Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Wees welgekomen | Willekeurig | Top woorden | Recent
De beschrijving van deze term werd 16 keer aangepast.
schatje, vriendin, vriend, geliefde, lieveling
dim: keppeke, keppetje
Woordenboek der Nederlandsche Taal:
Volgens Debrabandere is keppe de stam van middelnederlands keefse, kevesch, duits kebse `bijzit’. Verwant aan duits käfig, westvlaams keve `kooi’.
Een keppe is dan `iemand die samenhokt, bijzit, geliefde’.
(Vl.-België, inz. West-Vlaanderen) Iemand die men lief heeft; voor wie men voorkeur heeft; lieveling.
zie ook: keppekindje, keppesleppe
vgl keppemaken, keppemaker, bekeppelen
Siska is al twee jaar mijn keppe. Met haar wil ik oud worden.
kmis men keppeke
schatje, vriendin, vriend, geliefde, lieveling
dim: keppeke, keppetje
uitspraak: klik op het pijltje
Woordenboek der Nederlandsche Taal:
Volgens Debrabandere is keppe de stam van middelnederlands keefse, kevesch, duits kebse `bijzit’. Verwant aan duits käfig, westvlaams keve `kooi’.
Een keppe is dan `iemand die samenhokt, bijzit, geliefde’.
(Vl.-België, inz. West-Vlaanderen) Iemand die men lief heeft; voor wie men voorkeur heeft; lieveling.
zie ook: keppekindje, keppesleppe
vgl keppemaken, keppemaker, bekeppelen
Siska is al twee jaar mijn keppe. Met haar wil ik oud worden.
kmis men keppeke
schatje, vriendin, vriend
dim: keppeke, keppetje
uitspraak: klik op het pijltje
Woordenboek der Nederlandsche Taal:
Volgens Debrabandere is keppe de stam van middelnederlands keefse, kevesch, duits kebse `bijzit’. Verwant aan duits käfig, westvlaams keve `kooi’.
Een keppe is dan `iemand die samenhokt, bijzit, geliefde’.
(Vl.-België, inz. West-Vlaanderen) Iemand die men lief heeft; voor wie men voorkeur heeft; lieveling.
zie ook: keppekindje, keppesleppe
vgl keppemaken, keppemaker, bekeppelen
Siska is al twee jaar mijn keppe. Met haar wil ik oud worden.
kmis men keppeke
schatje, schatteke, vriendin, vriend
dim: keppeke, keppetje
uitspraak: klik op het pijltje
Woordenboek der Nederlandsche Taal:
Volgens Debrabandere is keppe de stam van middelnederlands keefse, kevesch, duits kebse `bijzit’. Verwant aan duits käfig, westvlaams keve `kooi’.
Een keppe is dan `iemand die samenhokt, bijzit, geliefde’.
(Vl.-België, inz. West-Vlaanderen) Iemand die men lief heeft; voor wie men voorkeur heeft; lieveling.
zie ook: keppekindje, keppesleppe
vgl keppemaken, keppemaker, bekeppelen
Siska is al twee jaar mijn keppe. Met haar wil ik oud worden.
kmis men keppeke
schatje, schatteke, vriendin, vriend
dim: keppeke, keppetje
zie ook: keppekindje, keppesleppe
vgl keppemaken, keppemaker, bekeppelen
Woordenboek der Nederlandsche Taal:
Volgens Debrabandere is keppe de stam van middelnederlands keefse, kevesch, duits kebse `bijzit’. Verwant aan duits käfig, westvlaams keve `kooi’.
Een keppe is dan `iemand die samenhokt, bijzit, geliefde’.
(Vl.-België, inz. W.-Vl.) Iemand die men lief heeft; voor wie men voorkeur heeft; lieveling.
Siska is al twee jaar mijn keppe. Met haar wil ik oud worden.
kmis men keppeke
schatje, schatteke, vriendin, vriend
dim: keppeke, keppetje
zie ook: keppekindje, keppesleppe
vgl keppemaken, keppemaker, bekeppelen
WNT:
Volgens Debrabandere is keppe de stam van middelnederlands keefse, kevesch, duits kebse `bijzit’. Verwant aan duits käfig, westvlaams keve `kooi’.
Een keppe is dan `iemand die samenhokt, bijzit, geliefde’.
(Vl.-België, inz. W.-Vl.) Iemand die men lief heeft; voor wie men voorkeur heeft; lieveling.
Siska is al twee jaar mijn keppe. Met haar wil ik oud worden.
kmis men keppeke
schatje, schatteke, vriendin, vriend
dim: keppeke, keppetje
zie ook: keppekindje, keppesleppe
vgl keppemaken, keppemaker, bekeppelen
WNT:
Volgens Debrabandere is keppe de stam van mnl. keefse, kevesch, du. kebse `bijzit’. Verwant aan du. käfig, wvl. keve `kooi’.
Een keppe is dan `iemand die samenhokt, bijzit, geliefde’.
