Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Wees welgekomen | Willekeurig | Top woorden | Recent
De beschrijving van deze term werd 19 keer aangepast.
jasje van een herenkostuum
zie ook onderzip
ook in de Antw. Kempen
Woordenboek der Nederlandsche Taal: bij Ziep:
Zip, Zipe, Zjip, Zjup,
Uit Oudfrans, Middelfrans jipe, naast jupe, in de betekenis ‘wambuis’. Alleen aangetroffen in dialectbronnen; de niet ontronde vorm (z)jup wordt alleen vermeld in Schuermans (1865-1870) en Cornelissen-Vervliet (1903).
vergelijk: zip, in zijn ~ slaan
Een zwarte zip bij een blauwe broek vind ik niet mooi.
De boal (buil) van men zip is kapot.
> andere betekenis van zip
jasje van een herenkostuum
ook in de Antw. Kempen
Woordenboek der Nederlandsche Taal: bij Ziep:
Zip, Zipe, Zjip, Zjup,
Uit Oudfrans, Middelfrans jipe, naast jupe, in de betekenis ‘wambuis’. Alleen aangetroffen in dialectbronnen; de niet ontronde vorm (z)jup wordt alleen vermeld in Schuermans (1865-1870) en Cornelissen-Vervliet (1903).
vergelijk: zip, in zijn ~ slaan
Een zwarte zip bij een blauwe broek vind ik niet mooi.
De boal (buil) van men zip is kapot.
> andere betekenis van zip
jasje van een herenkostuum
ook in de Antw. Kempen
Woordenboek der Nederlandsche Taal: bij Ziep:
Zip, Zipe, Zjip, Zjup,
Uit Oudfrans, Middelfrans jipe, naast jupe, in de betekenis ‘wambuis’. Alleen aangetroffen in dialectbronnen; de niet ontronde vorm (z)jup wordt alleen vermeld in Schuermans (1865-1870) en Cornelissen-Vervliet (1903).
vergelijk: zip, in zijn ~ slaan
Een zwarte zip bij een blauwe broek vind ik niet mooi.
De boal (buil) van men zip is kapot.
jasje van een herenkostuum
ook in de Antw. Kempen
Woordenboek der Nederlandsche Taal: bij Ziep:
Zip, Zipe, Zjip, Zjup,
Uit Oudfrans, Middelfrans jipe, naast jupe, in de betekenis ‘wambuis’. Alleen aangetroffen in dialectbronnen; de niet ontronde vorm (z)jup wordt alleen vermeld in Schuermans (1865-1870) en Cornelissen-Vervliet (1903).
vergelijk: zip, in zijn ~ slaan
Een zwarte zip bij een blauwe broek vind ik niet mooi.
De boal (buil) van men zip is kapot.
jasje van een herenkostuum
ook in de Antw. Kempen
WNT: bij Ziep:
Zip, Zipe, Zjip, Zjup,
Uit Oudfrans, Middelfrans jipe, naast jupe, in de betekenis ‘wambuis’. Alleen aangetroffen in dialectbronnen; de niet ontronde vorm (z)jup wordt alleen vermeld in Schuermans (1865-1870) en Cornelissen-Vervliet (1903).
vergelijk: zip, in zijn ~ slaan
Een zwarte zip bij een blauwe broek vind ik niet mooi.
De boal (buil) van men zip is kapot.
jasje van een herenkostuum
vgl: zip, in zijn ~ slaan
ook in de Antw. Kempen
WNT: Ziep:
Zip, Zipe, Zjip, Zjup, znw. vr. en m., g. mv.
Uit ofr., mfr. jipe, naast jupe, in de bet. ‘wambuis’. Alleen aangetroffen in dialectbronnen; de niet ontronde vorm (z)jup wordt alleen vermeld in Schuermans (1865-1870) en Corn.-Vervliet (1903).
Er zou een etymologisch verband kunnen zijn met “jupon”: (onderrok)
jupon (onderrok) {1824} < frans jupon, van jupe (rok) < arabisch jubba (een lang overkleed); de vorm jupe was in het middelnl. ontleend als jupe, gube (wambuis, kiel, japon) (vgl. jopper1, jumper).
- Vest; kort wambuis; inz. ter aand. van een door boeren gedragen kort vest met mouwen en zonder slippen. Gewest. in Brab. en in Vl.-België. (P.A.F. van Veen en N. van der S?s (1997), Van Dale Etymologisch woordenboek)
- Bakkersjas. In den verkl. zippeke. (Gewestelijk) in Belg.-Brab.
Een zwarte zip bij een blauwe broek vind ik niet mooi.
De boal (buil) van men zip is kapot.
jasje van een herenkostuum
vgl: zip, in zijn ~ slaan
ook in de Antw. Kempen
WNT: Ziep:
Zip, Zipe, Zjip, Zjup, znw. vr. en m., g. mv.
