Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Wees welgekomen | Willekeurig | Top woorden | Recent
De beschrijving van deze term werd 10 keer aangepast.
krap, miniem; op het randje, nog net
Staat tegenwoordig ongemarkeerd in Van Dale, maar is van Vlaamse oorsprong.
Zie bv. het
Woordenboek der Nederlandsche Taal: NIPT
(Vl.-België) (Thans ook in de Ned. sportjournalistiek) (Bnw.) Zeer klein; (bijw.) op ’t kantje.
Groot woordenboek der Nederlandse taal – 1950: bw. bn., (Zuidn.) op het kantje: de voetbalploeg won nipt; — een nipte overwinning.
zie ook: nipt, op het ~; niptekes, niptjes, nip
Het gaat nipt(e).
Hij klopte zijn metgezel nipt op de meet.
demorgen.be: ‘Wetteren ontsnapt nipt aan tweede treinramp’
krap, miniem; op het randje, nog net
Staat tegenwoordig ongemarkeerd in Van Dale, maar is van Vlaamse oorsprong.
Zie bv. het
Woordenboek der Nederlandsche Taal: NIPT
(Vl.-België) (Thans ook in de Ned. sportjournalistiek) (Bnw.) Zeer klein; (bijw.) op ’t kantje.
Groot woordenboek der Nederlandse taal – 1950: bw. bn., (Zuidn.) op het kantje: de voetbalploeg won nipt; — een nipte overwinning.
zie ook: nipt, op het ~; niptekes, niptjes
Het gaat nipt(e).
Hij klopte zijn metgezel nipt op de meet.
demorgen.be: ‘Wetteren ontsnapt nipt aan tweede treinramp’
krap, miniem; op het randje, nog net
Staat tegenwoordig ongemarkeerd in Van Dale, maar is van Vlaamse oorsprong.
Zie bv. het
Woordenboek der Nederlandsche Taal: NIPT
(Vl.-België) (Thans ook in de Ned. sportjournalistiek) (Bnw.) Zeer klein; (bijw.) op ’t kantje.
zie ook: nipt, op het ~; niptekes
Het gaat nipt(e).
Hij klopte zijn metgezel nipt op de meet.
demorgen.be: ‘Wetteren ontsnapt nipt aan tweede treinramp’
krap, miniem; op het randje, nog net
Staat tegenwoordig ongemarkeerd in Van Dale, maar is van Vlaamse oorsprong.
Zie bv. het
Woordenboek der Nederlandsche Taal: NIPT
(Vl.-België) (Thans ook in de Ned. sportjournalistiek) (Bnw.) Zeer klein; (bijw.) op ’t kantje.
zie ook: nipt, op het ~; niptekes
Het gaat nipt(e).
Hij klopte zijn metgezel nipt op de meet.
demorgen.be: ‘Wetteren ontsnapt nipt aan tweede treinramp’
krap, miniem; op het randje, nog net
Staat tegenwoordig ongemarkeerd in Van Dale, maar is van Vlaamse oorsprong.
Zie bv. het
Woordenboek der Nederlandsche Taal: NIPT
(Vl.-België) (Thans ook in de Ned. sportjournalistiek) (Bnw.) Zeer klein; (bijw.) op ’t kantje.
zie ook: nipt, op het ~
Het gaat nipt(e).
Hij klopte zijn metgezel nipt op de meet.
demorgen.be: ‘Wetteren ontsnapt nipt aan tweede treinramp’
krap, miniem; op het randje, nog net
Staat tegenwoordig ongemarkeerd in Van Dale, maar is van Vlaamse oorsprong.
Zie bv. het
Woordenboek der Nederlandsche Taal: NIPT
(Vl.-België) (Thans ook in de Ned. sportjournalistiek) (Bnw.) Zeer klein; (bijw.) op ’t kantje.
zie ook: nipt, op het ~
Het gaat nipt(e).
Hij klopte zijn metgezel nipt op de meet.
demorgen.be: ‘Wetteren ontsnapt nipt aan tweede treinramp’
krap, miniem; op het randje, nog net
Staat tegenwoordig ongemarkeerd in Van Dale, maar is van Vlaamse oorsprong.
Zie bv. het WNT:
NIPT
(Vl.-België) (Thans ook in de Ned. sportjournalistiek) (Bnw.) Zeer klein; (bijw.) op ’t kantje.
zie ook: nipt, op het ~
Het gaat nipt(e).
Hij klopte zijn metgezel nipt op de meet.
demorgen.be: ‘Wetteren ontsnapt nipt aan tweede treinramp’
krap, miniem; op het randje, nog net
Staat tegenwoordig ongemarkeerd in Van Dale, maar is van Vlaamse oorsprong.
Zie bv. het WNT:
NIPT
(Vl.-België) (Thans ook in de Ned. sportjournalistiek) (Bnw.) Zeer klein; (bijw.) op ’t kantje.
Zie ook Woordpost v. 10.6.2010
zie ook: nipt, op het ~
Het gaat nipt(e).
Hij klopte zijn metgezel nipt op de meet.
demorgen.be: ‘Wetteren ontsnapt nipt aan tweede treinramp’
krap, miniem; op het randje, nog net
Staat tegenwoordig ongemarkeerd in Van Dale, maar is van Vlaamse oorsprong.
Zie bv. het WNT:
NIPT
(Vl.-België) (Thans ook in de Ned. sportjournalistiek) (Bnw.) Zeer klein; (bijw.) op ’t kantje.
Zie ook Woordpost v. 10.6.2010
Het gaat nipt(e).
Hij klopte zijn metgezel nipt op de meet.
demorgen.be: ‘Wetteren ontsnapt nipt aan tweede treinramp’
krap, miniem; op het randje, nog net
Staat tegenwoordig ongemarkeerd in Van Dale, maar is van Vlaamse oorsprong.
Zie bv. het WNT:
NIPT
(Vl.-België) (Thans ook in de Ned. sportjournalistiek) (Bnw.) Zeer klein; (bijw.) op ’t kantje.
Zie ook Woordpost v. 10.6.2010
Het gaat nipt(e).
Hij klopte zijn metgezel nipt op de meet.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.