Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
allesoir (aleszwaar) een snijgereed uit de paswerkerij.
Een “ruimer” is het gangbare woord.
Met een allesoir kan je de wanden van een boorgat in een metalen werkstuk zuiverder rond, of iets grotere maken.
Maak dat gat wa proper me nen allesoir
allesoir (aleszwaar) een snijgereed uit de paswerkerij.
Een “ruimer” is het gangbare woord.
Met een allesoir kan je de wanden van een boorgat in een metalen werkstuk zuiverder rond maken of iets grotere maken.
Maak dat gat wa proper me nen allesoir
Pimpampeule… gebruikte mijn grootmoeder (geboren in 1898) die uit de zwalmstreek afkomstig was als ze het over een
“lievrouwenbeestje” had.
Een pimpampeule mag je niet doodslaan.
Putwater kan soms een “grondsmaak” hebben.
In Antwerpen doeld men dan ook iemand die opvallend klein van gestalte is.
Ziet hem daar staan… die grondsmaak heeft toch wel wa teveel praat vink’ik.
“Schoppen twee” bij verschillende kaartspelletjes zowat de “laagste” kaart in het spel.
Word denigrerend gebruikt om iemand met weinig gezag en zich toch stoer voordoet te beschimpen of diens minderwaardigheid te benadrukken.
Ziet dat af… hij daar… schuppe twee is er ook wer bij.
Ja, en toen kwam schuppe twee, hij daar… zich nog wa moeien.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.