Uit ofr., mfr. jipe, naast jupe, in de bet. ‘wambuis’. Alleen aangetroffen in dialectbronnen; de niet ontronde vorm (z)jup wordt alleen vermeld in Schuermans (1865-1870) en Corn.-Vervliet (1903).
Er zou een etymologisch verband kunnen zijn met “jupon”: (onderrok)
jupon (onderrok) {1824} < frans jupon, van jupe (rok) < arabisch jubba (een lang overkleed); de vorm jupe was in het middelnl. ontleend als jupe, gube wambuis, kiel, japon (vgl. jopper1, jumper).
- Vest; kort wambuis; inz. ter aand. van een door boeren gedragen kort vest met mouwen en zonder slippen. Gewest. in Brab. en in Vl.-België. (P.A.F. van Veen en N. van der S?s (1997), Van Dale Etymologisch woordenboek)
- Bakkersjas. In den verkl. zippeke. (Gewestelijk) in Belg.-Brab.
Een zwarte zip bij een blauwe broek vind ik niet mooi.
De boal (buil) van men zip is kapot.
jasje van een herenkostuum
vgl: zip, in zijn ~ slaan
ook in de Antw. Kempen
WNT: Ziep:
Zip, Zipe, Zjip, Zjup, znw. vr. en m., g. mv.
Uit ofr., mfr. jipe, naast jupe, in de bet. ‘wambuis’. Alleen aangetroffen in dialectbronnen; de niet ontronde vorm (z)jup wordt alleen vermeld in Schuermans (1865-1870) en Corn.-Vervliet (1903).
Er zou een etymologisch verband kunnen zijn met “jupon”: (onderrok)
jupon onderrok {1824} < frans jupon, van jupe rok < arabisch jubba een lang overkleed; de vorm jupe was in het middelnl. ontleend als jupe, gube wambuis, kiel, japon (vgl. jopper1, jumper).
- Vest; kort wambuis; inz. ter aand. van een door boeren gedragen kort vest met mouwen en zonder slippen. Gewest. in Brab. en in Vl.-België. (P.A.F. van Veen en N. van der S?s (1997), Van Dale Etymologisch woordenboek)
- Bakkersjas. In den verkl. zippeke. Gewestelijk in Belg.-Brab.
Een zwarte zip bij een blauwe broek vind ik niet mooi.
De boal (buil) van men zip is kapot.
jasje van een herenkostuum
vgl: zip, in zijn ~ slaan
ook in de Antw. Kempen
WNT: Ziep:
Zip, Zipe, Zjip, Zjup, znw. vr. en m., g. mv.
Uit ofr., mfr. jipe, naast jupe, in de bet. ‘wambuis’. Alleen aangetroffen in dialectbronnen; de niet ontronde vorm (z)jup wordt alleen vermeld in Schuermans (1865-1870) en Corn.-Vervliet (1903).
Er zou een etymologisch verband kunnen zijn met “jupon”:
Meehelpen? Ga naar etymologieWiki
Jaarwoord generator van Genootschap Onze Taal
Voer jaartal in
toon woord
JUPON (ONDERROK)
P.A.F. van Veen en N. van der S?s (1997), Van Dale Etymologisch woordenboek
jupon onderrok {1824} < frans jupon, van jupe rok < arabisch jubba een lang overkleed; de vorm jupe was in het middelnl. ontleend als jupe, gube wambuis, kiel, japon (vgl. jopper1, jumper).
- Vest; kort wambuis; inz. ter aand. van een door boeren gedragen kort vest met mouwen en zonder slippen. Gewest. in Brab. en in Vl.-België.
- Bakkersjas. In den verkl. zippeke. Gewestelijk in Belg.-Brab.
Een zwarte zip bij een blauwe broek vind ik niet mooi.
De boal (buil) van men zip is kapot.
jasje van een herenkostuum
vgl: zip, in zijn ~ slaan
ook in de Antw. Kempen
WNT: Ziep:
Zip, Zipe, Zjip, Zjup, znw. vr. en m., g. mv.
Uit ofr., mfr. jipe, naast jupe, in de bet. ‘wambuis’. Alleen aangetroffen in dialectbronnen; de niet ontronde vorm (z)jup wordt alleen vermeld in Schuermans (1865-1870) en Corn.-Vervliet (1903).
- Vest; kort wambuis; inz. ter aand. van een door boeren gedragen kort vest met mouwen en zonder slippen. Gewest. in Brab. en in Vl.-België.
- Bakkersjas. In den verkl. zippeke. Gewestelijk in Belg.-Brab.
Een zwarte zip bij een blauwe broek vind ik niet mooi.
De boal (buil) van men zip is kapot.
jasje van een herenkostuum
vgl: zip, in zijn ~ slaan
ook in de Antw. Kempen
WNT: Ziep:
Zip, Zipe, Zjip, Zjup, znw. vr. en m., g. mv.
