Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wees welgekomen | Willekeurig | Top woorden | Recent

    ruigt

    De beschrijving van deze term werd 17 keer aangepast.

    Versie 17

    ruigt
    (het/de ~, (o.v), zelfst. nw. geen meerv.)

    1. afval, vuiligheid, bucht (in de Antwerpse kempen)

    Woordenboek der Nederlandsche Taal: RUIGTE: uitschot, bocht van iets: “Ruigt van pataten”, Cornelissen-Vervliet

    2.uitschot, nog erger dan soort, schorremorrie, krapuul (in Antwerpen)

    Woordenboek der Nederlandsche Taal: RUIGTE:
    Allerlei slecht en gemeen volk, gespuis, kanalje, rapalje en derg. In deze betekenis meestal in den vorm ruigt, onzijdig.
    In Zuid-Nederland in toepassing op kinderen die kattekwaad uitvoeren. vb. Jaagt die ruigt (kinderen) van de deur, Cornelissen-Vervliet (1899)

    uitspraak: korte /ui/, geen tweeklank

    1. Ge moogt uw nagels eens proper maken, er zit ruigt onder en op.
    Dat ruigt van pekes smijt dat maar op de mesthoop.

    2. Dat ruigt heeft weer heel de boel kort en klein geslagen.
    Naar die coté van’t stad moet ge niet gaan, dat is daar allemaal ruigt.

    Provincie Antwerpen
    Bewerking door de Bon op 27 Nov 2017 14:08
    4 reactie(s)

    Versie 16

    ruigt
    (het/de ~, (o.v), zelfst. nw. geen meerv.)

    1. afval, vuiligheid, bucht (in de Antwerpse kempen)

    WNT: RUIGTE: uitschot, bocht van iets: Ruigt van pataten, Cornelissen-Vervliet

    2.uitschot, nog erger dan soort, schorremorrie, krapuul (in Antwerpen)

    WNT: RUIGTE:
    Allerlei slecht en gemeen volk, gespuis, kanalje, rapalje en derg. In deze betekenis meestal in den vorm ruigt, onzijdig.
    In Zuid-Nederland in toepassing op kinderen die kattekwaad uitvoeren. vb. Jaagt die ruigt (kinderen) van de deur, Cornelissen-Vervliet (1899)

    uitspraak: korte /ui/, geen tweeklank

    1. Ge moogt uw nagels eens proper maken, er zit ruigt onder en op.
    Dat ruigt van pekes smijt dat maar op de mesthoop.

    2. Dat ruigt heeft weer heel de boel kort en klein geslagen.
    Naar die coté van’t stad moet ge niet gaan, dat is daar allemaal ruigt.

    Provincie Antwerpen
    Bewerking door de Bon op 10 Apr 2016 15:47
    4 reactie(s)

    Versie 15

    ruigt
    (het/de ~, (o.v), zelfst. nw. geen meerv.)

    1. afval, vuiligheid, bucht (in de Antwerpse kempen)

    WNT: RUIGTE: uitschot, bocht van iets: Ruigt van pataten, Cornelissen-Vervliet

    2.uitschot, nog erger dan soort, schorremorrie, krapuul (in Antwerpen)

    WNT: RUIGTE:
    Allerlei slecht en gemeen volk, gespuis, kanalje, rapalje en derg. In deze betekenis meestal in den vorm ruigt, onzijdig.
    In Zuid-Nederland in toepassing op kinderen die kattekwaad uitvoeren. vb. Jaagt die ruigt (kinderen) van de deur, Cornelissen-Vervliet (1899)

    uitspraak: korte /ui/, geen tweeklank

    1. Ge moogt uw nagels eens proper maken, er zit ruigt onder en op.
    Dat ruigt van pekes smijt dat maar op de mesthoop.

    2. Dat ruigt heeft weer heel de boel kort en klein geslagen.
    Naar die coté van’t stad moet ge niet gaan, dat is daar allemaal ruigt.

    Provincie Antwerpen
    Bewerking door de Bon op 10 Apr 2016 15:46
    4 reactie(s)

    Versie 14

    ruigt
    (het/de ~, (o.v), zelfst. nw. geen meerv.)

    1. afval, vuiligheid, bucht

    WNT: RUIGTE: uitschot, bocht van iets: Ruigt van pataten, corn.-vervl.

