Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Wees welgekomen | Willekeurig | Top woorden | Recent
De beschrijving van deze term werd 14 keer aangepast.
deksel van een pot, of ander recipiënt, ook van een kachel (stoof)
uitspraak: de h wordt niet aangeblazen: ulle
Woordenboek der Nederlandsche Taal, bij hul:
Middelnederlands hulle. Eene afleiding van den stam van helen.
4. Deksel, in West-Vlaanderen. Zie De Bo (1873);
In enkele spreekwijzen.
- Er is geen potje of er past een hulleken op, niemand zoo zonderling, of hij vindt wel iemand, die bij hem past (een vriend, eene vrouw).
- Dat sluit gelijk een hulle op de zee, dat sluit in het geheel niet; dat slaat als een tang op een varken.
zie ook ullegie
Zet d’ulle op de soepketel!
> andere betekenis van hulle
deksel van een pot, of ander recipiënt, ook van een kachel (stoof)
uitspraak: de h wordt niet aangeblazen: ulle
Woordenboek der Nederlandsche Taal:
Deksel, in West-Vlaanderen. Zie De Bo (1873);
In enkele spreekwijzen.
- Er is geen potje of er past een hulleken op, niemand zoo zonderling, of hij vindt wel iemand, die bij hem past (een vriend, eene vrouw).
- Dat sluit gelijk een hulle op de zee, dat sluit in het geheel niet; dat slaat als een tang op een varken.
zie ook ullegie
Zet d’ulle op de soepketel!
> andere betekenis van hulle
deksel van een pot, of ander recipiënt, ook van een kachel (stoof)
uitspraak: de h wordt niet aangeblazen: ulle
Woordenboek der Nederlandsche Taal:
Deksel, in West-Vlaanderen. Zie De Bo (1873);
In enkele spreekwijzen.
- Er is geen potje of er past een hulleken op, niemand zoo zonderling, of hij vindt wel iemand, die bij hem past (een vriend, eene vrouw).
- Dat sluit gelijk een hulle op de zee, dat sluit in het geheel niet; dat slaat als een tang op een varken.
zie ook ullegie
Zet d’ulle op de soepketel!
> andere betekenis van hulle
deksel van een pot, of ander recipiënt, ook van een kachel (stoof)
uitspraak: de h wordt niet aangeblazen: ulle
Woordenboek der Nederlandsche Taal:
Deksel, in West-Vlaanderen. Zie De Bo (1873);
In enkele spreekwijzen.
- Er is geen potje of er past een hulleken op, niemand zoo zonderling, of hij vindt wel iemand, die bij hem past (een vriend, eene vrouw).
- Dat sluit gelijk een hulle op de zee, dat sluit in het geheel niet; dat slaat als een tang op een varken.
zie ook ullegie
Zet d’ulle op de soepketel!
deksel van een pot, of ander recipiënt, ook van een kachel (stoof)
uitspraak: de h wordt niet aangeblazen: ulle
Woordenboek der Nederlandse Taal:
Deksel, in West-Vlaanderen. Zie De Bo (1873);
In enkele spreekwijzen.
- Er is geen potje of er past een hulleken op, niemand zoo zonderling, of hij vindt wel iemand, die bij hem past (een vriend, eene vrouw).
- Dat sluit gelijk een hulle op de zee, dat sluit in het geheel niet; dat slaat als een tang op een varken.
zie ook ullegie
Zet d’ulle op de soepketel!
deksel van een pot, of ander recipiënt, ook van een kachel (stoof)
uitspraak: de h wordt niet aangeblazen: ulle
WNT:
Deksel, in West-Vlaanderen. Zie De Bo (1873);
In enkele spreekwijzen.
— Er is geen potje of er past een hulleken op, niemand zoo zonderling, of hij vindt wel iemand, die bij hem past (een vriend, eene vrouw).
— Dat sluit gelijk een hulle op de zee, dat sluit in het geheel niet; dat slaat als een tang op een varken.
zie ook ullegie
Zet d’ulle op de soepketel!
deksel van een pot, of ander recipiënt, ook van een kachel (stoof)
uitspraak: de h wordt niet aangeblazen: ulle
WNT:
Deksel, in West-Vlaanderen. Zie De Bo (1873);
In enkele spreekwijzen.
— Er is geen potje of er past een hulleken op, niemand zoo zonderling, of hij vindt wel iemand, die bij hem past (een vriend, eene vrouw).
— Dat sluit gelijk een hulle op de zee, dat sluit in het geheel niet; dat slaat als een tang op een varken.
zie ook ullegie
Zet d’ulle op de soepketel!
deksel van een pot, of ander recipient, ook van een kachel (stoof)
(uitspr.) de h wordt niet aangeblazen: ulle
zie ook ullegie
WNT:
Deksel, in W.-Vl. Zie de bo (1873); v. houcke, Loodg. (1901); v. keirsbilck, Timm. (1898)
In enkele spreekwijzen.
— ’t Is daar iets goeds onder ’t hulletje, er is daar iets goeds te eten (verg. noordholl. ”onder ’t stoppie”, voor: in de flesch).
— Er is geen potje of er past een hulleken op, niemand zoo zonderling, of hij vindt wel iemand, die bij hem past (een vriend, eene vrouw).
— Dat sluit gelijk een hulle op de zee, dat sluit in het geheel niet; dat slaat als een tang op een varken.
Zet d’ulle op de soepketel!
deksel van een pot, of ander recipient, ook van een kachel (stoof)
(uitspr.) de h wordt niet aangeblazen: ulle
zie ook ullegie
WNT:
Deksel, in W.-Vl. Zie de bo 1873; v. houcke, Loodg. 1901; v. keirsbilck, Timm. 1898
In enkele spreekwijzen.
— ’t Is daar iets goeds onder ’t hulletje, er is daar iets goeds te eten (verg. noordholl. ”onder ’t stoppie”, voor: in de flesch).
— Er is geen potje of er past een hulleken op, niemand zoo zonderling, of hij vindt wel iemand, die bij hem past (een vriend, eene vrouw).
— Dat sluit gelijk een hulle op de zee, dat sluit in het geheel niet; dat slaat als een tang op een varken.
Zet d’ulle op de soepketel!
deksel van een pot, of ander recipient, ook van een kachel (stoof)
(uitspr.) de h wordt niet aangeblazen: ulle
zie ook ullegie
Zet d’ulle op de soepketel!
deksel van een pot, of ander recipient, ook van een kachel (stoof)
(uitspr.) de h wordt niet aangeblazen: ulle
Zet d’ulle op de soepketel!
deksel van een pot, of ander recipient, ook van een kachel (stoof)
(uitspr.) de h wordt niet aangeblazen
Zet d’ulle op de soepketel!
deksel van een pot, of ander recipient, ook van een kachel (stoof)
(uitspr.) de h wordt niet aangeblazen
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.