Uit ofr., mfr. jipe, naast jupe, in de bet. ‘wambuis’. Alleen aangetroffen in dialectbronnen; de niet ontronde vorm (z)jup wordt alleen vermeld in Schuermans (1865-1870) en Corn.-Vervliet (1903).
- Vest; kort wambuis; inz. ter aand. van een door boeren gedragen kort vest met mouwen en zonder slippen. Gewest. in Brab. en in Vl.-België.
- Bakkersjas. In den verkl. zippeke. Gewest. in Belg.-Brab.
Een zwarte zip bij een blauwe broek vind ik niet mooi.
jasje van een herenkostuum
vgl: zip, in zijn ~ slaan
ook in de Antw. Kempen
WNT: Ziep:
Zip, Zipe, Zjip, Zjup, znw. vr. en m., g. mv.
Uit ofr., mfr. jipe, naast jupe, in de bet. ‘wambuis’. Alleen aangetroffen in dialectbronnen; de niet ontronde vorm (z)jup wordt alleen vermeld in Schuermans (1865-1870) en Corn.-Vervliet (1903).
- Vest; kort wambuis; inz. ter aand. van een door boeren gedragen kort vest met mouwen en zonder slippen. Gewest. in Brab. en in Vl.-België.
- Bakkersjas. In den verkl. zippeke. Gewest. in Belg.-Brab.
Een zwarte zip bij een blauwe broek vind ik niet mooi.
jasje van een herenkostuum
vgl: zip, in zijn ~ slaan
ook in de Antw. Kempen
WNT: Ziep:
Zip, Zipe, Zjip, Zjup, znw. vr. en m., g. mv.
Uit ofr., mfr. jipe, naast jupe, in de bet. ‘wambuis’. Alleen aangetroffen in dialectbronnen; de niet ontronde vorm (z)jup wordt alleen vermeld in Schuermans (1865-1870) en Corn.-Vervliet (1903).
- Vest; kort wambuis; inz. ter aand. van een door boeren gedragen kort vest met mouwen en zonder slippen. Gewest. in Brab. en in Vl.-België.
- Bakkersjas. In den verkl. zippeke. Gewest. in Belg.-Brab.
Een zwarte zip bij een blauwe broek vind ik niet mooi.
jasje van een herenkostuum
vgl: zip, in zijn ~ slaan
ook in de Antw. Kempen
WNT: Ziep:
ZIP, ZIPE, ZJIP, ZJUP —, znw. vr. en m., g. mv.
Uit ofr., mfr. jipe, naast jupe, in de bet. ‘wambuis’. Alleen aangetroffen in dialectbronnen, inz. lexica, en aldaar steeds met als hoofdvorm den vorm met z-anlaut, de vormen met de oorspr. gemouilleerde zj-anlaut als nevenvormen; de niet ontronde vorm (z)jup wordt alleen vermeld in SCHUERM. (1865-1870) en CORN.-VERVL. (1903).
- Vest; kort wambuis; inz. ter aand. van een door boeren gedragen kort vest met mouwen en zonder slippen. Gewest. in Brab. en in Vl.-België.
- Bakkersjas. In den verkl. zippeke. Gewest. in Belg.-Brab.
Een zwarte zip bij een blauwe broek vind ik niet mooi.
jasje van een herenkostuum
vgl: zip, in zijn ~ slaan
ook in de Antw. Kempen
WNT: Ziep:
ZIP, ZIPE, ZJIP, ZJUP —, znw. vr. en m., g. mv.
Uit ofr., mfr. jipe, naast jupe, in de bet. ‘wambuis’. Alleen aangetroffen in dialectbronnen, inz. lexica, en aldaar steeds met als hoofdvorm den vorm met z-anlaut, de vormen met de oorspr. gemouilleerde zj-anlaut als nevenvormen; de niet ontronde vorm (z)jup wordt alleen vermeld in SCHUERM. (1865-1870) en CORN.-VERVL. (1903).
- Vest; kort wambuis; inz. ter aand. van een door boeren gedragen kort vest met mouwen en zonder slippen. Gewest. in Brab. en in Vl.-België.
- Bakkersjas. In den verkl. zippeke. Gewest. in Belg.-Brab.
Een zwarte zip bij een blauwe broek vind ik niet mooi.
Een jonge gast zei ooit tegen mij: “U wil ik wel eens tegen mijn zip trekken op den dansvloer…” En een jaar later waren we getrouwd.
jasje van een herenkostuum
Een zwarte zip bij een blauwe broek vind ik niet mooi.
jasje van een herenkostuum
ook in de Antw. Kempen
Een zwarte zip bij een blauwe broek vind ik niet mooi.
jasje van een herenkostuum
Een zwarte zip bij een blauwe broek vind ik niet mooi.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.