(Vl.-België, inz. W.-Vl.) Iemand die men lief heeft; voor wie men voorkeur heeft; lieveling.
Siska is al twee jaar mijn keppe. Met haar wil ik oud worden.
kmis men keppeke
schatje, schatteke, vriendin, vriend
dim: keppeke, keppetje
zie ook: keppekindje, keppesleppe
vgl keppemaken, keppemaker, bekeppelen
WNT:
Volgens Debrabandere is keppe de stam van mnl. keefse, kevesch, du. kebse `bijzit’. Verwant aan du. käfig, wvl. keve `kooi’.
Een keppe is dan `iemand die samenhokt, bijzit, geliefde’.
(Vl.-België, inz. W.-Vl.) Iemand die men lief heeft; voor wie men voorkeur heeft; lieveling.
Siska is al twee jaar mijn keppe. Met haar wil ik oud worden.
kmis men keppeke (zoë131, 7 juli 2014)
schatje, schatteke, vriendin, vriend
dim: keppeke, keppetje
zie ook: keppekindje, keppesleppe
vgl keppemaken, keppemaker
WNT:
Volgens Debrabandere is keppe de stam van mnl. keefse, kevesch, du. kebse `bijzit’. Verwant aan du. käfig, wvl. keve `kooi’.
Een keppe is dan `iemand die samenhokt, bijzit, geliefde’.
(Vl.-België, inz. W.-Vl.) Iemand die men lief heeft; voor wie men voorkeur heeft; lieveling.
Siska is al twee jaar mijn keppe. Met haar wil ik oud worden.
kmis men keppeke (zoë131, 7 juli 2014)
schatje, schatteke, vriendin, vriend
dim: keppeke, keppetje
zie ook: keppekindje, keppesleppe
vgl keppemaken, keppemaker
< WNT: znw. m., vr., mv. -n.
Volgens Debrabandere is keppe de stam van mnl. keefse, kevesch, du. kebse `bijzit’. Verwant aan du. käfig, wvl. keve `kooi’.
Een keppe is dan `iemand die samenhokt, bijzit, geliefde’.
(Vl.-België, inz. W.-Vl.) Iemand die men lief heeft; voor wie men voorkeur heeft; lieveling.
Siska is al twee jaar mijn keppe. Met haar wil ik oud worden.
kmis men keppeke (zoë131, 7 juli 2014)
schatje, schatteke, vriendin, vriend
dim: keppeke, keppetje
zie ook: keppekindje
< WNT: znw. m., vr., mv. -n.
Volgens Debrabandere is keppe de stam van mnl. keefse, kevesch, du. kebse `bijzit’. Verwant aan du. käfig, wvl. keve `kooi’.
Een keppe is dan `iemand die samenhokt, bijzit, geliefde’.
(Vl.-België, inz. W.-Vl.) Iemand die men lief heeft; voor wie men voorkeur heeft; lieveling.
Siska is al twee jaar mijn keppe. Met haar wil ik oud worden.
kmis men keppeke (zoë131, 7 juli 2014)
schatje, vriendin, vriend
zie ook: keppekindje
< WNT: znw. m., vr., mv. -n.
Volgens Debrabandere is keppe de stam van mnl. keefse, kevesch, du. kebse `bijzit’. Verwant aan du. käfig, wvl. keve `kooi’.
Een keppe is dan `iemand die samenhokt, bijzit, geliefde’.
(Vl.-België, inz. W.-Vl.) Iemand die men lief heeft; voor wie men voorkeur heeft; lieveling.
Siska is al twee jaar mijn keppe. Met haar wil ik oud worden.
schatje, vriendin, vriend
zie ook: febbe, febbekak, fleppeke, keppekindje, kakkelatje, flebbeke
< WNT: znw. m., vr., mv. -n.
Volgens Debrabandere is keppe de stam van mnl. keefse, kevesch, du. kebse `bijzit’. Verwant aan du. käfig, wvl. keve `kooi’.
Een keppe is dan `iemand die samenhokt, bijzit, geliefde’.
(Vl.-België, inz. W.-Vl.) Iemand die men lief heeft; voor wie men voorkeur heeft; lieveling.
Siska is al twee jaar mijn keppe. Met haar wil ik oud worden.
schatje, vriendin, vriend
< WNT: znw. m., vr., mv. -n. Volgens Debrabandere is keppe de stam van mnl. keefse, kevesch, du. kebse `bijzit’. Verwant aan du. käfig, wvl. keve `kooi’.
Een keppe is dan `iemand die samenhokt, bijzit, geliefde’.
– (Vl.-België, inz. W.-Vl.) Iemand die men lief heeft; voor wie men voorkeur heeft; lieveling.
Siska is al twee jaar mijn keppe. Met haar wil ik oud worden.
schatje, vriendin, vriend
Siska is al twee jaar mijn keppe. Met haar wil ik oud worden.
betekenis: schatje, vriendin, vriend
Siska is al twee jaar mijn keppe. Met haar wil ik oud worden.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.