Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Wees welgekomen | Willekeurig | Top woorden | Recent
De beschrijving van deze term werd 17 keer aangepast.
blageur, stoefer, dikke nek, blaze, blagaai
Woordenboek der Nederlandsche Taal: wiester
- wijster: in het West-Vlaams als eerste lid in eenige samenstellingen aangetroffen verbaalabstractum behoorend bij weisteren.
- Wiestergaai, wijstergaai: druktemaker, windbuil, dwaas, zot.
- Wiesterkapeel(e), wijsterkapeel(e), overhoop, door elkaar, in de war, verspreid, wanordelijk.
< Middelnederlands: weisteren, weinsteren, westeren, wesseren. Mogelijk van weieren, een nevenvorm van waaieren: zich veel, onrustig bewegen, beweeglijk zijn,
onrustig heen en weer lopen,
veel, druk gebaren (met de armen, bij het spreken e.d.)
zie ook wezzeren
Kijk hem lopen, de wiestergaai met zijn pies in de wind.
(Zie hem daar lopen, wat een dikke nek.)
blageur, stoefer, dikke nek, blaze, blagaai
WNT: wiester
- wijster: in het West-Vlaams als eerste lid in eenige samenstellingen aangetroffen verbaalabstractum behoorend bij weisteren.
- Wiestergaai, wijstergaai: druktemaker, windbuil, dwaas, zot.
- Wiesterkapeel(e), wijsterkapeel(e), overhoop, door elkaar, in de war, verspreid, wanordelijk.
< Middelnederlands: weisteren, weinsteren, westeren, wesseren. Mogelijk van weieren, een nevenvorm van waaieren: zich veel, onrustig bewegen, beweeglijk zijn,
onrustig heen en weer lopen,
veel, druk gebaren (met de armen, bij het spreken e.d.)
zie ook wezzeren
Kijk hem lopen, de wiestergaai met zijn pies in de wind.
(Zie hem daar lopen, wat een dikke nek.)
blageur, stoefer, dikke nek, blaze, blagaai
WNT: wiester
wijster: in het West-Vlaams als eerste lid in eenige samenstellingen aangetroffen verbaalabstractum behoorend bij weisteren.
- Wiestergaai, wijstergaai: druktemaker, windbuil, dwaas, zot.
- Wiesterkapeel(e), wijsterkapeel(e), overhoop, door elkaar, in de war, verspreid, wanordelijk.
< Middelnederlands: weisteren, weinsteren, westeren, wesseren. Mogelijk van weieren, een nevenvorm van waaieren: zich veel, onrustig bewegen, beweeglijk zijn,
onrustig heen en weer lopen,
veel, druk gebaren (met de armen, bij het spreken e.d.)
zie ook wezzeren
Kijk hem lopen, de wiestergaai met zijn pies in de wind.
(Zie hem daar lopen, wat een dikke nek.)
blageur, stoefer, dikke nek, blaze, blagaai
WNT: wiester, wijster: in het West-Vlaams als eerste lid in eenige samenstellingen aangetroffen verbaalabstractum behoorend bij weisteren.
- Wiestergaai, wijstergaai: druktemaker, windbuil, dwaas, zot.
- Wiesterkapeel(e), wijsterkapeel(e), overhoop, door elkaar, in de war, verspreid, wanordelijk.
< Middelnederlands: weisteren, weinsteren, westeren, wesseren. Mogelijk van weieren, een nevenvorm van waaieren: zich veel, onrustig bewegen, beweeglijk zijn,
onrustig heen en weer lopen,
veel, druk gebaren (met de armen, bij het spreken e.d.)
zie ook wezzeren
Kijk hem lopen, de wiestergaai met zijn pies in de wind.
(Zie hem daar lopen, wat een dikke nek.)
blageur, stoefer, dikke nek, blaze, blagaai
WNT: wiester, wijster: in het West-Vlaams als eerste lid in eenige samenstellingen aangetroffen verbaalabstractum behoorend bij weisteren.
- Wiestergaai, wijstergaai: druktemaker, windbuil, dwaas, zot.
- Wiesterkapeel(e), wijsterkapeel(e), overhoop, door elkaar, in de war, verspreid, wanordelijk.
< Middelnederlands: weisteren, weinsteren, westeren, wesseren. Mogelijk van weieren, een nevenvorm van waaieren: zich veel, onrustig bewegen, beweeglijk zijn,
onrustig heen en weer lopen,
veel, druk gebaren (met de armen, bij het spreken e.d.)
zie ook wezzeren
Kijk hem lopen, de wiestergaai met zijn pies in de wind.
(Zie hem daar lopen, wat een dikke nek.)
blageur, stoefer, dikke nek, blaze, blagaai
WNT: wiester, wijster: in het West-Vlaams als eerste lid in eenige samenstellingen aangetroffen verbaalabstractum behoorend bij weisteren.
- Wiestergaai, wijstergaai: druktemaker, windbuil, dwaas, zot.
- Wiesterkapeel(e), wijsterkapeel(e), overhoop, door elkaar, in de war, verspreid, wanordelijk.
< Middelnederlands: weisteren, weinsteren, westeren, wesseren. Mogelijk van weieren, een nevenvorm van waaieren: zich veel, onrustig bewegen, beweeglijk zijn,
onrustig heen en weer lopen,
veel, druk gebaren (met de armen, bij het spreken e.d.)
zie ook wezzeren
Kijk hem lopen, de wiestergaai met zijn pies in de wind.
(Zie hem daar lopen, wat een dikke nek.)
blageur, stoefer, dikke nek, blaze, blagaai
Al gehoord aan de kust, maar niet zeker van de oorsprong of waar het nog wordt gebruikt. Mogelijks verouderd dialect… Iemand een idee?