    2.uitschot, nog erger dan soort, schorremorrie, krapuul

    WNT: RUIGTE:
    Allerlei slecht en gemeen volk, gespuis, kanalje, rapalje en derg. In deze bet. meestal in den vorm ruigt, onz.
    In Z.-Nederl. in toepassing op kinderen die kattekwaad uitvoeren. vb. Jaagt die ruigt (kinderen) van de deur, corn.-vervl.

    uitspraak: korte /ui/, geen tweeklank

    1. Ge moogt uw nagels eens proper maken, er zit ruigt onder en op.
    Dat ruigt van pekes smijt dat maar op de mesthoop.

    2. Dat ruigt heeft weer heel de boel kort en klein geslagen.
    Naar die coté van’t stad moet ge niet gaan, dat is daar allemaal ruigt.

    Provincie Antwerpen
    Bewerking door Marcus op 14 Mar 2016 11:46
    4 reactie(s)

    Versie 13

    ruigt
    (het ~, onz. zelfst. nw. geen meerv.)

    1. afval, vuiligheid, bucht

    WNT: RUIGTE: uitschot, bocht van iets: Ruigt van pataten, corn.-vervl.

    2.uitschot, nog erger dan soort, schorremorrie, krapuul

    WNT: RUIGTE:
    Allerlei slecht en gemeen volk, gespuis, kanalje, rapalje en derg. In deze bet. meestal in den vorm ruigt, onz.
    In Z.-Nederl. in toepassing op kinderen die kattekwaad uitvoeren. vb. Jaagt die ruigt (kinderen) van de deur, corn.-vervl.

    uitspraak: korte /ui/, geen tweeklank

    1. Ge moogt uw nagels eens proper maken, er zit ruigt onder en op.
    Dat ruigt van pekes smijt dat maar op de mesthoop.

    2. Dat ruigt heeft weer heel de boel kort en klein geslagen.
    Naar die coté van’t stad moet ge niet gaan, dat is daar allemaal ruigt.

    Provincie Antwerpen
    Bewerking door Marcus op 14 Mar 2016 11:43
    4 reactie(s)

    Versie 12

    ruigt
    (het ~, onz. zelfst. nw. geen meerv.)

    1. afval, vuiligheid, bucht

    WNT: RUIGTE: uitschot, bocht van iets: Ruigt van pataten, corn.-vervl.
    (toegevoegd en bewerkt door fansy)

    2.uitschot, nog erger dan soort, schorremorrie, krapuul

    WNT: RUIGTE:
    Allerlei slecht en gemeen volk, gespuis, kanalje, rapalje en derg. In deze bet. meestal in den vorm ruigt, onz.
    In Z.-Nederl. in toepassing op kinderen die kattekwaad uitvoeren. vb. Jaagt die ruigt (kinderen) van de deur, corn.-vervl.

    uitspraak: korte /ui/, geen tweeklank

    1. Ge moogt uw nagels eens proper maken, er zit ruigt onder en op.
    Dat ruigt van pekes smijt dat maar op de mesthoop.

    2. Dat ruigt heeft weer heel de boel kort en klein geslagen.
    Naar die coté van’t stad moet ge niet gaan, dat is daar allemaal ruigt.

    Provincie Antwerpen
    Bewerking door Marcus op 14 Mar 2016 11:43
    4 reactie(s)

    Versie 11

    ruigt
    (het ~, onz. zelfst. nw. geen meerv.)

    1. afval, vuiligheid, bucht

    WNT: RUIGTE: uitschot, bocht van iets: Ruigt van pataten, corn.-vervl.
    (toegevoegd en bewerkt door fransy)
    2.uitschot, nog erger dan soort, schorremorrie, krapuul

    WNT: RUIGTE:
    Allerlei slecht en gemeen volk, gespuis, kanalje, rapalje en derg. In deze bet. meestal in den vorm ruigt, onz.
    In Z.-Nederl. in toepassing op kinderen die kattekwaad uitvoeren. vb. Jaagt die ruigt (kinderen) van de deur, corn.-vervl.

    uitspraak: korte /ui/, geen tweeklank

    1. Ge moogt uw nagels eens proper maken, er zit ruigt onder en op.
    Dat ruigt van pekes smijt dat maar op de mesthoop.

    2. Dat ruigt heeft weer heel de boel kort en klein geslagen.
    Naar die coté van’t stad moet ge niet gaan, dat is daar allemaal ruigt.

    Provincie Antwerpen
    Bewerking door Marcus op 14 Mar 2016 11:43
    4 reactie(s)

    Versie 10

    ruigt
    (het ~, onz. zelfst. nw. geen meerv.)

