Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Bekijk alle (19) wijzigingen van deze gebruiker.
slissen wordt of werd ook wel overdrachtelijk gebruikt in de zin dat het ging over bemiddelen met het doel problemen tussen personen uit zijn nabije omgeving te verzachten of op te lossen
Gelukkig leefde mijn grootmoeder nog, ze heeft veel moeten slissen om de problemen tussen mijn ouders op te lossen
Malots is een oudere benaming voor en ziekelijk of gehandicapte medemens
Ge moet het die man het niet te moeilijk maken, hij is een beetje malots vanaf zijn geboorte. Zijn broer is ook een malotsen.
Iemand die doorgaans veel zaagt, vit en ontevreden door het leven gaat. Zie ook kreften
Hij heeft het van geen vreemde, zijn vader was ook ne kreftekeu
kloeten is een wijze van spitten. De gespitte kluit wordt alleen gekeerd en op dezelfde plaats neergelegd
’t Is al Maart, het wordt stilaan tijd om te beginnen kloeten. Goed voor de rug is het niet.
Bekijk alle (3) reacties van deze gebruiker.
Ook in het Waasland
“Djuir” wordt m.i. in het Waasland toch vooral door (zeer) oude mannen gebruikt.
Verschueren kent ‘koeter’ niet maar wel ‘koeteren’.
‘Koeteren’: gebrekkig, onduidelijk praten. Koetertaal, koeterwaals. Koeterwaal ’(Waal die Nederlands koetert)
Koeter
In ga er van uit dat een koeter een soort schaapherder voor koeien was. In van Dale is een koeter trouwens een koewachter. Denk ook aan koeterwaals. Blijkbaar was ‘koeter’ geen eretitel.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.