WNT: wiester
— wijster —, in het West-Vlaams als eerste lid in eenige samenstellingen aangetroffen verbaalabstractum behoorend bij weisteren.
— Wiestergaai, wijstergaai, druktemaker, windbuil; dwaas, zot.
— Wiesterkapeel(e), wijsterkapeel(e), overhoop, door elkaar, in de war, verspreid, wanordelijk.
< weisteren (weinsteren, westeren, wesseren), Middelnederlands weisteren. Mogelijk van weieren, een nevenvorm van waaieren:
zich veel, onrustig bewegen, beweeglijk zijn;
onrustig heen en weer lopen;
veel, druk gebaren (met de armen, bij het spreken e.d.)
Kijk hem lopen, de wiestergaai met zijn pies in de wind.
(Zie hem daar lopen, wat een dikke nek.)
blageur, stoefer, dikke nek, blaze, blagaai
Al gehoord aan de kust, maar niet zeker van de oorsprong of waar het nog wordt gebruikt. Mogelijks verouderd dialect… Iemand een idee?
WNT: wiester
— wijster —, in het West-Vlaams als eerste lid in eenige samenstellingen aangetroffen verbaalabstractum behoorend bij weisteren.
— Wiestergaai, wijstergaai, druktemaker, windbuil; dwaas, zot.
— Wiesterkapeel(e), wijsterkapeel(e), overhoop, door elkaar, in de war, verspreid, wanordelijk.
< weisteren (weinsteren, westeren, wesseren), Middelnederlands weisteren. Mogelijk van weieren, een nevenvorm van waaieren:
zich veel, onrustig bewegen, beweeglijk zijn;
onrustig heen en weer lopen;
veel, druk gebaren (met de armen, bij het spreken e.d.)
Kijk hem lopen, de wiestergaai met zijn pies in de wind.
Zie hem daar lopen, wat een dikke nek.
blageur, stoefer, dikke nek, blaze, blagaai
Al gehoord aan de kust, maar niet zeker van de oorsprong of waar het nog wordt gebruikt. Mogelijks verouderd dialect… Iemand een idee?
WNT: wiester
— wijster —, in het West-Vlaams als eerste lid in eenige samenstellingen aangetroffen verbaalabstractum behoorend bij weisteren.
— Wiestergaai, wijstergaai, druktemaker, windbuil; dwaas, zot.
— Wiesterkapeel(e), wijsterkapeel(e), overhoop, door elkaar, in de war, verspreid, wanordelijk.
< weisteren (weinsteren, westeren, wesseren), Middelnederlands weisteren. Mogelijk van weieren, een nevenvorm van waaieren:
zich veel, onrustig bewegen, beweeglijk zijn;
onrustig heen en weer lopen;
veel, druk gebaren (met de armen, bij het spreken e.d.)
Kijk hem lopen, de wiestergaai met zijn pies in de wind.
Zie hem daar lopen, wat een dikke nek.
blageur, stoefer, dikke nek, blaze, blagaai
Al gehoord aan de kust, maar niet zeker van de oorsprong of waar het nog wordt gebruikt. Mogelijks verouderd dialect… Iemand een idee?
Kijk hem lopen, de wiestergaai met zijn pies in de wind.
Zie hem daar lopen, wat een dikke nek.
blageur, stoefer, dikke nek, blaze
Al gehoord aan de kust, maar niet zeker van de oorsprong of waar het nog wordt gebruikt. Mogelijks verouderd dialect… Iemand een idee?
Kijk hem lopen, de wiestergaai met zijn pies in de wind.
Zie hem daar lopen, wat een dikke nek.
Al gehoord aan de kust, maar niet zeker van de oorsprong of waar het nog wordt gebruikt. Mogelijks verouderd dialect… Iemand een idee?
Kijk hem lopen, de wiestergaai met zijn pies in de wind.
Zie hem daar lopen, wat een dikke nek.
betekenis: blageur, stoefer, dikke nek
Al gehoord aan de kust, maar niet zeker van de oorsprong of waar het nog wordt gebruikt. Mogelijks verouderd dialect… Iemand een idee?
Kijk hem lopen, de wiestergaai met zijn pies in de wind.
zie hem daar lopen wat een dikke nek.
betekenis: blagueur, stoefer, dikke nek
Al gehoord aan de kust, maar niet zeker van de oorsprong of waar het nog wordt gebruikt. Mogelijks verouderd dialect… Iemand een idee?
Kijk hem lopen, de wiestergaai met zijn pies in de wind.
zie hem daar lopen wat een dikke nek.
betekenis: blagueur, stoefer, dikke nek
Al gehoord aan de kust, maar niet zeker van de oorsprong of waar het nog wordt gebruikt. Mogelijks verouderd dialect… Iemand een idee?
Kijk hem lopen, de wiestergaai met zijn pies in de wind.
zie hem daar lopen wat een dikke nek.
betekenis: blaguer, stoefer, dikke nek
Al gehoord aan de kust, maar niet zeker van de oorsprong of waar het nog wordt gebruikt. Mogelijks verouderd dialect… Iemand een idee?
Kijk hem lopen, de wiestergaai met zijn pies in de wind.
zie hem daar lopen wat een dikke nek.
betekenis: blaguer, stoeffer, dikke nek
Al gehoord aan de kust, maar niet zeker van de oorspong of waar het wordt gebruikt. Mogelijks verouderd dialect…
Iemand een idee?
Kijk hem lopen, de wiestergaai met zijn pies in de wind.
zie hem daar lopen wat een dikke nek.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.