    1. afval, vuiligheid, bucht

    WNT: RUIGTE: uitschot, bocht van iets: Ruigt van pataten, corn.-vervl.

    2.uitschot, nog erger dan soort, schorremorrie, krapuul

    WNT: RUIGTE:
    Allerlei slecht en gemeen volk, gespuis, kanalje, rapalje en derg. In deze bet. meestal in den vorm ruigt, onz.
    In Z.-Nederl. in toepassing op kinderen die kattekwaad uitvoeren. vb. Jaagt die ruigt (kinderen) van de deur, corn.-vervl.

    uitspraak: korte /ui/, geen tweeklank

    1. Ge moogt uw nagels eens proper maken, er zit ruigt onder en op.
    Dat ruigt van pekes smijt dat maar op de mesthoop.

    2. Dat ruigt heeft weer heel de boel kort en klein geslagen.
    Naar die coté van’t stad moet ge niet gaan, dat is daar allemaal ruigt.

    Provincie Antwerpen
    Bewerking door Marcus op 14 Mar 2016 11:42
    4 reactie(s)

    Versie 9

    ruigt
    (het ~, onz. zelfst. nw. geen meerv.)

    1. afval, vuiligheid, bucht

    WNT: RUIGTE: uitschot, bocht van iets: Ruigt van pataten, corn.-vervl.

    2.uitschot, nog erger dan soort, schorremorrie, krapuul

    WNT: RUIGTE:
    Allerlei slecht en gemeen volk, gespuis, kanalje, rapalje en derg. In deze bet. meestal in den vorm ruigt, onz.
    In Z.-Nederl. in toepassing op kinderen die kattekwaad uitvoeren. vb. Jaagt die ruigt (kinderen) van de deur, corn.-vervl.

    uitspraak: korte /ui/, geen tweeklank

    1. Ge moogt uw nagels eens proper maken, er zit ruigt onder en op.
    Dat ruigt van pekes smijt dat maar op de mesthoop.

    2. Dat ruigt heeft weer heel de boel kort en klein geslagen.
    Naar die coté van’t stad moet ge niet gaan, dat is daar allemaal ruigt.

    Provincie Antwerpen
    Bewerking door Marcus op 14 Mar 2016 11:41
    4 reactie(s)

    Versie 8

    ruigt
    (het ~, onz. zelfst. nw. geen meerv.)

    1. afval, vuiligheid, bucht

    WNT: RUIGTE: uitschot, bocht van iets: Ruigt van pataten, corn.-vervl.

    2.uitschot, nog erger dan soort, schorremorrie, krapuul

    WNT: RUIGTE:
    Allerlei slecht en gemeen volk, gespuis, kanalje, rapalje en derg. In deze bet. meestal in den vorm ruigt, onz.
    In Z.-Nederl. in toepassing op kinderen die kattekwaad uitvoeren. vb. Jaagt die ruigt (kinderen) van de deur, corn.-vervl.

    uitspraak: korte /ui/, geen tweeklank

    1. Ge moogt uw nagels eens proper maken, er zit ruigt onder en op.
    Dat ruigt van pekes smijt dat maar op de mesthoop.

    2. Dat ruigt heeft weer heel de boel kort en klein geslagen.
    Naar die coté van’t stad moet ge niet gaan, dat is daar allemaal ruigt.

    Provincie Antwerpen
    Bewerking door Marcus op 14 Mar 2016 11:40
    4 reactie(s)

    Versie 7

    ruigt
    (het ~, onz. zelfst. nw. geen meerv.)

    1. afval, vuiligheid, bucht

    WNT: RUIGTE: uitschot, bocht van iets: Ruigt van pataten, corn.-vervl.

    2.uitschot, nog erger dan soort, schorremorrie, krapuul

    WNT: RUIGTE:
    Allerlei slecht en gemeen volk, gespuis, kanalje, rapalje en derg. In deze bet. meestal in den vorm ruigt, onz.
    In Z.-Nederl. in toepassing op kinderen die kattekwaad uitvoeren. vb. Jaagt die ruigt (kinderen) van de deur, corn.-vervl.

    uitspraak: korte /ui/, geen tweeklank

    1. Ge moogt uw nagels eens proper maken, er zit ruigt onder en op.
    Dat ruigt van pekes smijt dat maar op de mesthoop.

    2. Dat ruigt heeft weer heel de boel kort en klein geslagen.
    Naar die coté van’t stad moet ge niet gaan, dat is daar allemaal ruigt.

