)

oppotlepelen, zich ~
(ww., oppotlepelde (w.g.), heeft (zich)/is opgepotlepeld)

oppotlepelen, zich ~
(ww., oppotlepelde (w.g.), heeft (zich)/is opgepotlepeld)

oppotlepelen, zich
(ww., oppotlepelde (w.g.), heeft (zich)/is opgepotlepeld)