Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wijzigingen door Marcus

    hannik
    (de ~ (m.), ~en)

    1)ekster
    2)iemand die overal aan prutst
    3) pummel, lummel

    vgl hannekesnest

    VD2014 online: gewestelijk
    VD Etymologisch woordenboek: lummel (1897): van hanne.

    1) Hanne, het dochtertje van een vriendin, graait alles mee wat blinkt; precies nen hannik. Ze heeft hare naam niet verniet gekregen.

    2) Blijft nu toch eens van die mensen hun spullen, hannik dat ge daar zijt!

    3) Een technieker van Telenet, nen hannik 1ste klas!, ging bij mijne gebuur een aansluiting doen. Hij zet zijn leer achter zijn camionette op de baan en dan gaat hij achteruit rijden omdat hij gemakkelijker aan het gerief in zijne wagen kan. Ge kunt al graaien wat er gebeurde zeker? Al een chance dat ze niet in voorruit van mijn huis is terecht gekomen.

    Provincie Vlaams Brabant
    Bewerking door Marcus op 29 Nov 2015 14:40
    1 reactie(s)

    hannekesnest
    (de ~ (m.) geen meervoud)

    rommel, inboedel, hebben en houden

    meestal in de uitdrukking “heel den hannekesnest” = heel het hebben en houden, al de bezittingen, al de rommel

    Oorsprong: de nest van een hanne, hannik. Een ekster brengt de meest onmogelijkste, meestal blinkende, voorwerpen naar haar nest.

    Heel den bazaar, al zijnen boecht, gans den hannekensnest moest opgeladen worden. Daar moeten we twee keer voor rijden.

    Maar man, wat een hannekesnest is uw slaapkamer nu toch!

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door Marcus op 29 Nov 2015 14:37
    3 reactie(s)

    smijten, zich ~
    (ww., smeet, gesmeten)

    zich ten volle inzetten, het volle pond geven
    zich helemaal uitleven, zijn best doen

    West-Vlaanderen: sjette geven, pulle geven,
    Nederland: ’m van Jetje geven
    zie ook: lap, er een ~ op geven, buzze geven

    VD2014 online: Belgisch-Nederlands

    De spelers hadden na vorige week iets recht te zetten en … ze hebben zich gesmeten!

    “Ik mocht 4 jaar lang uw volksvertegenwoordiger zijn. En ik heb me ‘gesmeten’. Keihard gewerkt, dag en nacht.” (https://theotuurt.wordpress.com/page/2/30.05.14)

    We hebben ons gesmeten en met volle teugen genoten.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door Marcus op 29 Nov 2015 12:18
    1 reactie(s)

    smijten, zich ~
    (ww., smeet, gesmeten)

    zich ten volle inzetten, het volle pond geven
    zich helemaal uitleven, zijn best doen

    West-Vlaanderen: sjette geven, pulle geven,
    Nederland: ’m van Jetje geven
    zie ook: lap, er een ~ op geven, buzze geven

    VD2014 online: Belgisch-Nederlands

    De spelers hadden na vorige week iets recht te zetten en … ze hebben zich gesmeten!

    We hebben ons gesmeten en met volle teugen genoten.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door Marcus op 29 Nov 2015 12:16
    1 reactie(s)

    hedde
    (enclise)

    In de varianten van het Vlaams waar de gij/ge/-persoon wordt gebruikt,versmelt in zinnen met inversie de gij/ge/-vorm met de persoonsvorm van het werkwoord.
    Dit verschijnsel noemt men enclise.Het is typisch voor het informeel gesproken taalgebruik in de Antwerps-Brabantse dialecten. Het komt echter ook voor in andere gebieden.
    - “Hedde – of hebde – dat al gedaan?” (enclise van “Hebt ge”)
    - “Gade mee?” (enclise van “Gaat ge?”)
    - “Kunde mij helpen?” (enclise van “Kunt ge?”)
    - “Zijde braaf geweest?” (enclise van “Zijt ge?”)
    - “Hedde schoon gespeeld?” (enclise van “hebt ge”)

    In bovenstaande zinnen is het niet duidelijk of het om een tweede persoon enkelvoud of meervoud gaat. Mede daarom treedt er ook een verdubbeling op van de ge/gij/-vorm, of voegt men gijlie/gelle/golle toe om de tweede persoon meervoud aan te duiden bijvoorbeeld:
    - “Hedde gij dat al gedaan?”
    - “Gade gij mee?”
    - “Kunde gij mij helpen?”
    - “Zijde gij braaf geweest?”
    - “Hedde gelle schoon gespeeld?”

    Een andere reden voor deze verdubbeling of toevoeging kan zijn dat men de klemtoon legt op de gij-vorm om een onderscheid met iemand anders duidelijk te maken:
    - Kunde gij me helpen, want hij daar kan het niet.
    - Hedde gij vijf minuten voor mij, want de Jan is te druk bezig.
    - Neemde gijlie mij mee, want mijn maten zijn al weg.

    “Na die trappen tot opt 7de hedde geen goesting meer voor tv te zien of eten te maken zenne”.(facebook)

    En hedde gij meubelen,
    En hedde gij huisgerief,
    Dan kunde gij trouwen met uw lief,
    Gij ouwe zot! En hedde gij meubelen,
    En hedde gij huisgerief,
    Dan kunde gij trouwen met uw lief! (studentenlied)

    Hela Jean, komde?

    Ze zei " hedde gijlie onze kater niet gezien,die is gisteravond niet naar huis gekomen". (forum politics)

    Een bruin brood, brengde dat eens mee voor mij?

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door Marcus op 29 Nov 2015 11:36
    15 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.