    Provincie Antwerpen
    Bewerking door Marcus op 14 Mar 2016 11:39
    4 reactie(s)

    Versie 6

    ruigt
    (het ~, geen meerv.)

    uitschot, nog erger dan soort, schorremorrie, krapuul

    uitspraak: /reucht/

    WNT: RUIGTE:
    Allerlei slecht en gemeen volk, gespuis, kanalje, rapalje en derg. In deze bet. meestal in den vorm ruigt, onz.
    In Z.-Nederl. in toepassing op kinderen die kattekwaad uitvoeren. vb. Jaagt die ruigt (kinderen) van de deur, corn.-vervl.

    Dat reucht heeft weer heel de boel kort en klein geslagen.

    Naar die coté van’t stad moet ge niet gaan, dat is daar allemaal ruigt.

    Provincie Antwerpen
    Bewerking door fansy op 14 Mar 2016 03:23
    4 reactie(s)

    Versie 5

    ruigt
    (het ~, geen meerv.)

    uitschot, nog erger dan soort, schorremorrie, krapuul

    uitspraak: /reucht/

    WNT: RUIGTE:
    Allerlei slecht en gemeen volk, gespuis, kanalje, rapalje en derg. In deze bet. meestal in den vorm ruigt, onz.
    In Z.-Nederl. in toepassing op kinderen die kattekwaad uitvoeren. vb. Jaagt die ruigt (kinderen) van de deur, corn.-vervl.

    Dat reucht heeft weer heel de boel kort en klein geslagen.

    Naar die coté van’t stad moet ge niet gaan, dat is daar allemaal reucht.

    Provincie Antwerpen
    Bewerking door fansy op 14 Mar 2016 03:13
    4 reactie(s)

    Versie 4

    ruigt
    (het ~; geen meerv.)

    uitschot, nog erger dan soort, krapuul

    WNT:
    - RUIGTE:
    Allerlei slecht en gemeen volk, gespuis, kanalje, rapalje en derg. In deze bet. meestal in den vorm ruigt, onz.
    In Z.-Nederl. in toepassing op kinderen die kattekwaad uitvoeren. vb. Jaagt die ruigt (kinderen) van de deur, corn.-vervl.

    Dat reucht heeft weer heel de boel kort en klein geslagen.

    Regio Antwerpen
    Bewerking door de Bon op 01 Sep 2015 00:47
    4 reactie(s)

    Versie 3

    ruigt
    (het ~)

    uitschot, nog erger dan soort, krapuul

    WNT:
    - RUIG
    Van personen, met betrekking tot hun innerlijk. Ruw, onbeschaafd, ongemanierd, lomp, plomp, ook: wild, woest. Met betrekking tot het lage, gemeene volk. In Z.-Nederl.
    Alle ruig komt daar bijeen, claes, Bijv. op tuerl.
    In Z.-Nederl.: schurft, schurftig volk
    - RUIGTE:
    Allerlei slecht en gemeen volk, gespuis, kanalje, rapalje en derg. In deze bet. meestal in den vorm ruigt, onz.
    In Z.-Nederl. in toepassing op kinderen die kattekwaad uitvoeren. vb. Jaagt die ruigt (kinderen) van de deur, corn.-vervl.

    Dat reucht heeft weer heel de boel kort en klein geslagen.

    Regio Antwerpen
    Bewerking door fansy op 29 Aug 2014 08:46
    4 reactie(s)

    Versie 2

    ruigt
    (het ~)

    uitschot, nog erger dan soort, krapuul

    WNT: Ruig
    Van personen, met betrekking tot hun innerlijk. Ruw, onbeschaafd, ongemanierd, lomp, plomp, ook: wild, woest. Met betrekking tot het lage, gemeene volk. In Z.-Nederl.
    Alle ruig komt daar bijeen, claes, Bijv. op tuerl.
    In Z.-Nederl. kan men dit als een tautologische woordspeling opvatten, daar beide woorden daar: schurft (voor: schurftig volk) beteekenen.

    Dat reucht heeft weer heel de boel kort en klein geslagen.

    Regio Antwerpen
    Bewerking door fansy op 29 Aug 2014 08:06
    4 reactie(s)

    Versie 1

    ruigt
    (het ~)

    uitschot, nog erger dan soort

    Dat reucht heeft weer heel de boel kort en klein geslagen.

    Regio Antwerpen
    Bewerking door de Bon op 15 Apr 2010 21:08
    4 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.