Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Wees welgekomen | Willekeurig | Top woorden | Recent
Dit is slechts 1 definitie voor "hedde." Bekijk alle definities.
In de varianten van het Vlaams waar de gij/ge/-persoon wordt gebruikt, versmelt in zinnen met inversie de gij/ge/-vorm met de persoonsvorm van het werkwoord. Dit verschijnsel noemt men enclise.
Het is typisch voor het informeel gesproken taalgebruik in de Antwerps-Brabantse dialecten. Het komt echter ook voor in andere gebieden.
- “Hedde – of hebde – dat al gedaan?” (enclise van “Hebt ge”)
- “Gade mee?” (enclise van “Gaat ge?”)
- “Kunde mij helpen?” (enclise van “Kunt ge?”)
- “Zijde braaf geweest?” (enclise van “Zijt ge?”)
- “Hedde schoon gespeeld?” (enclise van “hebt ge”)
In bovenstaande zinnen is het niet duidelijk of het om een tweede persoon enkelvoud of meervoud gaat. Mede daarom treedt er ook een verdubbeling op van de ge/gij/-vorm, of voegt men gijlie/gelle/golle toe om de tweede persoon meervoud aan te duiden.
Bijvoorbeeld:
- “Hedde gij dat al gedaan?”
- “Gade gij mee?”
- “Kunde gij mij helpen?”
- “Zijde gij braaf geweest?”
- “Hedde gelle schoon gespeeld?”
Een andere reden voor deze verdubbeling of toevoeging kan zijn dat men de klemtoon legt op de gij-vorm om een onderscheid met iemand anders duidelijk te maken:
- Kunde gij me helpen, want hij daar kan het niet.
- Hedde gij vijf minuten voor mij, want de Jan is te druk bezig.
- Neemde gijlie mij mee, want mijn maten zijn al weg.
“Na die trappen tot op ’t 7de hedde geen goesting meer voor tv te zien of eten te maken zenne”.(facebook)
En hedde gij meubelen,
En hedde gij huisgerief,
Dan kunde gij trouwen met uw lief,
Gij ouwe zot! En hedde gij meubelen,
En hedde gij huisgerief,
Dan kunde gij trouwen met uw lief! (studentenlied)
Hela Jean, komde?
Ze zei: “hedde gijlie onze kater niet gezien, die is gisteravond niet naar huis gekomen”. (forum politics)
Een bruin brood, brengde dat eens mee voor mij?
Wette wa? (Weet ge wat? Enclise met een t?)
Zijn er voorbeelden waar ge de ge/gij niet kunt verdubbelen?
Wette da? (Weet gij dat?)
Wette gij da?
Samentrekking van een beklemtoond woord en een daaropvolgend onbeklemtoond woord tot één woord, een verschijnsel dat zich voortdurend in de spreektaal voordoet, maar dat men ook veelvuldig in de spelling van historische teksten aantreft, met name in het Middelnederlands, bijv. hebbic < hebbe ic; dat < dat het.
(http://www.dbnl.org/)
Ik denk dat enclise met een -t zeer goed mogelijk is, zoals in het voorbeeld. Volgens mij kunt ge altijd de ge/gij verdubbelen, al was het maar om een onderscheid te kunnen maken met een andere persoon.
“Wette gij dat? Ikke nie zalle!” Met een speciale klemtoon op “gij” en “ikke”.
Een verdriedubbeling kan ook: Zedde gij zot gij?
Met of zonder verdubbeling van de gij:
Waste gij eens af? (Waste eens af? Gaat moeilijk, denk ik)
Dan waste gij maar af. Dan waste maar af. Dat gaat wel alletwee.
Heel veel van de keuzes tussen de vorm met enclise en de dubbele vorm heeft volgens mij te maken met het ritme van de zin. Het Brabants – ook het Antwerps dus – heeft neiging om met verdoffingen en assimilaties vloeiende woordgehelen te creëren.
“Waste gij eens af?” kan, maar ook “Wast’is af?”, “eens” is helemaal verschrompeld tot “is” of “es”.
Ik hebbekik dat allemaal verstaan!
Dan heddegegij goe gelezen :)
Doet me er aan denken dat ge met ik ook goed kunt stapelen:
k’hebbekekik ne kikker in m’n keel.
hedde
Hedde, kunde, zedde, hebbe wordt hier niet gebruikt(streek Roeselare en waarschijnlijk ook verder niet).
Hier is het : eej gie da gezeid, kuj gie nog goed de trappn ip en nere, ziej gie familje van, ee kik da gedaan, wosje gie ne kee of vanoene, kee kik ne puut in mien kele
“hedde da gezei; kunde gaa nog goe de trappe oep en af; zijde gij familie van; ikhemekkik da gedaon, waste gij ne kiejer af deze noen; ik hem ne vuis in men keil”; er zijn toch wel wat verschillen tussen het West-Vlaams en Brabants (Kempens)…
En toch verstaan we elkaar…
Ja, maar het is niet vanzelfspreken, er moet wat goede wil bij zijn en en moet vooral de taalkundige eigenaardigheden van anderen accepteren, want die zijn er altijd.
Dan zouden we willen dat al die vluchtelingen Nederlands leren om ons te kunnen verstaan!!
Al die vluchtelingen zouden inderdaad Nederlands moeten leren. Hoe moeten ze anders leren lezen en schrijven? Maar iemand moet hen duidelijk maken dat de gesproken taal van de Vlamingen niet hun “moedertaal” is en dat er dus varianten mogelijk zijn. Dat zal hen het leven niet gemakkelijk maken, maar ook voor ons is de taalsituatie niet eenvoudig.
Ik bedoelde daarmee dat de officiële gesproken taal van de Vlamingen (het Nederlands dus) niet de moedertaal van de Vlamingen is. Trouwens, ook in Nederland bestaan er serieuze verschillen tussen de officiële gesproken taal en het echte dagelijkse taalgebruik.
In het West-Vlaams klinkt het anders, maar het is in se krak hetzelfste fenomeen:
zijde gij → zijje gij
hedde gij → hèje gij
gade gij → gaje gij
kunde gij → kunje gij (de nj wordt in de uitspraak normaal gezien gewoon een iet of wat nasale j, dus klinkt als kuje)
zijde → zijje
hedde → hèje
gade → gaje
kunde → kunje
Vergelijk het bovenstaande bijvoorbeeld met een werkwoord gelijk ‘rijden’, dat ge zowel met een d als met een j kunt uitspreken, rijden of rijjen. Het steekt uiteindelijk allemaal simpel ineen.
Ingelogde gebruikers kunnen reacties aan deze definitie toevoegen.
Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.